Verordening van het algemeen bestuur van de omgevingsdienst Zuidoost-Brabant houdende regels omtrent arbeidsvoorwaarden rechtspositieregeling personeel Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 2013

Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant,

 

Gezien het bepaalde in artikel 27, tweede lid van de gemeenschappelijke regeling Regionale Uitvoeringsdienst t Zuidoost-Brabant;

 

Gezien het bepaalde in artikel 125 Ambtenarenwet;

 

Gezien het bepaalde in artikel 57 Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 145 Provinciewet

 

B E S L U I T

 

Vast te stellen de arbeidsvoorwaardenverordening personeel Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 2013

Artikel 1  

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop gebaseerde regelingen wordt verstaan onder:

  • a.

    De Omgevingsdienst: De Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant;

  • b.

    De gemeenschappelijke regeling: de gemeenschappelijke regeling Regionale Uitvoeringsdienst Zuidoost-Brabant;

  • c.

    Personeel: personeel in dienst van de Omgevingsdienst al dan niet aangesteld op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht dan wel als ambtenaar;

  • d.

    Het Algemeen Bestuur: Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst;

  • e.

    Het Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst;

  • f.

    De CAR/UWO: de regeling die tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de betreffende vakbonden in het LOGA is overeengekomen ter zake de rechtspositie van bij gemeenten in dienst zijnde personeel;

  • g.

    Het Sociaal Beleidskader: Het Sociaal Beleidskader Regionale Uitvoeringsdiensten provincie Noord-Brabant.

Artikel 2  

  • 1.

    Op de bij de Omgevingsdienst in dienst zijnde personeel is van toepassing de CAR/UWO en het Sociaal Beleidskader.

  • 2.

    Het Algemeen Bestuur kan ter uitvoering van de CAR/UWO en het Sociaal Beleidskader, in en na overleg met de vakbonden en het personeel, nadere regelingen treffen voor het gehele dan wel een deel van het personeel.

Artikel 3  

  • 1.

    Ingevolge artikel 25 lid 2 van de gemeenschappelijke regeling wordt de Algemeen Directeur benoemd en ontslagen door het Algemeen bestuur.

  • 2.

    Ingevolge artikel 27 lid 5 van de gemeenschappelijke regeling wordt het overige personeel benoemd en ontslagen door het Dagelijks Bestuur.

  • 3.

    Op de benoeming en het ontslag is het bepaalde in de CAR/UWO van toepassing.

Artikel 4  

Al hetgeen zich mocht voordoen ter uitvoering van de verordening wordt ter besluitvorming in mandaat opgedragen aan het Dagelijks Bestuur.

Artikel 5.  

Deze verordening kan worden aangehaald als rechtspositieregeling personeel Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 2013.

Artikel 6  

Dit besluit treedt onmiddellijk in werking na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2013.*

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst

Zuidoost-Brabant van 31 januari 2013.

de voorzitter,

de secretaris,

Naar boven