STATUUT OVERLEGORGANEN METROPOOLREGIO EINDHOVEN 2019

Het Algemeen estuur van de Metropoolregio Eindhoven

 

Overwegende dat,

 

  • .

    de raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in Zuidoost-Brabant hun onderlinge samenwerking vastgelegd hebben in de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven;

  • .

    de samenwerking gericht is op het handhaven en uitbreiden van het kenmerkende economische profiel van de regio;

  • .

    de voorgestane wijze van samenwerken in de regio om een bestuurlijk arrangement vraagt dat enerzijds snel aangepast kan worden aan de inhoud van de samenwerking c.q. de opgaven waar de gemeenten voor staan en anderzijds recht doet aan de eisen van democratische legitimatie;

  • .

    om die reden gekozen is de werkwijze van de samenwerking vast te leggen in een statuut dat door het Algemeen Bestuur van de Metropoolregio Eindhoven wordt vastgesteld;

  • .

    het hier uitdrukkelijk om een werkwijze gaat en niet om besluitvorming. Die besluitvorming is voorbehouden aan de bestuursorganen van de gemeenten en de Metropoolregio Eindhoven, zoals vastgelegd in de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven.

 

En voorts overwegende dat,

 

  • .

    de raden en de colleges hun onderlinge samenwerking in 2017 hebben geëvalueerd;

  • .

    op basis van de evaluatie een Samenwerkingsakkoord 2019-2022 is opgesteld;

  • .

    het Samenwerkingsakkoord 2019-2022 als uitgangspunt dient voor de nieuwe werkwijze van samenwerken;

  • .

    vooruitlopend op wijziging van de gemeenschappelijke regeling, het gewenst is de nieuwe werkwijze met een gewijzigd Statuut Overlegorganen te implementeren, met in achtneming van hetgeen thans in de Gemeenschappelijke Regeling is vastgelegd.

 

Kennisnemend van:

 

  • .

    het Samenwerkingsakkoord 2019-2022, zoals vastgesteld door het Algemeen bestuur van de Metropoolregio Eindhoven op 27 maart 2019;

  • .

    de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven 2015.

 

Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 11 februari 2019

 

Stelt vast het Statuut Overlegorganen Metropoolregio Eindhoven 2019, dat als volgt luidt:

I Begripsbepalingen

 

 

Artikel 1  

 

In dit Statuut wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Regeling: de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven 2015.

  • b.

    Metropoolregio: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Regeling.

  • c.

    Gemeenten: de raden en colleges van de gemeenten Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek, Nuenen c.a., Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre.

  • d.

    Colleges: de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten.

  • e.

    Raden: de gemeenteraden van de gemeenten.

  • f.

    Metropoolconferentie : een bijeenkomst voor colleges en raden, op grond van artikel 3 van dit Statuut.

  • g.

    Portefeuillehoudersoverleg: het overleg van de leden van de colleges van de gemeenten op een thema dat tot hun portefeuille behoort.

  • h.

    Samenwerkingsakkoord: het vierjaarlijks vast te stellen strategische beleidsdocument dat de inhoud van de samenwerking bepaalt (in de Regeling Regionale Agenda genoemd).

  • i.

    Werkprogramma: de jaarlijks door het Algemeen Bestuur vast te stellen uitwerking van het Samenwerkingsakkoord.

  • j.

    Thema: de in het Samenwerkingsakkoord genoemde thema’s waarop wordt samengewerkt.

  • k.

    Algemeen bestuur: het Algemeen Bestuur van de Metropoolregio.

  • l.

    Dagelijks bestuur: het Dagelijks Bestuur van de Metropoolregio.

 

II Karakter en doel statuut

 

 

Artikel 2  

 

  • 1.

    Dit Statuut regelt de samenstelling en werkwijze van de overlegorganen als bedoeld in artikel 22 van de Regeling.

  • 2.

    De overlegorganen beschikken niet over publiekrechtelijke of privaatrechtelijke bevoegdheden om rechtens bindende besluiten te nemen.

