Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Regio Rivierenland houdende regels omtrent IKB Lokale Regeling Individueel Keuzebudget Regio Rivierenland 2019

Het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland,

 

gelet op artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 125 van de Ambtenarenwet;

 

gelet op de Wet op de Loonbelasting 1964, de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 en het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965;

 

gelet op hoofdstuk 3, paragraaf 5 en 6 Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en de uitvoeringsovereenkomst voor de sector gemeenten (CAR-UWO);

 

met overeenstemming in het Georganiseerd Overleg d.d. 19 november 2018;

 

besluit

 

Vast te stellen de navolgende Regeling Individueel Keuzebudget Regio Rivierenland 2019

Artikel 1 Begripsbepaling

Medewerker:

De ambtenaar in de zin van artikel 1:1, lid 1, sub a, van de CAR-UWO;

Werkgever:

Het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland;

Vakbond:

Organisatie, zoals bedoeld in artikel 12:1, lid 1, sub c, en

Artikel 12:1, lid 3, van de CAR-UWO;

IKB:

HetIndividueelKeuzebudget, een maandelijks, in geld

uitgedrukt, budget dat de medewerker naar keuze kan

gebruiken voor de doelen, genoemd in artikel 4 en 5;

LAB-budget:

Lokaal Arbeidsvoorwaarden Budget van € 18,- per maand per persoon;

 

Fiets:

Een eigen fiets of eigen fiets met elektrische trapondersteuning (e-bike);

 

Sportabonnement:

het (actieve) lidmaatschap van een sportvereniging en abonnement voor actieve sportbeoefening zoals sportschool, fitnesscentrum, schaatsbaan, squashbaan e.d.

Vakbondscontributie:

Het geldbedrag dat jaarlijks moet worden betaald voor het

lidmaatschap van een vakbond;

ICT voorzieningen:

ICT middelen voor werk en privé gebruik zoals PC, laptop,

tablet, e-reader etc.

ABP Extra Pensioen:

Via de werkgever storten van een bedrag uit het bruto salaris,

indien sprake is van fiscale ruimte;

Fiscale uitruil:

De fiscale mogelijkheid om (een deel van) het IKB uit te ruilen

Voor IKB doelen, waardoor de medewerker netto een hoger

salaris ontvangt;

Volledig dienstverband:

Een dienstverband van 36 uur per week.

Wettelijk verlof:

Het minimale verlofrecht gebaseerd op de CAR-UWO

inhoudend dat elke werknemer per jaar recht heeft op vier

weken doorbetaalde vakantie (bij een volledig dienstverband

144 uren per jaar).

Artikel 2 Opbouw IKB

  • 1.

    De medewerker heeft recht op een Individueel Keuzebudget, hierna te noemen IKB.

  • 2.

    De hoogte van het IKB is 17,05% 1 (percentage van de bronnen opgeteld) van het salaris en -toelagen. Dit percentage wordt verdeeld over 12 maanden.

    Het opbouwpercentage per maand bestaat uit:

    • a)

      de vakantietoelage (8%)

    • b)

      de eindejaarsuitkering (6,75%)

    • c)

      de levensloopbijdrage (1,5%)

    • d)

      14,4 bovenwettelijke verlofuren (0,8%)

  • 3.

    Het deel van het IKB waarover geen pensioen wordt opgebouwd is de financiële tegenwaarde van 14,4 bovenwettelijke verlofuren zijnde 0,8% van het in de maand van opbouw geldende salaris.

  • 4.

    Op basis van artikel 3:28, lid 6, voegt werkgever als lokale bron, het LAB-budget toe aan het IKB. Het LAB-budget bedraagt € 18 per maand per medewerker, ongeacht de omvang van het dienstverband.

  • 5.

    Indien in een maand het salaris of de salaristoelagen niet volledig zijn uitbetaald, dan wordt het IKB in die maand berekend op basis van het uitbetaalde salaris en -toelagen. Ontvangt de medewerker in een maand geen salaris dan wordt in die maand geen IKB opgebouwd.

  • 6.

    Indien in een maand het salaris en -toelagen gekort worden vanwege ziekte op grond van artikel 7:3, lid 2 tot en met 4 van de CAR-UWO, dan vindt onverminderd opbouw van het IKB plaats.

  • 7.

    De medewerker kan alleen keuzes maken indien over voldoende IKB budget wordt beschikt.

