Regeling van het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie houdende de 10e wijziging van de CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde (10e wijziging van de CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde)

Het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde,

 

gelet op artikel 125, tweede lid, van de Ambtenarenwet over door het bevoegd gezag vast te stellen voorschriften;

 

gelet op artikel 33, eerste lid en onder c van de Wet gemeenschappelijke regelingen waarin de bevoegdheid tot het vaststellen van regels over de ambtelijke organisatie is toegekend aan het dagelijks bestuur;

 

gelet op artikel 32, derde lid van de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie Duivenvoorde waarin de collectieve arbeidsvoorwaardenregelingen van de sector gemeenten van overeenkomstige toepassing worden verklaard;

 

overwegende dat in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (hierna: LOGA) volledige overeenstemming is en dat de wijzigingen zoals deze zijn opgenomen in de circulaires van LOGA daaruit voortvloeien;

 

overwegende dat het LOGA op 26 juli 2018 de circulaire TAZ/U201800624 (ledenbrief VNG 18/045) heeft uitgebracht over het FLO-overgangsrecht (wijziging van de leeftijdsafhankelijke factoren in artikel 9b:22a, tweede lid en artikel 9b:45a, tweede lid);

 

overwegende dat het LOGA op 22 november 2018 de circulaire TAZ/U201801057 (ledenbrief VNG 18/075) heeft uitgebracht over compensatieregeling AOW (aanpassing artikel 9b:80) en verlenging opschorting tweede loopbaanafspraken (aanpassing artikel 9f:13)

 

gezien de overeenstemming in het Georganiseerd Overleg op 29 mei 2019;

 

besluit vast te stellen de

 

10e wijziging van de CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde

Artikel 1 Wijziging CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde

De CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde wordt gewijzigd zoals vermeld in Bijlage I en Bijlage II.

Artikel 2 Inwerkingtreding en terugwerkende kracht

Deze wijziging van de CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde:

  • a.

    treedt in werking met ingang van de dag volgend op die waarop zij bekend is gemaakt;

  • b.

    werkt terug tot en met 1 januari 2018.  

Aldus vastgesteld in de DB vergadering op 2 oktober 2019.

J.J. Westhoek,

Directeur

L.A. de Lange,

Voorzitter

Bijlage I. Wijziging FLO-overgangsrecht - leeftijdsafhankelijke factoren in artikel 9b:22a, tweede lid en artikel artikel 9b:45a, tweede lid (bijlage bij de circulaire TAZ/U201800624 -ledenbrief VNG 18/045 van 26 juli 2018)  

A. De tabel in artikel 9b:22a, tweede lid, wordt vervangen door

 

leeftijd

factor

leeftijd

factor

leeftijd

factor

18

0,305

33

0,474

48

0,739

19

0,314

34

0,489

49

0,761

20

0,323

35

0,503

50

0,784

21

0,333

36

0,518

51

0,808

22

0,343

37

0,534

52

0,832

23

0,353

38

0,550

53

0,857

24

0,364

39

0,566

54

0,883

25

0,375

40

0,583

55

0,909

26

0,386

41

0,601

56

0,936

27

0,397

42

0,619

57

0,964

28

0,409

43

0,638

58

0,993

29

0,422

44

0,657

59

1,023

30

0,434

45

0,676

60

1,054

31

0,447

46

0,697

61

1,085

32

0,461

47

0,718

62

1,118

 

B. In de toelichting op artikel 9b:22a wordt de passage ‘Stel dat op leeftijd…. € 10.000 is.’ vervangen door ‘Stel dat op de leeftijd van 62 jaar een bedrag gegenereerd moet zijn van € 10.000 (fictief bedrag). Om dit te bereiken moet, bij de rendementen die ABP verwacht op de leeftijd van 53 jaar een bedrag van € 8.570 gestort worden (€ 10.000 x 0,857). Als er op een later moment dan op 53-jarige leeftijd wordt gestort, dan wordt het te storten bedrag ieder jaar hoger.’

 

C. De tabel in artikel 9b:45a, tweede lid, wordt vervangen door

 

leeftijd

factor

leeftijd

factor

leeftijd

factor

18

0,305

33

0,474

48

0,739

19

0,314

34

0,489

49

0,761

20

0,323

35

0,503

50

0,784

21

0,333

36

0,518

51

0,808

22

0,343

37

0,534

52

0,832

23

0,353

38

0,550

53

0,857

24

0,364

39

0,566

54

0,883

25

0,375

40

0,583

55

0,909

26

0,386

41

0,601

56

0,936

27

0,397

42

0,619

57

0,964

28

0,409

43

0,638

58

0,993

29

0,422

44

0,657

59

1,023

30

0,434

45

0,676

60

1,054

31

0,447

46

0,697

61

1,085

32

0,461

47

0,718

62

1,118

 

D. In de toelichting op artikel 9b:45a wordt de passage ‘Stel dat op leeftijd…. € 10.000 is.’ vervangen door ‘Stel dat op de leeftijd van 62 jaar een bedrag gegenereerd moet zijn van € 10.000 (fictief bedrag). Om dit te bereiken moet, bij de rendementen die ABP verwacht op de leeftijd van 53 jaar een bedrag van € 8.570 gestort worden (€ 10.000 x 0,857). Als er op een later moment dan op 53- jarige wordt gestort, dan wordt het te storten bedrag ieder jaar hoger.’

Bijlage II. Wijziging FLO-overgangsrecht - compensatieregeling AOW en verlenging opschorting tweede loopbaanafspraken (bijlage bij de circulaire TAZ/U201801057-ledenbrief VNG 18/075 van 22 november 2018)  

A.

Artikel 9b:80 lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

De periode bedoeld in lid 1 is niet langer dan zijn AOW-hiaat onder vermindering van het aantal maanden dat de ambtenaar langer heeft doorgewerkt vanaf een keuzemoment als bedoeld in artikel 9b:4 lid 5 of 9b:26 lid 5, vanaf 1 januari 2013.

B.

Artikel 9f:13 lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

De artikelen 9b:24 en 9b:25 gelden niet tot 1 juli 2019, tenzij met de ambtenaar vóór 1 januari 2018 reeds loopbaanafspraken zijn overeengekomen.

 

Naar boven