Beleidsregel van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Kompas houdende regels omtrent bijzondere bijstand Beleidsregels individuele bijzondere bijstand 2016 e.v.

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing om de regeling op overheid.nl te kunnen plaatsen. De oorspronkelijke bekendmaking heeft op papier plaatsgevonden.]

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE RICHTLIJNEN BIJZONDERE BIJSTAND

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • 2.

    De wet: de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004);

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van Kompas;

  • 4.

    Draagkracht: het in aanmerking te nemen inkomen en vermogen;

  • 5.

    Bijstandsnorm: zoals bedoeld in de artikelen 20, 21, 22 en 23 van de Participatiewet.

  • 6.

    Begrippen die in deze beleidsregel gebruikt worden en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2 Moment van aanvraag

  • 1.

    Aanvragen voor individuele bijzondere bijstand en voor de Extra- geldregeling kunnen tot 1 april na het kalenderjaar waarin de kosten zijn gemaakt, worden ingediend.

  • 2.

    Voor de kostensoorten genoemd in hoofdstuk 5 is het eerste lid van dit artikel niet van toepassing.

Artikel 3 Draagkracht

  • 1.

    De draagkrachtperiode is het kalenderjaar waarin de kosten zich voordoen.

  • 2.

    De draagkracht voor de individuele bijzondere bijstand voor de kosten niet voor direct levensonderhoud wordt uitgedrukt in een percentage van de normen, zoals bedoeld in de artikelen 20, 21, 22 en 23 van de Participatiewet namelijk:

    -85% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande;

    -108% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder;

    -120% van de gehuwdennorm voor een gezin.

  • 3.

    Alle in het tweede lid van dit artikel genoemde percentages zijn inclusief vakantietoeslag

  • 4.

    Voor aanvragen van burgers waarvan de vakantietoeslag niet bekend is, wordt een vast percentage vakantietoeslag aangehouden, namelijk:

    • voor klanten met inkomen uit arbeid: 8%;

    • voor overige klanten (andere uitkeringen): 5%.

  • 5.

    Bij bijzondere bijstand voor direct levensonderhoud van de belanghebbende jonger dan 21 jaar, bedraagt de draagkracht honderd procent van het in aanmerking te nemen inkomen boven de bijstandsnorm (na toepassing van de kostendelersnorm).

  • 6.

    Alle inkomen boven de in het tweede lid van dit artikel genoemde percentages, wordt volledig meegerekend als draagkracht.

  • 7.

    Het vermogen boven de vermogensgrens als bedoeld in artikel 34 lid 3 Participatiewet wordt volledig in aanmerking genomen bij het bepalen van de draagkracht.

  • 8.

    Het in aanmerking te nemen inkomen en vermogen wordt vastgesteld volgens de regels van de Participatiewet.

  • 9.

    Indien een aanvrager is toegelaten tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) of als deze in een minnelijk schuldhulpverleningstraject zit, wordt de aanvrager niet geacht over enige draagkracht te beschikken.

  • 10.

    De draagkracht kan gedurende de draagkrachtperiode worden gewijzigd bij een verandering in de financiële situatie van een belanghebbende.

Artikel 4 Drempelbedrag

Kompas hanteert geen drempelbedragen

HOOFDSTUK 2 MEDISCHE KOSTEN

Artikel 5 collectieve ziektekostenverzekering

  • 1.

    De Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet Langdurige Zorg (WLZ) zijn passende en toereikende voorliggende voorzieningen ten aanzien van medische kosten.

  • 2.

    Individuele bijzondere bijstand voor medische kosten is op grond van artikel 15 lid 1, PW niet mogelijk tenzij sprake is van zeer dringende redenen als bedoeld in artikel 16, lid 1 PW.

  • 3.

    Onderstaand buitenwettelijk begunstigend beleid is enkel mogelijk:

    • -

      Aan personen die de door het Dagelijks Bestuur van Kompas aangeboden collectieve ziektekostenverzekering hebben afgesloten: en

    • -

      Deze collectieve ziektekostenverzekering bepaalde kosten niet geheel dekt: en

    • -

      Deze kosten medisch noodzakelijk zijn en voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.

  • 4.

    De beoordeling van de medische noodzaak en de bijzondere omstandigheden vindt plaats door een arts.

