Organisatieverordening Omgevingsdienst Noord-Veluwe 2017

Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Noord-Veluwe,

 

gelet op artikel 160 Gemeentewet en artikel 157 Provinciewet;

 

gelet op de artikelen 3 en 25 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noord-Veluwe;

 

besluit vast te stellen de:

 

Organisatieverordening Omgevingsdienst Noord-Veluwe.

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Omgevingsdienst: de Omgevingsdienst Noord-Veluwe;

b. regeling: de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noord-Veluwe;

b. algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst;

c. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst;

d. directeur: de directeur van de Omgevingsdienst als bedoeld in hoofdstuk 7 van de regeling;

e. CT-lid: de medewerker die lid is van het coördinatieteam ODNV en is belast met de aansturing van

een deel van de Omgevingsdienst;

f. controller: de controller van de Omgevingsdienst als bedoeld in artikel 4, tweede lid.

g. functionaris: een functionaris van de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst, aangesteld

krachtens publiekrechtelijk besluit dan wel een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht;

Artikel 2. Hoofdstructuur

1. Ingesteld worden de volgende onderdelen van de ambtelijke organisatie van de Omgevingsdienst:

a. de directie;

b. het coördinatieteam;

c. de medewerkers, functionarissen die geen lid zijn van het coördinatieteam

2. Het dagelijks bestuur is eindverantwoordelijk voor de ambtelijke organisatie, overeenkomstig artikel

18 van de regeling.

3. Het algemeen bestuur benoemt, schorst en ontslaat de directie, overeenkomstig artikel 14, tweede

lid, van de regeling. De benoeming van de directie geschiedt op voordracht van het dagelijks

bestuur.

Hoofdstuk II Structuur, taken en functies van de onderdelen van de ambtelijke organisatie

 

Artikel 3: Taken en bevoegdheden directie

1. De ambtelijke organisatie staat onder leiding van de directeur.

2. Bij afwezigheid van meer dan twee opeenvolgende weken van de directeur wijst het dagelijks

bestuur een CT-lid aan om op te treden als diens plaatsvervanger .

4. De directeur heeft de taken en bevoegdheden, genoemd in de regeling en in het bijzonder in artikel

25 van de regeling. De directeur heeft in elk geval de volgende taken: a. leidinggeven aan de

ambtelijke organisatie;

b. zorg dragen voor een adequate organisatorische inrichting en zorg dragen voor de inhoudelijke

kwaliteit van de taakuitvoering en de dienstverlening;

c. binnen de door het bestuur gestelde kaders, zorg dragen voor de uitvoering van het

personeelsbeleid en de rechtspositionele bepalingen;

d. de voorwaarden scheppen die het optimaal functioneren van de Omgevingsdienst en de

functionarissen bevorderen en deze voorwaarden in stand houden; e. besluiten over de inzet van en

het beheren van middelen;

f. bijstaan en adviseren van het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voor bij de uitoefening

van hun taken;

g. bewaken van de eenduidigheid in het functioneren van de Omgevingsdienst als geheel en het

borgen van de verbinding met de deelnemers onderscheidenlijk de andere omgevingsdiensten in

Gelderland;

h. de directie vertegenwoordigt de Omgevingsdienst naar buiten toe en draagt zorg voor een actieve

voorlichting over de werkzaamheden van de Omgevingsdienst.

6. De directeur wordt bijgestaan door de controller.

7. De directeur is bestuurder als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden voor de

Omgevingsdienst en overlegt met de ondernemingsraad.

Artikel 4. Structuur en taken controller

1. De controller heeft de volgende taken:

a. coördineren van de eenheid van beleid en de naleving van kaders en richtlijnen op het terrein van de

bedrijfsvoering en het beheer;

b. zorgdragen voor het uitoefenen van de controlfunctie;

c. zorgdragen voor het toezicht op de rechtmatigheid en doelmatigheid van de aanwending van

financiële middelen en de besluitvorming;

d. zorgdragen voor risicomanagement en kwaliteitszorg van financiële aard;

e. melden aan de directie van onrechtmatigheden, niet gemelde risico’s, of andere onvolkomenheden,

zo hij deze bij zijn werkzaamheden signaleert;

f. indien van toepassing het vragen van inlichtingen aan de coördinatoren.

2. Indien de controller en de directie een verschil van mening hebben over een kwestie als bedoeld in

het vorige lid, onder d en e, doet de controller hiervan, na overleg met de directie, mededeling aan

het dagelijks bestuur.

Artikel 5. Structuur en verantwoordelijkheden van het coördinatieteam

1. Het coördinatieteam bestaat uit de Resourcemanager, Programmamanager, Relatiemanager en staat

onder de leiding van de directeur.

2. De Resourcemanager is hiërarchisch verantwoordelijk voor alle medewerkers.

3. Programmamanager is verantwoordelijk voor de functioneel aansturing van de medewerkers en de

realisatie van het jaarprogramma van de ODNV (zowel partners, stelseltaak als eigen activiteiten).

4. De Relatiemanager is verantwoordelijk voor de klantrelatie en afstemming over de programmering.

Hoofdstuk III Slotbepalingen

 

Artikel 6. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Organisatieverordening Omgevingsdienst Noord-Veluwe.

Artikel 7. Bekendmaking en inwerkingtreding

1. Deze verordening wordt op de gebruikelijke wijze gepubliceerd.

2. Deze verordening treedt in werking op de dag volgend op de dag van bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst NoordVeluwe van 30 november 2017

de voorzitter, de secretaris,

Naar boven