Besluit van de directeur publieke gezondheid van GGD IJsselland houdende regels omtrent bevoegdheden (Besluit ondermandaat en ondervolmacht uitvoering Warenwet-besluit tatoeëren en piercen GGD IJsselland)

De directeur publieke gezondheid van GGD IJsselland,

 

 

OVERWEGENDE DAT:

 

  • 1.

    voor GGD IJsselland de directeur publieke gezondheid door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in bijlage 1 van de Regeling mandaatverlening aan de GGD’en met betrekking tot de uitvoering van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen (de Regeling) als gemandateerde is aangewezen;

 

  • 2.

    aan de directeur publieke gezondheid in artikel 2, eerste lid, van de Regeling mandaat wordt verleend om:

    • a.

      besluiten te nemen op aanvragen van vergunningen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen;

    • b.

      vergunningen in te trekken als bedoeld in artikel 5 van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen;

    • c.

      de hoogte vast te stellen van de retributie;

    • d.

      de retributie op te leggen en te innen.

 

  • 3.

    de directeur publieke gezondheid op grond van artikel 2, tweede lid, van de Regeling bevoegd is ondermandaat of ondervolmacht te verlenen tot het geheel of gedeeltelijk uitoefenen van de op grond van de Regeling toegekende bevoegdheden;

 

  • 4.

    de directeur publieke gezondheid op 23 december 2013 op grond van artikel 2, tweede lid, van de Regeling, met ingang van 1 januari 2014 medewerkers van het organisatieonderdeel THZ van GGD IJsselland die hiervoor specifiek zijn opgeleid ondermandaat en ondervolmacht heeft verleend tot het geheel uitoefenen van de op grond van de Regeling aan de directeur publieke gezondheid toegekende bevoegdheden;

 

  • 5.

    op grond van het besluit van 23 december 2013 ondermandaat en ondervolmacht is verleend aan de heer S.M. van der Vlis en mevrouw G.A.P. Evenhuis tot het geheel uitoefenen van de op grond van de Regeling aan de directeur publieke gezondheid toegekende bevoegdheden;

 

  • 6.

    het onderdeel THZ al enige tijd is ondergebracht bij team Infectieziektebestrijding;

 

  • 7.

    het voor de hand ligt dat de directeur publieke gezondheid ondermandaat en ondervolmacht tot het geheel uitoefenen van de op grond van de Regeling toegekende bevoegdheden verleent aan enkele medewerkers van team Infectieziektebestrijding die hiervoor specifiek zijn opgeleid

 

BESLUIT:

Artikel 1  

Het besluit van 23 december 2013 in te trekken op grond waarvan met ingang van 1 januari 2014 ondermandaat en ondervolmacht is verleend aan de heer S.M. van der Vlis en mevrouw G.A.P. Evenhuis tot het geheel uitoefenen van de op grond van de Regeling aan de directeur publieke gezondheid toegekende bevoegdheden.

Artikel 2  

Op grond van artikel 2, tweede lid, van de Regeling, ondermandaat en ondervolmacht te verlenen tot het geheel uitoefenen van de op grond van de Regeling aan de directeur publieke gezondheid toegekende bevoegdheden aan mevrouw G.P. Curfs-Kasper en mevrouw B. ten Klooster, werkzaam bij team Infectieziektebestrijding.

Artikel 3  

  • 1.

    Besluiten die mevrouw G.P. Curfs-Kasper en mevrouw B. ten Klooster op grond van dit besluit nemen als volgt worden ondertekend:

     

    De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

     

    Namens deze,

    De directeur publieke gezondheid van GGD IJsselland,

     

    Namens deze,

    (gevolgd door handtekening, naam en functie van mevrouw G.P. Curfs-Kasper of mevrouw B. ten Klooster)

  • 2.

    Ondertekening van besluiten mag digitaal plaatsvinden.

Artikel 4  

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat en ondervolmacht uitvoering Warenwet-besluit tatoeëren en piercen GGD IJsselland.

Artikel 5  

Dit besluit treedt de dag na bekendmaking in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2020.

 

Aldus besloten op 30 januari 2020,

drs. A.M. (Rianne) van den Berg, directeur publieke gezondheid

Naar boven