  • 5.

    Geen bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      Zelfzorgmiddelen

    • b.

      Niet- reguliere geneeswijzen

    • c.

      Behandelingen in het buitenland, tenzij vooraf toestemming van het DB is verkregen

    • d.

      Kosten die zijn uitgesloten onder de basisverzekering en ook niet voor vergoeding via de aanvullende verzekering in aanmerking komen.

  • 6.

    Aan de door Kompas aangeboden collectieve ziektekostenverzekering kan deelnemen de burger van de gemeenten Nuth, Simpelveld of Voerendaal die:

    • a.

      18 jaar of ouder is (personen jonger dan 18 jaar zijn meeverzekerd bij de ouders);

    • b.

      Een inkomen heeft dat niet hoger is dan 150% van de normen zoals bedoeld in artikel 20, 21, 22 of 23.

    • c.

      Burgers welke op 1 januari van een jaar deelnemen aan de collectieve basis en aanvullende ziektekostenverzekering en die een inkomen hebben van maximaal 120% van de bijstandsnorm, komen per jaar in aanmerking voor een gemeentelijke bijdrage per premiebetalende volwassene van €120,- in de gemeenten Nuth en Simpelveld en van €240 in de gemeente Voerendaal.

Artikel 6 eigen risico

Er wordt geen bijzondere bijstand verstrekt voor verplicht of vrijwillig eigen risico van de ziektekostenverzekering.

In de collectieve ziektekostenverzekering per 2016 is geregeld dat mensen geen eigen risico betalen bij de ziektekostenverzekering. Dit bedrag is namelijk meeverzekerd in het pakket, zodat minima geen extra zorgkosten krijgen.

Artikel 7 alarmering

  • 1.

    De noodzaak wordt vastgesteld door de ziektekostenverzekering; als zij de abonnementskosten op de alarmeringsdienst vergoeden dan is de noodzaak er en komt lid 2 voor bijstand in aanmerking.

  • 2.

    Vergoed wordt:

    • -

      De eigen bijdrage en

    • -

      de aanschaf van een apparaat in eigendom.

Artikel 8 maaltijdvoorziening

  • 1.

    De noodzaak is vastgesteld als een professional heeft doorverwezen.

  • 2.

    De keuze voor een verantwoorde aanbieder van gezonde maaltijden is aan belanghebbende.

  • 3.

    Er wordt een vaste tegemoetkoming in de kosten verstrekt van € 110 per maand

  • 4.

    De tegemoetkoming wordt jaarlijks aangevraagd.

Artikel 9 additionele bewassingskosten en kledingslijtage

  • 1.

    Om de medische noodzaak vast te stellen wordt een keuring aangevraagd bij de GGD

  • 2.

    De GGD geeft een schatting van de meerkosten

Artikel 10 additionele stookkosten

  • 1.

    Om de medische noodzaak vast te stellen wordt een keuring aangevraagd bij de GGD

  • 2.

    De GGD geeft een schatting van de meerkosten.

Artikel 11 eigen bijdrage Wmo

  • 1.

    De eigen bijdrage van de Wmo wordt als uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan aangemerkt waarvoor met ingang van 2016 geen bijzondere bijstand meer wordt verstrekt. De collectieve (basis en aanvullende) ziektekostenverzekering wordt hier als voorliggende voorziening aangemerkt aangezien genoemde kosten tot maximaal € 400,00 per jaar door deze verzekering worden gedekt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt voor 2016 overgangsrecht voor degenen die in 2016 nog geen gebruik maakt van de door Kompas aangeboden collectieve ziektekostenverzekering. Deze overgangsrecht geldt enkel voor 2016. Aanvragers zullen hierop gewezen worden in de beschikkingen 2016.

Artikel 12 vorm van de bijstand

De bijzondere bijstand opgenomen in dit hoofdstuk van deze beleidsregel wordt om niet verstrekt Indexering van de kosten genoemd bij 7 t/m 11 geschiedt conform de Schulinck- indexering, De in dit hoofdstuk beschreven kostensoorten worden steeds voor de duur van 1 kalenderjaar toegekend of voor zoveel korter als noodzakelijk is.

HOOFDSTUK 3 MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN

 

Woonkosten

Artikel 13 vorm bijzondere bijstand

  • 1.

