Openbaar lichaam GBLT - Wijziging Beleidsregel afvalwateronderzoek

Het dagelijks bestuur van GBLT;

 

Gelet op;

  • Artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht

  • Artikel 20 van de Gemeenschappelijke Regeling GBLT

 

Gelezen het voorstel van 20 oktober 2020;

 

Besluit:

Artikel 1 De ‘Beleidsregel afvalwateronderzoek’ te wijzigen op de volgende onderdelen;

  • Aan onderdeel 1. Inleiding wordt aan de opsomming een vierde bullet toegevoegd die luidt:

     

    • Waterschap Rijn en IJssel

  • Aan onderdeel ‘6.2 Acceptatie onderzoeksresultaten heffingplichtige’ worden na de alinea ‘Afwijking >25%’ de volgende alinea’s toegevoegd:

     

  • Afwijking bij steekbemonstering

  • Op vorenstaande geldt een uitzondering in het geval het (controle)monster is vastgesteld door middel van steekbemonstering (niet zijnde een etmaalverzamelmonster). In dat geval worden, ook bij een afwijking van >25% (absolute waarde), zowel de onderzoeksresultaten van de heffingplichtige als die van de ambtenaar belast met de heffing bij het berekenen van de definitieve vervuilingswaarde meegenomen (tenzij er aantoonbare redenen zijn dat de onderzoeksresultaten van de ambtenaar belast met de heffing voor de betreffende periode als niet representatief kunnen worden aangemerkt).

     

  • Afwijking in andere gevallen

  • Deze paragraaf laat onverlet dat de ambtenaar belast met de heffing de mogelijkheid heeft om af te wijken van de gegevens van de heffingsplichtige in het geval hij mede op basis van andere feiten kan aantonen dat de onderzoeksresultaten van de heffingplichtige, of andere gegevens die voor de hoogte van de belastingaanslag van belang kunnen zijn, onjuist, of niet representatief voor het gehele heffingsjaar, zijn.

Artikel 2 Inwerkingtreding en toepassingsbereik

Deze wijziging treedt inwerking de dag na bekendmaking en is van toepassing op heffingsjaren die aanvangen op of na 1 januari 2021.

Aldus vastgesteld op 28 oktober 2020,

Het dagelijks bestuur van GBLT

M.A. van Helden

Directeur

B.J. Bussink

Voorzitter

Toelichting op wijzigingsbesluit

 

 

Toevoeging waterschap Rijn en IJssel

Het waterschap Rijn en IJssel heeft GBLT verzocht om de beleidsregel ook toe te passen in haar verzorgingsgebied. Om deze reden is waterschap Rijn en IJssel toegevoegd.

 

Steekbemonstering

In de regel wordt steekbemonstering alleen toegestaan in een situatie waarin van een heffingplichtige, gelet op de perceptiekosten, niet verwacht mag worden dat zij de vervuilingswaarde bepaalt met behulp van een meet- en bemonsteringsvoorziening. De wijze van bemonstering, en veelal ook de beperkte meetfrequentie die hiermee samenhangt, maakt dat steekbemonstering, ten opzichte van afvalwateronderzoek met behulp van een meet- en bemonsteringsvoorziening, in de regel een minder betrouwbare wijze is om de vervuilingswaarde op jaarbasis mee te bepalen. Reeds hierdoor is de kans groter dat er verschillen ontstaan tussen de gegevens van de heffingsplichtige en de ambtenaar belast met de heffing. Daarom wordt het niet redelijk geacht om bij een verschil van >25% gegevens buiten beschouwing te laten. Nu het veelal gaat om situaties waarin de meetfrequentie ook beperkt is, geeft het combineren van de onderzoeksresultaten, in deze gevallen de beste benadering van de werkelijk afgevoerde hoeveelheid stoffen.

 

Afwijking in andere gevallen

Het controleonderzoek van de ambtenaar belast met de heffing hoeft niet beperkt te blijven tot het uitvoeren van afvalwateronderzoek tegelijk of náást de in de beschikking aangegeven meetdagen. Er kunnen ook andere feiten en omstandigheden zijn waarmee vast komt te staan dat de onderzoeksresultaten van de heffingsplichtige niet geschikt zijn om het (werkelijke) aantal vervuilingseenheden mee vast te stellen. Bijvoorbeeld omdat niet is voldaan aan voorschriften in bijlage 1 van de verordening of dat er sprake is van meting, bemonstering en analyse op dagen die niet representatief zijn voor de rest van het heffingsjaar. In die gevallen behoudt de ambtenaar belast met de heffing de mogelijkheid om af te wijken van de onderzoeksresultaten van de heffingplichtige. De heffingplichtige wordt van deze feiten en omstandigheden uiterlijk bij het vaststellen van de aanslag gemotiveerd in kennis gesteld door middel van een afwijkingsbrief.

Naar boven