  • 8.

    Uitbetaald IKB saldo kan niet meer worden teruggestort in het IKB.

Artikel 4 Landelijke doelen IKB

Op basis van artikel 3.29 van de CAR-UWO kan de medewerker het IKB gebruiken voor:

  • 1.

    Het kopen van verlofuren, tot een maximum van vier maal de aanstellingsduur per week gedurende het kalenderjaar (max. 144 uur bij een volledig dienstverband).

  • 2.

    Extra inkomen door uitbetaling van het IKB tot een maximum van het opgebouwde IKB.

  • 3.

    Het financieren van een opleiding, voor zover deze niet door de werkgever wordt vergoed. Voorwaarde is dat fiscale regelgeving de besteding van het IKB aan dit doel belastingvrij toelaat.

Artikel 5 Lokale doelen IKB

  • 1.

    Naast de in artikel 4 genoemde landelijke doelen gelden de volgende lokale doelen:

    • De aanschaf van een fiets;

    • Sportabonnement;

    • Vakbondscontributie;

    • ICT voorzieningen thuis;

    • Storting in het ABP ExtraPensioen;

    • Fiscale uitruil van de woon-werkverkeer vergoeding.

    Doelen worden nader toegelicht in de bijlage.

Artikel 6 Waarde van een verlofuur

Indien een medewerker volgens artikel 4, lid 1, verlofuren koopt, dan wordt het IKB saldo verlaagd met het uurloon. Elk gekocht verlofuur heeft de waarde van het voor de medewerker geldende uurloon in de maand waarin de verlofuren zijn gekocht.

Artikel 7 Verkoop van verlofuren

  • 1.

    De medewerker kan elk kalenderjaar een verzoek doen om ten hoogste 72 bovenwettelijke verlofuren te verkopen. Bij een deeltijd dienstverband is dit naar rato.

  • 2.

    Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt toegewezen, tenzij zwaarwegende organisatiebelangen zich daartegen verzetten.

  • 3.

    In geval van verkoop van verlofuren dient de medewerker voor 1 november van het kalenderjaar, een door de leidinggevende voor akkoord ondertekend verzoek in bij P&O om in het daarop volgende kalenderjaar het aantal verlofuren te verminderen.

  • 4.

    De verlofuren worden verkocht op basis van het voor de medewerker geldende uurloon. Dit bedrag maakt geen onderdeel uit van het IKB en wordt daarin niet bijgestort.

Artikel 8 Uitbetaling einde dienstverband

  • 1.

    Bij beëindiging van het dienstverband wordt het resterende IKB bij de laatste salarisbetaling aan de medewerker uitbetaald.

  • 2.

    Bij overlijden van de medewerker wordt het resterende IKB in aanvulling op de overlijdensuitkering uitbetaald aan de nagelaten betrekkingen zoals omschreven in artikel 3:23, lid 2 en 3, van de CAR-UWO.

Artikel 9 Overige bepalingen

  • 1.

    De medewerker kan elke maand een keuze maken om het IKB budget te gebruiken voor één van de doelen die in artikel 4 en 5 worden genoemd. Voor deze keuze is geen toestemming van de leidinggevende nodig.

  • 2.

    In verband met de salarisverwerking dient de medewerker zijn/haar keuze uiterlijk op de laatste dag van de kalendermaand kenbaar te maken, zodat het in de volgende kalendermaand verwerkt c.q. uitbetaald kan worden.

  • 3.

    Als de medewerker geen keuze maakt, of als er nog IKB budget resteert, dan wordt het (resterende) IKB budget over die maand gereserveerd. De medewerker kan het gereserveerde IKB op een later moment in het lopende kalenderjaar gebruiken.

  • 4.

    Indien de medewerker na de sluitingsdatum van de salarisverwerking in december nog een restant IKB heeft , dan wordt dit bij de salarisbetaling van december verplicht uitbetaald.

Artikel 10 Werkkostenregeling en fiscale gevolgen

  • 1.

    De in deze lokale IKB-regeling beschreven doelen kunnen door de medewerker worden ingezet om het IKB budget op te nemen, waardoor er sprake is van een opname van bruto loon ten behoeve van het betreffende doel.

  • 2.

