Besluit van de directeur publieke gezondheid van de gemeenschappelijke regeling GGD IJsselland houdende regels omtrent mandatering en machtiging toezichthouders kinderopvang GGD IJsselland 2019

De directeur publieke gezondheid van GGD IJsselland,

 

 

OVERWEGENDE DAT:

 

  • 1.

    de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Kampen, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland en Zwolle elk afzonderlijk de directeur publieke gezondheid van GGD IJsselland hebben aangewezen als toezichthouder in de zin van artikel 1.61, tweede lid, Wet kinderopvang;

 

  • 2.

    bij de aanwijzing van de directeur publieke gezondheid als toezichthouder de colleges van burgemeester en wethouders elk afzonderlijk de directeur Publieke Gezondheid toestemming hebben gegeven c.q. mandaat hebben verleend om personen werkzaam bij of voor GGD IJsselland aan te wijzen als toezichthouder Wet kinderopvang;

 

 

BESLUIT:

Artikel 1  

  • 1.

    De medewerkers van GGD IJsselland die aangesteld zijn in de generieke functie van (Para) medisch medewerker E en werkzaam zijn bij team Toezicht Kinderopvang, te mandateren en te machtigen om de toezichthoudende bevoegdheden, bedoeld in de Wet kinderopvang, uit te oefenen.

  • 2.

    De medewerkers die niet in dienst zijn van GGD IJsselland maar tijdelijk werkzaam zijn voor team Toezicht Kinderopvang, te mandateren en te machtigen om de toezichthoudende bevoegdheden, bedoeld in de Wet kinderopvang, uit te oefenen.

Artikel 2  

Als voorwaarden aan de uitoefening van het toezicht te verbinden:

  • a.

    de toezichthouders beschikken over een legitimatiebewijs van GGD IJsselland en tonen dit bewijs als hierom wordt gevraagd.

  • b.

    de toezichthouders ondertekenen stukken die zij verzenden bij de uitoefening van de toezichthoudende bevoegdheden, als volgt: ‘namens de directeur publieke gezondheid’ gevolgd door de naam van de toezichthouder en de functie ‘toezichthouder Wet kinderopvang’.

Artikel 3  

Dit besluit treedt na bekendmaking in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Aldus besloten op 30 april 2019,

drs. A.M. (Rianne) van den Berg, directeur publieke gezondheid

Naar boven