 

III Regionaal Platform, Regiodag en Metropoolconferentie

 

 

Artikel 3 – instelling

 

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur geeft gestalte aan het Regionaal Platform als bedoeld in artikel 22 van de Regeling door het instellen van een Metropoolconferentie.

  • 2.

    De Metropoolconferentie dient eveneens als Regiodag als bedoeld in artikel 27 van de Regeling.

  • 3.

    De Metropoolconferentie vindt 2 keer per jaar plaats.

  • 4.

    Voor de Metropoolconferentie worden de colleges en de raden uitgenodigd.

  • 5.

    Om het draagvlak, eigenaarschap en vertrouwen in de samenwerking te versterken kunnen ook andere gezamenlijke, dan wel afzonderlijke bijeenkomsten voor raden en colleges plaatsvinden. Hieronder inbegrepen zijn bijeenkomsten voor het delen van informatie en het opdoen van inspiratie.

  • 6.

    Voor de Metropoolconferentie en voor andere bijeenkomsten genoemd in dit statuut kunnen afhankelijk van de agenda vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, van kennisinstellingen en van andere overheden worden uitgenodigd.

 

Artikel 4 – doelen

 

  • 1.

    De Metropoolconferentie heeft als doel colleges en raden beter in positie te brengen bij hun kaderstellende en controlerende rol door hen ten minste in staat te stellen te reflecteren op de samenwerking aan de hand van het Samenwerkingsakkoord, ontwerp-begroting en het werkprogramma.

  • 2.

    Het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur betrekken in hun besluitvorming over de vaststelling van de documenten, genoemd in het eerste lid, de beraadslagingen in de Metropoolconferentie.

 

Artikel 5 – agenda en verslag

 

  • 1.

    De agendering van bijeenkomsten van de Metropoolconferentie en andere bijeenkomsten wordt voorbereid door het Dagelijks Bestuur.

  • 2.

    Indieners van agendapunten dragen zelf zorg voor de inhoudelijke voorbereiding en toelichting tijdens de bijeenkomst. Het Dagelijks Bestuur bevordert dat de voorzitters van de portefeuillehoudersoverleggen tijdens bijeenkomsten van de Metropoolconferentie verslag doen van de bereikte resultaten, de voortgang van het werkprogramma op het voor hen specifieke thema en eventueel een doorkijk naar het eerstvolgende jaar.

  • 3.

    De bijeenkomsten van de Metropoolconferentie zijn slechts toegankelijk voor genodigden.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur brengt de uitkomsten van de Metropoolconferentie ter kennis aan de colleges en raden.

  • 5.

    Voor zover conclusies uit de beraadslagingen tot besluitvorming van het Algemeen Bestuur kunnen leiden, worden die door tussenkomst van het Dagelijks Bestuur, middels een voorstel, aan het Algemeen Bestuur voorgelegd.

 

IV Portefeuillehoudersoverleggen

 

 

Artikel 6 – instelling en samenstelling

 

  • 1.

    Overeenkomstig de thema’s die in een bestuursperiode via het Samenwerkingsakkoord door de Metropoolregio ter hand worden genomen, stelt het Algemeen Bestuur een portefeuillehoudersoverleg in.

  • 2.

    Leden van het portefeuillehoudersoverleg zijn de leden van de colleges tot wiens portefeuille de belangen behoren waartoe het overleg is ingesteld en hun plaatsvervangers.

  • 3.

    Het portefeuillehoudersoverleg kiest uit zijn midden een voorzitter.

  • 4.

    Bij aanwijzing van de voorzitters streven de portefeuillehoudersoverleggen naar zoveel mogelijk regionale spreiding (De Peel, De Kempen, Stedelijk gebied en A2-gemeenten).

  • 5.

    De portefeuillehouders kunnen uit hun midden een “bestuurlijke koplopersgroep” formeren bestaande uit bestuurders die binnen de thema’s de diverse opgaven uitwerken en beraadslaging in het portefeuillehoudersoverleg daarover voorbereiden. De voorzitter van het portefeuillehoudersoverleg is voorzitter van de bestuurlijke koplopersgroep.

  • 6.