    De in deze paragraaf beschreven kostensoorten kunnen worden verleend:

    • a.

      Als borgstelling voor een lening bij de Kredietbank Limburg of

    • b.

      Als een geldlening bij Kompas of

    • c.

      Om niet.

Artikel 14 duurzame gebruiksgoederen

  • 1.

    De hoofdregel is: geen bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen; dat geldt voor aanschaf, vervanging of reparatie. Mensen worden geacht hiervoor te reserveren.

  • 2.

    Als de noodzaak van aanschaf of vervanging is aangetoond en men niet heeft kunnen reserveren, maakt Kompas de volgende afwegingen.

    • a.

      geen bijzondere bijstand voor inrichtingskosten indien belanghebbende heeft kunnen reserveren en er geen sprake is van bijzondere omstandigheden.

    • b.

      Geen bijzondere bijstand indien belanghebbende in hetzelfde kalenderjaar een individuele inkomenstoeslag heeft ontvangen, waaruit de betreffende kosten betaald kunnen worden.

    • c.

      Geen bijzondere bijstand indien belanghebbende gebruik kan maken van een voorliggende voorziening, namelijk instanties die gratis huisraad verstrekken.

  • 3.

    Indien bovenstaande opties niet mogelijk zijn, dan kan belanghebbende gebruik maken van verstrekkers van tweede hands goederen, die kosten kunnen in principe voldaan worden uit het beschikbare inkomen.

  • 4.

    Indien bovenstaande opties niet mogelijk zijn, dan kan belanghebbende zich wenden tot de Kredietbank Limburg voor een lening.

  • 5.

    Indien een lening bij de KBL alleen mogelijk is met een borgstelling, dan kan ISD Kompas hiertoe een borgstelling verlenen. Er bestaat slechts aanleiding voor het verlenen van borgtocht, indien vaststaat dat de lening, zonder optreden van de bijstand als borg, niet zal worden verstrekt.

  • 6.

    Indien opties 1 t/m 5 niet mogelijk zijn, dan kan de bijzondere bijstand in de vorm van een geldlening worden verstrekt. Wel dient vast te staan de belanghebbende de lening niet kan krijgen via de normale kredietverlenende instanties, waaronder de KBL. Een lening bij een kredietverlenende instantie geldt immers als voorliggende voorziening.

Artikel 15 doorbetaling vaste lasten bij verblijf in een inrichting

  • 1.

    Bij opname in een inrichting kan bijstandsverlening voor het doorbetalen van de vaste lasten noodzakelijk zijn voor een belanghebbende zonder partner. Vanaf einddatum van de algemene bijstand.

  • 2.

    Als een partner jonger dan 21 jaar achterblijft en de noodzaak tot verblijf in een inrichting is vastgesteld wordt het inkomen van deze partner met bijzondere bijstand levensonderhoud aangevuld tot de toepasselijke bijstandsnorm en dienen de doorlopende vaste lasten te worden voldaan uit diens inkomen.

  • 3.

    Als vooraf duidelijk is dat de opname 1 jaar of langer gaat duren en belanghebbende tussentijds niet naar huis mag, is bijzondere bijstand niet mogelijk.

  • 4.

    Bijzondere bijstand is voor de volgende vaste lasten mogelijk:

    • a.

      Huur of hypotheek

    • b.

      Vastrecht van energiekosten

    • c.

      Vastrecht van water

    • d.

      Woning gerelateerde verzekeringen

HOOFDSTUK 4 RECHTSBIJSTAND EN FINANCIELE ZAKEN

Artikel 16 eigen bijdrage rechtsbijstand

  • 1.

    In eerste instantie wordt een klant die op zoek is naar rechtsbijstand verwezen naar het Juridisch loket. Rechtshulp van het Juridisch Loket is een voorliggende voorziening op de rechtsbijstand van een advocaat. (zie verder toelichting)

  • 2.

    Voor vergoeding komen enkel in aanmerking de kosten op grond van artikel 4 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand. Men krijgt een korting op de eigen bijdrage als het Juridisch Loket de klant niet verder kan helpen en de klant verwezen wordt naar een advocaat.

 

Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand voor zover een beroep kan worden gedaan op de volgende voorliggende voorzieningen:

  • a.

