Blad gemeenschappelijke regeling van Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant | Blad gemeenschappelijke regeling 2019, 364 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant | Blad gemeenschappelijke regeling 2019, 364 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant houdende regels omtrent vergaderingen algemeen bestuur Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant
Het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant;
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 13 maart 2013;
gelet op artikel 52 juncto artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 9 van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Uitvoeringsdienst Zuidoost-Brabant;
Vast te stellen het navolgende Reglement van Orde voor vergaderingen van het Algemeen Bestuur van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant.
HOOFDSTUK I DAG, UUR EN PLAATS VAN DE VERGADERING
De vergadering wordt in de regel gehouden op donderdag vangt als regel om 09.00 uur aan en wordt zoveel mogelijk uiterlijk 11.00 uur beëindigd. Zo nodig beslist de voorzitter in overleg met het Algemeen Bestuur of de vergadering terstond of op een alsdan te bepalen andere datum en tijdstip wordt voorgezet. Jaarlijks stelt het Algemeen Bestuur op voorstel van de voorzitter een vergaderschema vast, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.
Het Algemeen Bestuur vergadert jaarlijks ten minste 4 maal en voorts zo dikwijls de voorzitter of het Dagelijks Bestuur dit nodig oordeelt, of ten minste een vijfde van het aantal leden van de Algemeen Bestuur dit, onder opgaaf van redenen, schriftelijk verzoekt.
HOOFDSTUK II DE VOORBEREIDING VAN DE VERGADERING
Elk lid heeft het recht het Dagelijks Bestuur te verzoeken onderwerpen op de agenda te plaatsen. Het Dagelijks Bestuur beslist op het verzoek en doet daarvan mededeling aan verzoeker en het Algemeen Bestuur.
De oproepingsbrief met de agenda en de daarvoor in aanmerking komende op de agenda betrekking hebbende bescheiden worden door het Dagelijks Bestuur, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste drie weken voor de vergadering waarin de behandeling plaatsvindt aan de leden van het Algemeen Bestuur toegezonden.
De secretaris draagt er zorg voor, dat de in artikel 7 genoemde stukken, alsmede andere daarvoor in aanmerking komende stukken, ten minste één week voor de vergadering voor eenieder ter inzage worden gelegd op het kantoor van de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant en uiterlijk dan digitaal beschikbaar zijn via de website van de Omgevingsdienst.
HOOFDSTUK III HET HOUDEN VAN DE VERGADERING
Indien een lid de vergadering vóór de sluiting definitief verlaat, dan stelt de betreffende persoon de secretaris hiervan in kennis.
Indien op of kort na het tijdstip waarop de vergadering, overeenkomstig artikel 2 zou aanvangen, blijkens de presentatielijst niet ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is, leest de voorzitter de namen van de afwezige leden op en sluit de vergadering.
In het artikel 12 bedoelde geval alsmede in andere buitengewone gevallen te zijner beoordeling is de voorzitter bevoegd op het tijdstip waarop de vergadering zou aanvangen, het aanvangsuur van de vergadering nader vast te stellen.
De secretaris is bij alle vergaderingen van het Algemeen Bestuur aanwezig en draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst en een kort verslag van de vergadering. Het verslag is tevens de besluitenlijst.
Het concept-verslag bevat ten minste:
een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de wet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;
Na de behandeling van het verslag beslist het Algemeen Bestuur omtrent de door het Dagelijks Bestuur voorgestelde wijze van behandeling van de op de agenda geplaatste ingekomen stukken; indien een lid van het Algemeen Bestuur voorstelt de behandeling op andere wijze te doen geschieden dan is voorgesteld, gebeurt dit gemotiveerd; hij kan daartoe de inhoud van het ingekomen stuk ter sprake brengen.
Ieder lid heeft het recht tijdens de vergadering ten aanzien van de op de agenda geplaatste onderwerpen, voorstellen aan het Algemeen Bestuur te doen.
Ieder lid heeft het recht in de vergadering een voorstel te doen over een ander onderwerp dan op de agenda is vermeld.
Indien het Algemeen Bestuur omtrent de in artikel 19 en 20 bedoelde voorstellen niet onmiddellijk beslist, vindt de beslissing zoveel mogelijk in de daarna volgende vergadering plaats.
Een motie wordt schriftelijk, door de voorsteller ondertekend, bij de voorzitter ingediend en kan mondeling worden toegelicht.
De beraadslaging over voorstellen, welke in onderdelen of artikelen zijn gesplitst, geschiedt zo nodig over het voorstel in het algemeen en vervolgens over de onderdelen of artikelen.
De beraadslaging wordt gehouden in twee instanties tenzij de voorzitter, gehoord het Algemeen Bestuur, anders beslist.
Een lid dat in tweede instantie voor de eerste maal het woord voert, wordt geacht voor de tweede maal over hetzelfde onderwerp te spreken.