    Met uitzondering van het lokale doel fiscale uitruil woon-werkverkeer is er sprake van een vergoeding die voor de werkgever in de vrije ruimte van de werkkostenregeling valt. Het lokale doel fiscale uitruil woon-werkverkeer betreft een onbelaste vergoeding en valt niet in de vrije ruimte van de werkkostenregeling.

  • 3.

    Als door de lokale IKB-regeling in enig jaar de vrije ruimte van de werkgever ontoereikend is en er een eindheffing van 80% aan loonheffing dreigt, kan de werkgever het besluit nemen om nadere voorwaarden te stellen. Zoals bijvoorbeeld het opschorten van specifieke lokale doelen tot een volgend kalenderjaar. De ondernemingsraad zal hierover tijdig worden geïnformeerd.

  • 4.

    Indien in enig jaar blijkt dat de bestedingen, onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan medewerkers boven de vrije ruimte uitkomen, kan de werkgever besluiten om de hoogte van de bedragen tussentijds aan te passen zonder dat de regeling opnieuw hoeft te worden vastgesteld.

Artikel 11 Wet en regelgeving

  • 1.

    Op het gebruik van het IKB budget is geldende wet- en regelgeving van toepassing. Dit kan gevolgen kan hebben voor loonheffingen, pensioen en sociale verzekeringen. Van de medewerkers wordt verwacht dat zij zich hierover goed informeren en deze informatie betrekken op hun eigen specifieke financiële situatie.

  • 2.

    Wanneer de medewerker bijvoorbeeld kiest voor extra inkomen, door uitbetaling van het IKB, kan dat gevolgen hebben voor het toekennen van inkomensafhankelijke toeslagen van de overheid (zoals zorg- en huurtoeslag). Ook kan verandering van inkomen gevolgen hebben voor bv. hypotheekverstrekking, berekening WW-rechten.

  • 3.

    Indien blijkt dat een bedrag uit het IKB budget ten onrechte belastingvrij is uitgekeerd doordat de medewerker onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, kan de werkgever de verschuldigde loonheffing of eventuele boetes op de medewerker verhalen.

  • 4.

    Indien een netto voordeel vervalt als gevolg van wijzigingen van wet- en regelgeving dan wordt dat niet gecompenseerd door de werkgever.

Artikel 12 Intrekken oude regeling

Zodra deze regeling in werking treedt vervalt de Regeling Individueel Keuzebudget Regio Rivierenland.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Lokale Regeling Individueel Keuzebudget Regio Rivierenland 2019” en treedt in werking met ingang 1 januari 2019. De bijlage met toelichtingen is onlosmakelijk verbonden met deze regeling.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 5 december 2018.

Het Dagelijks Bestuur,

de secretaris

drs. L.H. Derksen

de voorzitter

J.A. Beenakker

Bijlage Lokale Regeling IKB Regio Rivierenland 2019 Voorwaarden voor deelname aan doelen

 

Fiets

Indien de medewerker ervoor kiest zijn IKB te gebruiken voor de vergoeding van de aanschaf van een fiets gelden de volgende afspraken:

 

  • 1.

    De medewerker kan conform de geldende fiscale regeling eenmaal in de 36 maanden de keuze maken om het IKB te gebruiken voor de aanschaf van één fiets (inclusief accessoires).

 

  • 2.

    Het maximale bedrag dat hiervoor kan worden aangewend is € 1.250 voor de fiets, inclusief met de fiets samenhangende accessoires en de kosten van een fietsverzekering.

 

  • 3.

    De keuze van het type fiets is in die zin beperkt dat de medewerker geen kinderfietsen of motorisch aangedreven fiets mag kiezen (25 km snorfiets met blauwe kentekenplaat). Fietsen met elektrische trapondersteuning, ook wel e-bikes genoemd, zijn wel toegestaan.

 

  • 4.

    De werkgever is niet aansprakelijk voor schade die ontstaat door verlies, diefstal, voor enige schade die het gevolg is van het gebruik van de fiets of voor eventuele andere gevolgen die deelname aan deze regeling voor de medewerker met zich meebrengt.

 

  • 5.

    De rijwielhandelaar dient bij de kamer van koophandel ingeschreven te zijn.

 

 

Sportabonnement

  • 1.

    De medewerker kan het IKB gebruiken voor de aanschaf (van een deel) van zijn of haar sportabonnement bij een sportschool (yoga en sporten bij de fysio vallen hier ook onder voor zover deze niet gedeclareerd kunnen worden bij de zorgverzekeraar).