    Wet op de rechtsbijstand (Wrb), belanghebbende kan met een laag inkomen in aanmerking komen voor een toevoeging voor een advocaat. De toevoeging vindt slechts plaats als de Raad voor de rechtsbijstand de procedure noodzakelijk acht.

  • b.

    Rechtsbijstandsverzekering;

  • c.

    Rechtshulp van het Juridisch Loket.

Rechtshulp van het Juridisch Loket is een voorliggende voorziening op de rechtsbijstand van een advocaat. Vanaf 1 januari 2016 wordt de eigen bijdrage rechtsbijstand voor een advocaat met

€ 51 verlaagd als hulpvrager eerst hulp heeft gevraagd bij het Juridisch Lo¬ket én die hulp heeft geleid tot een diagnosedocument. Als een klant zich niet eerst meldt bij het Juridisch Loket (en dus geen diagnosedocument heeft) zal er geen verlaging van de eigen bijdrage met € 51,-- plaatsvinden.

 

Op grond van artikel 4 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand komen enkel de volgende kosten voor vergoeding in aanmerking:

  • -

    de eigen bijdrage die de rechtzoekende aan de rechtsbijstandverlener verschuldigd is

  • -

    griffierechten

  • -

    getuigen en deskundigen

  • -

    uittreksels uit de openbare registers

  • -

    telegrammen, internationale telex, internationale telefax en internationale telefoongesprekken

  • -

    rolverrichtingen in zaken die door de kantonrechter van de rechtbank worden behandeld.

Artikel 17 budgetbeheer

Bijzondere bijstand voor budgetbeheer wordt verstrekt ter hoogte van de maximale kosten die de Kredietbank hiervoor in rekening brengt.

Artikel 18 bewindvoerderskosten

  • 1.

    Bijzondere bijstand wordt verstrekt indien de rechter heeft vastgesteld dat bewindvoering noodzakelijk is.

  • 2.

    Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand wanneer de salariskosten van een WSNP bewindvoerder betaald kunnen worden uit de boedel.

  • 3.

    De bijzondere bijstand wordt periodiek uitbetaald na het overleggen van:

    • a.

      De beschikking van de rechtbank waarin de onderbewindstelling is vastgelegd

    • b.

      Een deugdelijke factuur.

  • 4.

    De hoogte van de vergoeding is opgenomen in de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren; deze bedragen worden steeds actueel gehanteerd.

HOOFDSTUK 5 LEVENSONDERHOUD & WOONKOSTENTOESLAG

Artikel 19 jongerentoeslag

De hoogte van de bijzondere bijstand ex artikel 12 Participatiewet is maximaal het verschil tussen de van toepassing zijnde jongerennormen ex artikel 20 Participatiewet en 50% van de norm als bedoeld in artikel 21 onder b Participatiewet.

Artikel 20 bijzondere bijstand woonkostentoeslag huurwoning

  • 1.

    De Wet op de huurtoeslag (WHT) wordt aangemerkt als voorliggende voorziening.

  • 2.

    De woonkostenkostentoeslag wordt toegekend voor de maximale duur van een jaar met daaraan gekoppeld de verplichting tot het zoeken naar goedkopere huisvesting.

  • 3.

    Er wordt geen woonkostentoeslag verstrekt, als deze minder bedraagt dan € 24,-- per jaar/ € 2,-- per maand.

  • 4.

    De woonkostentoeslag wordt berekend conform de WHT- systematiek.

Artikel 21 bijzondere bijstand woonkostentoeslag eigendomswoning

  • 1.

    De voorlopige teruggave hypotheekrente wordt als een voorliggende voorziening beschouwd

  • 2.

    De woonkostenkostentoeslag wordt toegekend voor de maximale duur van een jaar met daaraan gekoppeld de verplichting tot het zoeken naar goedkopere huisvesting.

  • 3.

    Er wordt geen woonkostentoeslag verstrekt, als deze minder bedraagt dan € 24,-- per jaar/ € 2,-- per maand.

  • 4.

    De woonkostentoeslag wordt berekend conform de WHT- systematiek.

  • 5.

    Bij het bepalen van de woonkosten wordt rekening gehouden met vaste bedragen voor onderhoudskosten en, indien van toepassing, de cv installatie, de lift en de kosten van algemeen beheer en administratie bij flats en appartementen.