Het bepaalde in de artikelen 26 en 27 is niet van toepassing op de voorzitter en de leden van het Dagelijks Bestuur.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van ten minste drie leden, het Algemeen Bestuur gehoord, besluiten de spreektijd van de leden te beperken.
Zodra de voor de spreker gestelde spreektijd is verstreken, is deze gehouden op uitnodiging van de voorzitter onverwijld zijn rede te beëindigen.
De voorzitter, het betrokken lid van het Dagelijks Bestuur of hij die enig voorstel heeft gedaan, beantwoordt (zowel in eerste als in tweede instantie) eerst dan de verschillende sprekers over het aan de orde zijnde onderwerp, wanneer alle leden, die zulks verlangen, het woord hebben gevoerd.
Indien geen stemming wordt gevraagd kunnen één of meer leden aantekening verlangen dat zij geacht worden te hebben tegen gestemd.
Hoofdelijke of mondelinge stemming, anders dan via handopsteken, geschiedt door de leden naar hun volgorde op de presentielijst nadat de voorzitter door het lot heeft bepaald, welk lid het eerst zijn stem zal uitbrengen.
Een lid brengt bij mondelinge stemmingen zijn stem uit met het woord “voor” of “tegen” zonder enige bijvoeging.
Bij stemming inzake een keuze, voordracht of aanbeveling benoemt de voorzitter twee leden tot stemopnemers, die tezamen met de voorzitter en de secretaris het stembureau vormen en die onderzoeken of het aantal ingeleverde stembriefjes overeenkomst met dat van de leden, die aan de stemming hebben deelgenomen. Is dit niet het geval dan wordt, nadat de briefjes ongeopend zijn vernietigd, een nieuwe stemming gehouden.
In afwijking van het bepaalde in artikel 42, lid 3, wordt de inhoud van elk stembriefje door de voorzitter voorgelezen indien de meerderheid van de vergadering daarom verzoekt.
Stemmingen over meerdere personen vinden gelijktijdig plaats, tenzij het Algemeen Bestuur in bijzondere gevallen op voorstel van de voorzitter anders beslist.
Indien een voorstel slechts de naam van één persoon bevat voor elke te vervullen plaats en door geen van de leden schriftelijke stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen.
Het aantal niet of niet behoorlijk ingevulde stembriefjes, waartoe ook worden gerekend stembriefjes die, waar het benoemingen uit voordrachten van personen betreft, personen aanwijzen, die niet op de aan de orde zijnde voordrachten voorkomen, wordt ter bepaling der volstrekte meerderheid afgetrokken van het aantal ingeleverde stembriefjes.
Wanneer niemand bij de eerste stemming de volstrekte meerderheid verkrijgt, wordt direct een herstemming gehouden.
HOOFDSTUK VI HET INWINNEN VAN INLICHTINGEN
Indien een lid van het Algemeen Bestuur overeenkomstig artikel 18 van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Uitvoeringsdienst Zuidoost-Brabant inlichtingen verlangt van het Dagelijks Bestuur of een lid van het Dagelijks Bestuur omtrent een door hem duidelijk geformuleerd onderwerp in een vergadering van de Algemeen Bestuur, dan heeft hij de mogelijkheid daartoe vóór de aanvang van de vergadering een ondertekend verzoek bij de voorzitter in te dienen of het verzoek tijdens de vergadering mondeling in te brengen.
Ieder lid heeft het recht aan de voorzitter of aan het Dagelijks Bestuur schriftelijk vragen te stellen. Deze vragen dienen bij de voorzitter te worden ingediend.
De vragen worden uiterlijk twee maanden nadat ze zijn ingediend schriftelijk beantwoord. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd het antwoord binnen de termijn mondeling te geven in een vergadering van het Algemeen Bestuur. Het schriftelijk antwoord wordt toegezonden aan de leden.
Indien beantwoording binnen de genoemde termijn redelijkerwijs niet mogelijk is, geschiedt dit zo spoedig mogelijk daarna. In dit geval en indien er tegen beantwoording bezwaar bestaat, wordt dit de vraagsteller onder opgave van redenen tijdig medegedeeld, welke mededeling door het Dagelijks Bestuur aan de leden wordt gezonden.
Indien een raad van een deelnemer, respectievelijk provinciale Staten van Noord-Brabant, over een onderwerp, inlichtingen als bedoeld in artikel 13 van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Uitvoeringsdienst Zuidoost-Brabant verlangt, wordt een verzoek daartoe schriftelijk ingediend bij het Dagelijks Bestuur of de voorzitter.
HOOFDSTUK VII BESLOTEN VERGADERINGEN
De verslagen van besloten vergaderingen worden in een afzonderlijk register met genummerde bladen gehouden.
HOOFDSTUK VIII TOEHOORDERS EN PERS
In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het gebruik, alsmede stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, bijvoorbeeld door geluidsignalen, zonder toestemming van de voorzitter niet toegestaan. Het verbod geldt niet voor apparatuur die enkel en alleen aangewend wordt voor het maken van aantekeningen van het verhandelde ter vergadering.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2019-364.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.