    Externe partners kunnen participeren in de uitwerking van de deelopgaven door deelname in de koplopersgroep.

 

Artikel 7 – taken, verantwoording en ondersteuning

 

  • 1.

    De taken van het portefeuillehoudersoverleg zijn tweeledig:

    • a.

      bestuurlijke uitvoering geven aan een thema uit het Samenwerkingsakkoord;

    • b.

      uitoefenen van een signaalfunctie voor “nieuwe” binnen het thema op te pakken opgaven.

  • 2.

    Het portefeuillehoudersoverleg kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan het Dagelijks Bestuur. In elk geval adviseert zij over voorstellen van dit bestuur aan het Algemeen Bestuur over het werkprogramma met daarin de concrete acties en te bereiken resultaten op het thema waarvoor dat portefeuillehoudersoverleg is ingesteld

  • 3.

    De voorzitter van een portefeuillehoudersoverleg is voor het Dagelijks Bestuur, het Algemeen Bestuur en de Metropoolconferentie aanspreekpunt voor de opgaven binnen het thema waarvoor het portefeuillehoudersoverleg is ingesteld. De voorzitter van een portefeuillehoudersoverleg draagt zorgt voor verantwoording over de uitvoering van het werkprogramma aan het Dagelijks Bestuur

  • 4.

    Ieder lid van het portefeuillehoudersoverleg is verantwoordelijk voor de informatievoorziening naar het eigen college en de eigen raad en het afleggen van verantwoording over uitvoering van het werkprogramma

  • 5.

    Procesondersteuning wordt verleend door of namens de regiodirecteur van de Metropoolregio.

  • 6.

    De portefeuillehouders dragen zorg voor ondersteuning vanuit hun eigen organisatie voor de inhoudelijke uitwerking van de opgaven. Uitsluitend indien de complexiteit van de opgave hier aanleiding toe geeft en indien de begroting van de Metropoolregio hierin voorziet, kan tijdelijk een beroep worden gedaan op externe ondersteuning.

 

Artikel 8 – beraadslaging bijeenkomst

 

  • 1.

    In het portefeuillehoudersoverleg ligt het accent op de bestuurlijke discussie en (voorbereiding van) besluitvorming tussen, respectievelijk door, de gemeenten. Externen maken geen deel uit van de beraadslagingen daarover.

  • 2.

    Voor zover de beraadslagingen in het portefeuillehoudersoverleg ook tot besluitvorming door het Algemeen bestuur leiden, maakt het Dagelijks Bestuur in zijn betreffende voorstel melding van de uitkomst van die beraadslagingen

  • 3.

    Het portefeuillehoudersoverleg is alleen toegankelijk voor genodigden, behoudens het bepaalde in artikel 6, lid 6.

 

Artikel 9 – adviseurs van het Dagelijks Bestuur

 

  • 1.

    Het Algemeen Bestuur benoemt de voorzitters van de portefeuillehoudersoverleggen als adviseurs van het Dagelijks Bestuur.

  • 2.

    De voorzitter van elk portefeuillehoudersoverleg neemt als adviseur deel aan de beraadslagingen van het Dagelijks Bestuur

  • 3.

    De voorzitters van het portefeuillehoudersoverleg kunnen als adviseur van het Dagelijks Bestuur deelnemen aan vergaderingen van het Algemeen Bestuur om uitvoering te geven aan hun rol als bedoeld in artikel 7, derde lid.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur beoordeelt de complexiteit van de in het Dagelijks Bestuur belegde opgaven en de regionale spreiding van de voorzitters van de portefeuillehoudersoverleggen. Het Dagelijks Bestuur kan op basis van deze beoordeling aan het Algemeen Bestuur een voorstel doen tot benoeming van een extra adviseur van het Dagelijks Bestuur. Deze adviseur neemt eveneens deel aan de beraadslagingen van het Dagelijks Bestuur.

 

V Adaptiviteit

 

 

Artikel 10 - toevoeging van opgaven aan een thema

 

  • 1.

    Een nieuwe opgave wordt via vaststelling of een tussentijdse aanpassing van het werkprogramma aan een thema toegevoegd.

