Wijziging Leidraad Invordering 2016 Regionale Belasting Groep per 1 januari 2019, Regionale Belasting Groep

Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep;

 

 

B e s l u i t:

 

de Leidraad Invordering 2016 Regionale Belasting Groep per 1 juli 2018, vastgesteld op 27 september 2018, als volgt te wijzigen:

 

 

Artikel I

 

A

In artikel 8 wordt na het eerste gedachtestreepje een nieuw gedachtestreepje ingevoegd:

- bekendmaking van de aanslag aan een rechtspersoon die (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan;

 

B

Artikel 8.2 komt als volgt te luiden:

 

8.2. Bekendmaking als de rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan

Als een rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan, is de wijze van bekendmaking van de belastingaanslag ter beoordeling aan de ontvanger. Bij deze beoordeling kunnen onder andere de volgende factoren een rol spelen:

  • -

    het recht waarnaar de rechtspersoon is opgericht;

  • -

    het belang van een snelle bekendmaking in verband met vrees voor onverhaalbaarheid.

 

C

Artikel 11.5 komt als volgt te luiden:

 

11.5. Betalingsherinnering

Als de aard of omvang van de belastingschuld dan wel het betalingsgedrag van de belastingschuldige daartoe aanleiding geven, kan de ontvanger de belastingschuldige eerst een betalingsherinnering toezenden.

 

Als er geen betalingsherinnering wordt verzonden of als deze niet of niet tijdig tot algehele voldoening van de belastingschuld leidt, verzendt de ontvanger een aanmaning.

 

D

In artikel 14.2.4 wordt na de laatste volzin toegevoegd:

 

De Belastingdeurwaarder van de Regionale Belasting Groep houdt bij de inbeslagname, naast de beslagverboden van de artt. 447 en 448 Rv, ook rekening mee dat hij geen roerende zaken in beslag neemt die de belastingschuldige en de tot zijn gezin behorende huisgenoten, redelijkerwijs nodig hebben voor de persoonlijke verzorging en de algemene dagelijkse levensbehoeften.

 

E

Na artikel 25.7.5 worden vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

 

Artikel 25a Uitstel van betaling exitheffingen inkomstenbelasting

N.v.t. voor de Regionale Belasting Groep.

 

25a.1 Beoordeling zekerheid bij uitstel van betaling ter zake van exitheffingen

N.v.t. voor de Regionale Belasting Groep.

 

Artikel 25b Uitstel van betaling exitheffingen vennootschapsbelasting

N.v.t. voor de Regionale Belasting Groep.

 

25b.1 Beoordeling zekerheid bij uitstel van betaling ter zake van exitheffingen

N.v.t. voor de Regionale Belasting Groep.

 

F

In artikel 26.2.12, derde alinea, sub B wordt 54 vervangen door: 55

 

G

Artikel 26.2.19 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    34 wordt vervangen door: 35

  • 2.

    81 wordt vervangen door: 75

 

H

Na artikel 33 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 33a. Aansprakelijkheid van begunstigden

Er zijn in deze leidraad op artikel 33a van de wet geen beleidsregels gemaakt.

 

I

Artikel 49.9 vervalt.

 

ARTIKEL II

A

Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

 

B

Dit besluit kan worden aangehaald als: Wijziging Leidraad Invordering 2016 Regionale Belasting Groep per 1 januari 2019.

Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep d.d. 28 februari 2019.

Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep,

directeur,

H.B. Sigmond

voorzitter,

drs. A.J.B. van der Klugt

Toelichting

 

Artikel I, onderdelen A en B zien op het nieuwe tweede, derde en vierde lid van artikel 8 van de wet. Deze leden treden per 1 januari 2019 in werking via de Overige fiscale maatregelen 2019. Met deze wetswijziging wordt een alternatieve wijze voor bekendmaking van de aanslag geïntroduceerd als de rechtspersoon (vermoedelijk) is opgehouden te bestaan. De aanslag kan dan worden bekend gemaakt door verzending van de aanslag aan het parket van de ambtenaar van het Openbaar Ministerie. In de Leidraad wordt uitgewerkt welke factoren een rol kunnen spelen bij de keuze tussen de klassieke en de alternatieve wijze van bekendmaking.

 

In artikel I, onderdeel C wordt het sturen van een betalingsherinnering, voorafgaand aan een aanmaning, geïntroduceerd. De RBG wil, in voorkomende gevallen, gebruik maken van een betalingsherinnering. De opgenomen tekst in de Leidraad is gelijk aan de Rijksleidraad en geeft de RBG de vrijheid om te bepalen in welke situaties eerst een betalingsherinnering wordt verzonden.

 

In artikel I, onderdeel D wordt door de RBG ingespeeld op twee van de wetsaanpassingen die het Kabinet heeft aangekondigd bij haar streven om minder problematische schuldenaren te laten ontstaan: namelijk

  • -

    geen pressiebeslag en

  • -

    uitbreiding beslagverboden.

Hoewel de wetswijzigingen vertragingen hebben opgelopen, heeft de RBG haar maatschappelijke taak op zich genomen en dit artikel in haar Leidraad Invordering aangepast. De belastingdeurwaarder zal bij de inbeslagname van roerende zaken rekening houden dat het geen pressiebeslag betreft en houdt rekening mee dat hij geen witgoed, keukenapparatuur etc. in beslag neemt.

 

Artikel I, onderdeel E ziet op de invoeging van twee nieuwe artikelen: 25b en 25.b.1. De artikelen 25b en 25.b.1 zijn niet van toepassing voor RBG.

 

In artikel I, onderdeel F wordt voor de berekening van de kwijtschelding, de forfaitaire bedragen voor boeken en leermiddelen aangepast naar de per 1 januari 2019 geldende bedragen.

 

In artikel I, onderdeel G wordt voor de berekening van de kwijtschelding de normpremies van de ziektekostenverzekering geactualiseerd naar de per 1 januari 2019 geldende bedragen.

 

Artikel I, onderdeel H houdt verband met het nieuwe artikel 33a van de wet dat per 1 januari 2019 in werking treedt. Op dit punt is nog geen beleid gemaakt in de Leidraad Invordering.

 

Artikel I, onderdeel I laat artikel 49.9 vervallen. Artikel 49.9 ziet op overgangsrecht met betrekking tot aansprakelijkheidsprocedures op grond van tot 1 december 2002 geldend recht. Dergelijke procedures zijn niet meer aanhangig. Het overgangsrecht is daarmee overbodig. Mocht zich in de toekomst een situatie voordoen waarin artikel 49.9 wel van toepassing zou kunnen zijn, dan kan de aansprakelijk gestelde hierop een beroep blijven doen.

 

Artikel II regelt de datum van inwerkingtreding van de onderhavige wijzigingen.

Naar boven