HOOFDSTUK 6 OVERIGE KOSTENSOORTEN

Artikel 22 eigen bijdrage voor- en vroegschoolse educatie

  • 1.

    Vergoed wordt de eigen bijdrage die ouders moeten betalen voor deelname van hun kind tussen 2 en 4 jaar aan een VVE- programma (vroegschoolse educatie) in een peuterspeelzaal.

  • 2.

    De noodzaak tot deelname blijkt uit een schriftelijke verklaring van het consultatiebureau; de z.g. VVE- verklaring.

  • 3.

    Vergoed wordt de eigen bijdrage.

  • 4.

    Betaling vindt plaats na overlegging van de nota’s van de peuterspeelzaal.

Artikel 23 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan in bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het Dagelijks Bestuur.

Artikel 24 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als: “Beleidsregels individuele bijzondere bijstand 2016 e.v.”.

  • 2.

    Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2016.

  • 3.

    Met ingang van 1 januari 2016 vervallen de "Beleidsregels individuele bijzondere bijstand 2015 e.v.”

Aldus besloten tijdens de vergadering van het Dagelijks Bestuur van Kompas,

gehouden d.d. 20 oktober 2016

De voorzitter,

De secretaris,

Toelichting Beleidsregels individuele bijzondere bijstand 2016 e.v.

 

Artikelsgewijze toelichting op de beleidsregel Bijzondere Bijstand

(Alleen artikelen waarbij een toelichting noodzakelijk is, zijn opgenomen)

 

In deze beleidsregel worden beleidsuitgangspunten vastgelegd. Deze hebben betrekking op zowel bijzondere bijstand op basis van artikel 35 WWB als bovenwettelijk gemeentelijk begunstigend gemeentelijk beleid.

 

Criteria die bij de beoordeling van bijzondere bijstand beoordeeld worden zijn:

  • Is er sprake van uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten ?

  • Kunnen de kosten niet uit eigen inkomen/vermogen betaald worden ?

  • Was het wel/niet mogelijk om voor de kosten te reserveren ?

  • Kunnen de kosten uit oogpunt van solidariteit en armoedebestrijding in redelijkheid (gedeeltelijk) voor rekening van belanghebbende komen ?

  • Is er een voorziening waarop de belanghebbende of het gezin aanspraak kan maken ter bekostiging van de kosten ?

 

Algemeen

Bijzondere bijstand is alleen mogelijk als:

  • a.

    een adequate voorliggende voorziening ontbreekt of;

  • b.

    er sprake is van noodzakelijke kosten die door bijzondere omstandigheden veroorzaakt zijn of worden en die volgens het oordeel van het DB niet betaald kunnen worden uit het (gezins-) inkomen en vermogen en;

  • c.

    er gekozen is voor een adequate voorziening;

 

Van de kosten waarop de aanvraag betrekking heeft dienen nota's overgelegd te worden en offertes ten behoeve van de witgoedregeling mogen niet ouder dan 1 maand zijn.

 

Artikel 3

Draagkracht Lid 1

De gekozen formulering kan op twee manieren worden geïnterpreteerd:

  • 1.

    De kosten doen zich voor als de behandeling heeft plaatsgevonden (b.v. bij medische kosten en bij bewindvoerders de periode dat de bewindvoerder zijn tarief al van de rekening van BLH heeft afgeschreven)

  • 2.

    De kosten doen zich voor als een rekening wordt verstuurd (= datum nota).

Wij kiezen voor de interpretatie die voor de belanghebbende het gunstigst is.

 

Artikel 3

Draagkracht Lid 2

Door de introductie van de kostendelersnorm ingaande 1 januari 2015 zouden veel mensen die nu recht op bijzondere bijstand hebben dat niet meer hebben, aangezien de kostendelersnorm lager is. Dat willen we niet. Daarom is gezocht naar een systematiek die zoveel mogelijk bestaande rechten respecteert. Dat doen we door bij de vaststelling van de draagkracht géén rekening te houden met de kostendelersnorm, maar uit te gaan van de “reguliere normen” uit artikel 20 t/m 23 van de Participatiewet.

 

Artikel 3

Draagkracht Lid 3

Het is het beleid van het DB of bij de vaststelling van het netto- inkomen rekening wordt gehouden met het recht op vakantietoeslag over dat inkomen en zo ja, op welke wijze de hoogte van de vakantietoeslag wordt bepaald.