  • 2.

    De besluitvormingsprocedure is als volgt:

    • a.

      één of meerdere gemeenten stellen vast dat een nieuwe opgave aansluit op één van de thema’s uit het Samenwerkingsakkoord;

    • b.

      zij brengen via hun portefeuillehouder in het portefeuillehoudersoverleg de wens in om een nieuwe opgave aan een bestaand thema in het Samenwerkingsakkoord toe te voegen;

    • c.

      de voorzitter geeft opdracht tot een verkennend onderzoek nadat in het portefeuillehoudersoverleg is vastgesteld dat de opgave meerwaarde heeft om met de 21 gemeenten gezamenlijk op te pakken, urgent is, niet op een ander schaalniveau belegd zou moeten worden of door een andere organisatie opgepakt kan worden, en iets toevoegt aan het grotere doel: het handhaven en uitbreiden van het unieke economische profiel van de regio. Verder wordt verkend of er extra middelen benodigd zijn en of er sprake is van een incidentele of structurele opgave;

    • d.

      de uitkomsten van het verkennend onderzoek legt de voorzitter voor aan het Dagelijks bestuur;

    • e.

      het Dagelijks Bestuur toetst of het toevoegen van een nieuwe opgave past binnen het Samenwerkingsakkoord;

    • f.

      bij een positieve toetst werkt het portefeuillehoudersoverleg een volledige propositie uit, die door tussenkomst van het Dagelijks Bestuur wordt verwerkt in (een aanpassing van) het werkprogramma;

    • g.

      het Algemeen Bestuur stelt het definitieve werkprogramma vast

  • 3.

    Als de toevoeging van de opgave leidt tot een aanpassing van de inwonerbijdrage aan de Metropoolregio, is artikel 25 en artikel 38 van de Regeling van toepassing.

 

Artikel 11 - toevoeging van een thema aan het Samenwerkingsakkoord

 

  • 1.

    Aan het Samenwerkingsakkoord kunnen tussentijds door de gemeenten nieuwe thema’s worden toegevoegd:

  • 2.

    De besluitvormingsprocedure is als volgt:

    • a.

      In de Metropoolconferentie wordt aan de hand van een initiële discussie getoetst of een thema voldoende draagvlak heeft.

    • b.

      het Dagelijks Bestuur geeft opdracht tot een verkennend onderzoek waarin de toets wordt uitgevoerd als omschreven in artikel 10, tweede lid, onder c.

    • c.

      na afronding van het verkennend onderzoek wordt dit in het Dagelijks Bestuur integraal getoetst aan de missie van de Metropoolregio en de daaruit af te leiden integrale strategie.

    • d.

      Het Dagelijks Bestuur brengt van het verkennend onderzoek verslag uit aan het Algemeen Bestuur, in voorkomende gevallen voorzien van een voorstel tot aanpassing van het Samenwerkingsakkoord.

    • e.

      Het Algemeen Bestuur stelt het aangepaste Samenwerkingsakkoord vast nadat de procedure zoals beschreven in artikel 25 van de Regeling is doorlopen. Onderdeel van die procedure kan een begrotingswijziging zijn.

    • f.

      Het Algemeen Bestuur stelt voor het nieuwe thema een portefeuillehoudersoverleg in. Artikel 6, 7, 8 en 9 van dit Statuut zijn van overeenkomstige toepassing.

 

VI Slotbepalingen

 

 

Artikel 12 – inwerkingtreding

 

  • 1.

    Dit Statuut treedt in werking vanaf het moment dat het door het Algemeen Bestuur is vastgesteld.

  • 2.

    Gelijktijdig met de in werking treding van dit Statuut wordt het statuut Overlegorganen Metropoolregio Eindhoven, vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 25 februari 2015, ingetrokken.

 

Artikel 13 – citeertitel

 

  • 1.

    Dit Statuut wordt aangehaald als “Statuut Overlegorganen Metropoolregio Eindhoven 2019”.

 

Aldus vastgesteld door het Algemeen bestuur van de Metropoolregio Eindhoven

 

 

 

 

 

Naar boven