ARTIKEL I
A. In artikel 1.1.5, vijfde alinea, eerste volzin, wordt tussen de woorden ‘Awb die van’ en ‘toepassing is bij’ toegevoegd: ‘overeenkomstige’.
B. Artikel 1.1.12 wijzigt als volgt:
1. ‘belastingschuldige’ wordt telkens vervangen door ‘belanghebbende’.
2. In de eerste volzin wordt tussen de woorden ‘of andere vorderingen’ en ‘openstaan waarvan de’ ingevoegd: ‘op zijn naam’.
C. Artikel 14.1.3 wijzigt als volgt:
1. Aan de volzin van de eerste alinea wordt het volgende toegevoegd: ‘, tenzij hiermee de belangen van de gemeente worden geschaad’.
2. Aan de eerste alinea wordt de volgende volzin toegevoegd: ‘Hierbij is het niet van belang of de erfgenamen de nalatenschap zuiver hebben aanvaard.’
3. De tweede en derde alinea vervallen.
D. Artikel 14.4.5, laatste volzin, wordt vervangen door:
Indien de belastingschuldige kenbaar maakt dat de beslagvrije voet onjuist is vastgesteld, maar niet de juiste informatie verstrekt voor de goede vaststelling ervan, stelt de ontvanger hem in de gelegenheid om binnen een redelijke termijn alsnog de juiste informatie te verstrekken. Indien de belastingschuldige de juiste informatie binnen de door de ontvanger gestelde termijn aanlevert, herstelt de ontvanger de beslagvrije voet met ingang van de inhouding volgend op het moment waarop de belastingschuldige kenbaar maakte dat de beslagvrije voet onjuist was vastgesteld.
E. Aan de eerste alinea van artikel 19.3.5 worden de volgende volzinnen toegevoegd: Indien de belastingschuldige kenbaar maakt dat de beslagvrije voet onjuist is vastgesteld, maar niet de juiste informatie verstrekt voor de goede vaststelling ervan, stelt de ontvanger hem in de gelegenheid om binnen een redelijke termijn alsnog de juiste informatie te verstrekken. Indien de belastingschuldige de juiste informatie binnen de door de ontvanger gestelde termijn aanlevert, herstelt de ontvanger de beslagvrije voet met ingang van de inhouding volgend op het moment waarop de belastingschuldige kenbaar maakte dat de beslagvrije voet onjuist was vastgesteld.
F. Artikel 22.8.10 tot en met 22.8.12 vervallen.
G. In artikel 25.1.14, derde alinea, wordt ‘tien’ vervangen door ‘[veertien]’.
H. Artikel 25.5.2, tweede alinea, eerste volzin, komt als volgt te luiden: De ontvanger kan alvorens het uitstel te verlenen, zekerheid eisen als de aard van de belastingschuld dan wel de omvang van de belastingschuld in relatie tot de verhaalsmogelijkheden die bij de ontvanger bekend zijn, daartoe aanleiding geeft.
I. In de artikelen 25.7.2 en 25.7.5 wordt het woord ‘[veertien]’ telkens vervangen door ‘tien’.
J. Artikel 26.1.7 komt als volgt te luiden:
Als de ontvanger afwijzend heeft beslist op een verzoek om kwijtschelding of een aangeboden akkoord, of het college afwijzend heeft beslist op een ingediend beroepschrift tegen een afwijzende beschikking van de ontvanger, voldoet de belastingschuldige het op de belastingaanslag(en) verschuldigde bedrag binnen [veertien] dagen na dagtekening van de afwijzende beschikking of binnen de betaaltermijnen die op het aanslagbiljet zijn aangegeven. Na deze termijn kan de ontvanger de invordering aanvangen dan wel voortzetten. Artikel 9 van de regeling is gedurende deze wachttijd van overeenkomstige toepassing.
De termijn van [veertien] dagen geldt niet als sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 10 van de wet. De termijn wordt daarnaast niet of niet geheel verleend als naar het oordeel van de ontvanger aanwijzingen bestaan dat door het niet direct aanvangen of vervolgen van de invordering de belangen van de gemeente worden geschaad.
K. Artikel 26.2.12, derde alinea wijzigt als volgt:
1. In sub A wordt ‘62’ vervangen door: ‘63’.
2. In sub B wordt ‘55’ vervangen door: ‘56’.
L. Artikel 26.2.19 wijzigt als volgt:
1. ‘35’ wordt vervangen door: ‘33’.
2. ‘75’ wordt vervangen door: ‘74’.
M. Artikel 26.4.6 wijzigt als volgt:
1. De aanhef en eerste alinea komen als volgt te luiden:
26.4.6. Invordering tijdens administratief beroep en herhaald verzoek om kwijtschelding en ambtshalve behandeling beroepschrift
Als binnen de termijn van tien dagen als bedoeld in artikel 24 van de regeling een beroepschrift wordt ingediend, dan wordt gedurende de behandeling van dit beroepschrift gehandeld overeenkomstig artikel 9 van de regeling.
2. In de tweede alinea, eerste volzin wordt ‘veertien’ vervangen door ‘tien’.
N. Artikel 26.5 vervalt.
O. Artikel 68 tot en met 72 komt te luiden:
De artikelen 68, 70 tot en met 70f zijn niet van toepassing voor de gemeente.
Er zijn in deze leidraad op de artikelen 68, 69, 70, 70a, 70aa, 70ba, 70c, 70ca, 70d, 70e, 70ea, 70f, 71 en 72 van de wet geen beleidsregels gemaakt.