Echter: ook indien het DB ervoor heeft gekozen om bij de berekening van het in aanmerking te nemen inkomen de vakantietoeslag buiten beschouwing te laten, geldt dat het inkomen moet worden afgezet tegen de bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag.

Daarom is gekozen om het inkomen te nemen inclusie vakantiegeld. Indien bij de uitvoering het vakantiegeld niet bekend is, wordt in het kader van een efficiënte uitvoering een vast percentage aangehouden.

 

Lid 4

Alle inkomen boven het bedrag als bedoeld in het 2e lid van dit artikel wordt in aanmerking genomen als draagkracht.

 

Lid 7

Bij een belanghebbende ten aanzien van wie een schuldsaneringsregeling op grond van de WSNP is uitgesproken mag het DB enkel de draagkracht berekenen over middelen waarover de belanghebbende daadwerkelijk de beschikking heeft (CRvB 01-02-2005, nr. 02/93 NABW). De CRvB neemt hierbij als uitgangspunt dat dit slechts de middelen betreft die op de voet van artikel 295 lid 2 Faillissementswet buiten de boedel worden gelaten. Aangezien dit in de praktijk neerkomt op 90% van de bijstandsnorm, betekent dit dat er in het algemeen geen draagkracht bestaat bij een belanghebbende ten aanzien van wie een schuldsaneringsregeling van toepassing is.

Dit is tevens van toepassing op mensen die in een minnelijk schuldhulpverleningstraject zitten, omdat zij de facto in een zelfde inkomenspositie verkeren.

 

Lid 11

Bij een periodieke verstrekking over een kortere periode dan 12 maanden wordt de draagkracht slechts verrekend over de maanden waarover de bijzondere bijstand wordt toegekend. De draagkracht over de overige maanden van dat betreffende jaar blijft buiten beschouwing.

 

Lid 12

Een vastgestelde draagkracht kan gedurende het jaar gewijzigd worden bij een naar het oordeel van het DB ingrijpende wijziging in de financiële omstandigheden. De om deze reden gewijzigde draagkracht heeft geen gevolgen voor de reeds uitbetaalde bijzondere bijstand in dat kalenderjaar tenzij er sprake is van schending inlichtingenplicht op grond van artikel 17 van de Participatiewet.

 

Hoofdstuk 2 Medische kosten

 

Algemeen

Een samenwerkingsverband van 19 Zuid-Limburgse gemeenten biedt aan inwoners met een laag inkomen de mogelijkheid om deel te nemen aan een collectieve ziektekostenverzekering.

 

Artikel 5 Collectieve ziektekostenverzekering

De Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet Langdurige Zorg (WLZ) zijn passende en toereikende voorliggende voorzieningen ten aanzien van medische kosten.

 

Lid 3 sub a Zelfzorgmiddelen

Onder zelfzorgmiddelen vallen zowel zelfzorggeneesmiddelen als andere medische zelfzorgmiddelen. Een zelfzorgmedicijn of zelfzorggeneesmiddel is een eenvoudig medicijn dat zonder recept verkrijgbaar is, zoals pijnstillers, hoestdranken, neusdruppels, anti- diarreemiddelen, anti- wagenziekte, smeermiddelen tegen spierpijn of pijn na kneuzingen. Voorbeelden zijn paracetamol, ibuprofen, aspirine, trachitol, antimycorica en antacida. Naast zelfzorggeneesmiddelen zijn er ook andere medische zelfzorgmiddelen, zoals apparatuur om de bloeddruk te meten, thermometers etc. De kosten niet voor vergoeding via de bijzondere bijstand in aanmerking.

 

Lid 3 sub b Reguliere geneeskunde

Bijzondere bijstand is enkel mogelijk voor wetenschappelijk aanvaarde behandelingen waarvoor algemeen aanvaard wetenschappelijk bewijs van geneeskundige effectiviteit geleverd is. De kosten van alternatieve en experimentele geneeswijzen alsmede kwakzalverij komen niet voor vergoeding in aanmerking.

