Besluit van het Dagelijks Bestuur van 10 april 2019, tot wijziging van de Regeling Reiskosten Regio Rivierenland

het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland;

 

Gelet op artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen; artikel 125 van de Ambtenarenwet,

artikel 3:21 en 3:22 van de CAR-UWO en de belastingwetgeving ter zake;

 

met overeenstemming in het Georganiseerd Overleg d.d. 19 november 2018;

 

Overwegende dat in de huidige regeling enkele omissies zijn opgetreden, in verband daarmee wordt de Regeling Reiskosten Regio Rivierenland op enkele onderdelen gewijzigd;

 

Besluit

Artikel I  

de Regeling Reiskosten Regio Rivierenland te wijzigen als volgt:

 

A

Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    De medewerker geeft achteraf per maand op hoeveel dagen hij met eigen vervoer naar de werkplaats is gereisd. Hiervoor bedraagt de vergoeding € 0,19 per kilometer onbelast met een maximum van € 8,10 per dag. Daarnaast declareert de medewerker de kosten van de vervoersbewijzen voor die dagen waarop gebruik is gemaakt van het OV (onder overlegging van de vervoersbewijzen).

     

B

Artikel 7 komt te luiden:

 

Indien, in geval van langdurig verlof of ziekte, gedurende een aaneengesloten periode van ten minste zes weken niet is gereisd, wordt na deze periode geen vaste vergoeding meer uitbetaald. Indien de medewerker de werkzaamheden weer (gedeeltelijk) hervat, wordt de vaste reiskosten vergoeding (naar rato) uitbetaald.

 

C

Aan artikel 8, eerste lid, komt te luiden als volgt:

 

  • 1.

    Voor het maken van lokale dienstreizen stelt de werkgever een of meer dienstfietsen beschikbaar voor algemeen gebruik.

     

D

Artikel 9 komt te luiden als volgt:

  • 1.

    De vergoeding van de reiskosten met het openbaar vervoer vindt plaats op grond van de daadwerkelijk gemaakte kosten voor een vervoersbewijs op basis van tweede klasse.

  • 2.

    Voor het maken van dienstreizen stelt de werkgever een dienstauto beschikbaar met een tankpas. De Regeling gebruik dienstauto's Regio Rivierenland is hierop van toepassing.

  • 3.

    De dienstauto, bedoeld in het tweede lid, is de primaire voorziening voor het maken van dienstreizen. Indien deze auto beschikbaar is, is de medewerker verplicht deze te gebruiken voor zijn dienstreis.

  • 4.

    Indien gebruik wordt gemaakt van een eigen voertuig krijgt de medewerker een kilometervergoeding overeenkomstig de Reisregeling binnenland (€ 0,37 per kilometer). Daarnaast worden parkeer- en veerkosten belastbaar vergoed.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van Regio Rivierenland van 10 april 2019.

het Dagelijks Bestuur ,

voorzitter

J. Beenakker

secretaris

L.H. Derksen

Naar boven