 

  • 2.

    De medewerker moet het lidmaatschap van een sportschool, -bedrijf, -club of -vereniging aantonen.

 

  • 3.

    Het maximale bedrag dat hiervoor kan worden aangewend is € 500 per kalenderjaar.

 

 

Vakbondscontributie

  • 1.

    Indien de medewerker lid is van een vakbond, kan hij of zij één keer per jaar het IKB aanwenden voor het doel vakbondscontributie.

 

  • 2.

    De medewerker dient de jaaropgave van de vakbond als bijlage in dienen als bewijs van lidmaatschap.

 

  • 3.

    Indien de medewerker de keus maakt om de vakbondscontributie als doel in te zetten, vraagt de werkgever bij de aanvraag zijn of haar toestemming om deze bijzondere persoonsgegevens te verwerken.

 

 

ICT voorzieningen thuis

  • 1.

    De medewerker kan het IKB gebruiken voor de aanschaf (van een deel) van zijn of haar ICT voorzieningen ten behoeve van een thuiswerkplek (PC, laptop, tablet, e-reader, randapparatuur, monitors en printers).

 

  • 2.

    Het maximale bedrag dat hiervoor kan worden aangewend is € 350 per twee kalenderjaren.

 

 

Storting ABP ExtraPensioen

  • 1.

    De medewerker kan -als er voldoende fiscale pensioenruimte is- zijn of haar IKB aanwenden om een extra storting te doen in ABP ExtraPensioen.

 

  • 2.

    Deze stortingen kunnen plaatsvinden totdat de fiscale pensioenruimte die de medewerker hiertoe heeft, is bereikt. Het kan gaan om een maandelijkse of eenmalige storting.

 

  • 3.

    Indien de medeweker kiest voor deze bron, dient hij/zij de fiscale pensioen ruimtebepaling van het ABP te overleggen via de IKB-module.

 

  • 4.

    Als de medewerker de eventuele maandelijkse storting wil beëindigen dan dient hij of zij dit zelf tijdig aan te geven. Initiatief en risico hierbij liggen uitdrukkelijk bij de medewerker.

 

 

Fiscale uitruil vergoeding woon-werkverkeer

  • 1.

    De werkgever mag volgens de fiscale wetgeving een onbelaste vergoeding van € 0,19 per kilometer verstrekken voor woon-werkverkeer.

 

  • 2.

    In de lokale Reiskostenregeling Regio Rivierenland is op basis van artikel 3:22 CAR-UWO een maximale vergoeding per maand vastgesteld.

 

  • 3.

    De maximale onbelaste jaarlijkse vergoeding woon- werkverkeer wordt door de fiscus op de volgende manier berekend:

     

    reisafstand retour x (214x (aantal werkdagen per week/5)) x €0,19

     

    Het verschil tussen wat fiscaal onbelast mag worden vergoed en wat daadwerkelijk door de werkgever word vergoed, is de fiscale ruimte.

 

  • 4.

    De medewerker kan bij voldoende fiscale ruimte in de maand december het IKB aanwenden voor de fiscale uitruil woon-werkverkeer. Wanneer in die maand het IKB niet (meer) toereikend is mag hier ook het reguliere salaris van die maand voor aangewend worden.

 

  • 5.

    In geval van verhuizing dient de medewerker dit direct aan de werkgever door te geven.

 

  • 6.

    Medewerkers die een lease auto hebben of de kosten van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer volledig vergoed krijgen, kunnen geen gebruik maken van deze bron.

 

 

Voorbeeld berekening fiscale uitruil

 

 

Fiscale gevolgen

Door deelname aan de IKB doelen is er bruto-netto voordeel voor de medewerker.

De kosten of contributie van het IKB doel worden uitgeruild met het bruto IKB budget, waardoor de medewerker netto een hoger bedrag overhoudt.

Uitruil via het salaris of het IKB heeft gevolgen voor de premies sociale verzekeringen, uitkeringsgrondslagen en eventuele uitkeringen als gevolg van werknemersverzekeringen (WW, WIA en ZW).

Uitruil heeft geen invloed op de pensioengrondslag als het uit te ruilen bedrag minder is dan 30% van het oorspronkelijke pensioengevend salaris, de regeling ten minste openstaat voor driekwart van de medewerkers en het fiscale loon niet structureel wordt verlaagd.

 

 

Naar boven