 

Lid 3 sub c Behandeling in Nederland

De bijstand is gebaseerd op het territorialiteitsbeginsel. Dat betekend dat geen vergoeding mogelijk is voor kosten die buiten Nederland gemaakt worden. Alleen wegens zeer dringende redenen kan van dit uitgangspunt worden afgeweken. Er moet dan sprake zijn van een acute noodsituatie.

 

Lid 3 sub d uitgesloten van verzekering

De Rijksoverheid beslist wat er in het basispakket zit en zorgverzekeraars bepalen wat er in de aanvullende verzekering zit. Als kosten onder beiden zijn uitgesloten vindt er ook geen vergoeding via de bijzondere bijstand plaats. Een bekend voorbeeld van dergelijk niet voor vergoeding aanmerking komende kosten zijn maagzuurremmers en benzodiazepinen (slaap- en kalmeringsmiddelen). Maar bijvoorbeeld ook Ivf- behandelingen boven een bepaalde leeftijd.

 

Artikel 6 eigen risico

In de collectieve ziektekostenverzekering is per 2016 geregeld dat mensen geen eigen risico betalen bij de ziektekostenverzekering. Dit bedrag is namelijk meeverzekerd in het pakket, zodat minima geen extra zorgkosten krijgen.

 

Artikel 8 Maaltijdvoorziening

De vergoeding voor maaltijdvoorziening is eenvoudig; als de noodzaak vast staat vergoeden wij een vast bedrag per maand.

Er hoeven dus geen maaltijden meer te worden gedeclareerd. Mensen worden niet echt geïndiceerd maar worden meestal naar de maaltijddienst verwezen door een WMO- consulent, de huisarts enz. Bevestiging van de verwijzer volstaat.

 

Artikel 9 additionele bewassingskosten en kleding vervanging

Lid 1

Omstandigheden waardoor de kosten bijvoorbeeld noodzakelijk kunnen zijn :

  • Een meer dan normale slijtage van kleding en schoeisel als gevolg van een lichamelijke aandoening.

  • Een door ziekte of handicap in korte tijd sterk gewijzigde lichaamsomvang.

  • Het als gevolg van ziekte of handicap van belanghebbende of een gezinslid meer bewassing noodzakelijk is dan gebruikelijk.

Er is geen bijzondere bijstand mogelijk voor:

  • Gewichtsverlies als gevolg van een dieet dat niet op medisch advies gevolgd is

  • Geslachtsverandering

  • Het enkele feit dat een belanghebbende op grond van zijn lichaamsbouw (bv dwerg-groei) aangewezen is op aangepaste kleding

 

Lid 2

Als de garderobe van een belanghebbende volledig vervangen moet worden wordt de Nibud norm voor kleding en schoeisel in acht genomen.

 

 

Artikel 15 Doorbetaling vaste lasten bij verblijf in een inrichting

Indien een belanghebbende verblijft in een inrichting is er geen bijzondere bijstand mogelijk voor schulden en belastingen.

 

 

Artikel 17 Budgetbeheer

De Kredietbank Limburg geldt als passende en toereikende voorziening voor budgetbeheer.

 

Artikel 19 Jongerentoeslag

Bijzondere bijstand voor algemeen noodzakelijke bestaanskosten van zelfstandig wonende jongeren van 18 tot 21 jaar wordt verleend als en voor zover:

Er sprake is van noodzakelijke kosten van het bestaan waarin niet kan worden voorzien door het delen van deze kosten met (een) ander(en);

 

Voor de kosten geen beroep kan worden gedaan op de ouders omdat:

  • *

    de middelen van de ouders daartoe niet toereikend zijn of

  • *

    de jongere redelijkerwijs zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders niet te gelde kan maken.

 

De jongere bedoeld in het eerste lid wordt in ieder geval geacht zijn onderhoudsrecht jegens zijn ouders redelijkerwijs niet te gelde te kunnen maken als:

  • 1.

    De ouder(s) is/ zijn overleden of;

  • 2.

    De jongere in het kader van de Wet op de jeugdhulpverlening buiten het gezin is geplaatst;

  • 3.

    De jongere op de ingangsdatum van de bijstandverlening 12 maanden of langer zelfstandig woont;

  • 4.

    Er sprake is van een acute crisissituatie waarin door de minderjarige zelf geen verandering kan worden gebracht. Hiertoe dient een indicatie te worden gegeven door een hulpverlenende instantie.

Naar boven