Blad gemeenschappelijke regeling van Sociale Dienst Oost Achterhoek
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Sociale Dienst Oost Achterhoek | Blad gemeenschappelijke regeling 2019, 1058 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Sociale Dienst Oost Achterhoek | Blad gemeenschappelijke regeling 2019, 1058 | Beleidsregels |
Beleidsregels bijzondere bijstand 2020 gemeente Berkelland
Bij het leveren van maatwerk is het de bedoeling om aan te sluiten bij wat de belanghebbende nodig heeft om verder te komen. Het is daarom van belang om te starten bij de belanghebbende en de wet te gebruiken als instrument bij het ondersteunen van de belanghebbende. De onderstaande stappen kunnen hierbij helpen:
Indien belanghebbende zich in de voorbereidende fase bevindt of is toegelaten tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) of een minnelijk schuldregelingstraject volgt, wordt tijdens de fase van voorbereiding en gedurende een periode van 36 maanden vanaf de start van de toelating tot de WSNP of het schuldregelingstraject geen draagkracht aanwezig geacht.
Artikel 7 Draagkrachtpercentages
Tot een inkomen van 110% van de geldende bijstandsnorm is er geen draagkracht. Voor het inkomen van € 125,- daarboven geldt een draagkracht van 20%. Voor inkomens meer dan 110% van de geldende bijstandsnorm + € 125,- geldt een draagkracht van 50% voor het netto meerinkomen (inkomen en bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag).
Voor pensioengerechtigden (Algemene Ouderdoms Wet (AOW-leeftijd), de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) en Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en de Wet Werk en Arbeidsondersteuning Jonggehandicapten (Wajong), wordt de draagkracht eenmaal vastgesteld, tenzij dit onbillijk blijkt te zijn.
Er bestaat geen allesomvattende lijst van bijzondere kostensoorten. De bijzondere kosten vloeien voort uit de bijzondere omstandigheden. Er zijn enkele kostensoorten die nadere inkadering noodzakelijk maken.
Artikel 12 Bijzondere bijstand aan jongeren van 18 tot en met 20 jaar voor levensonderhoud
Voor jongeren van 18, 19 of 20 jaar heeft de wetgever aparte bijstandsnormen in het leven geroepen. In sommige gevallen zijn deze bijstandsnormen voor deze personen niet toereikend om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. Het verstrekken van aanvullende bijzondere bijstand behoort dan tot de mogelijkheden.
Artikel 13 Bijzondere bijstand voor woonkosten
Heeft men buiten eigen toedoen geen recht op (volledige) huurtoeslag en bewoont men een woning / woonwagen, waarop de Wet op de huurtoeslag en de ministeriële ‘regelingen huurtoeslaggrenzen’ van toepassing is, dan kan een woonkostentoeslag ter hoogte van de (theoretische) huurtoeslag worden toegekend voor maximaal 12 maanden.
Bij de vaststelling / berekening dient gebruik gemaakt te worden van de site www.toeslagen.nl. De op basis van lid 1 berekende toeslag geldt ook voor bewoners van een eigen huis, die in bijstand behoevende omstandigheden verkeren. Voor hen geldt dat de van toepassing zijnde belastingteruggave wordt gezien als een voorliggende voorziening. Deze wordt op de bijstand in de woonkosten in mindering gebracht.
Aan belanghebbenden aan wie een verhuisverplichting is opgelegd kan zo nodig bijstand (om niet) worden verleend in de noodzakelijke kosten van verhuizing (transport) en een deel van de noodzakelijke kosten van stoffering of herinrichting (rekening houdend met de reserveringscapaciteit vanaf het moment dat men op de hoogte was van de noodzaak om te verhuizen).
Verhuist men naar een plaats buiten het werkgebied van de Sociale Dienst Oost Achterhoek dan is de gemeente waar men gaat wonen de aangewezen gemeente om een vergoeding aan te vragen. Dit geldt niet voor de transportkosten. Hiervoor kan ook bij vertrek buiten het werkgebied van de Sociale Dienst Oost Achterhoek bijzondere bijstand worden verstrekt.
Artikel 15 Bijzondere bijstand voor rente- en aflossingsverplichtingen
Het aflossingsbedrag voor het terugbetalen van een vordering, niet zijnde vorderingen ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht, wordt bij uitkeringsgerechtigden en bij belanghebbenden die uitstromen naar werk, op 6% van de toepasselijke netto grondslag of uitkering vastgesteld. Dit aflossingsbedrag mag echter nooit hoger zijn dan het verschil tussen de (bijstands-)norm en de beslagvrije voet bedoeld in de artikelen 475c en 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Artikel 16 Bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen
Indien een belanghebbende niet in staat is geweest te reserveren wegens bijzondere omstandigheden zoals opgenomen in artikel 35, lid 1 van de wet, het om noodzakelijke gebruiksgoederen gaat en er geen sprake is van verwijtbaarheid, kan bijzondere bijstand worden verstrekt in de vorm van borgstelling, lening bij de Stadsbank en in uitzonderlijke gevallen bijstand om niet of een combinatie van deze vormen van verstrekking.
Kosten verbonden aan het inrichten van een woning vallen onder de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan en komen in de regel niet in aanmerking voor bijstand. Deze dient de inwoner te bekostigen door reservering dan wel gespreide betaling achteraf. Wordt er bijstand verstrekt voor woninginrichting dan dienen de duurzame gebruiksgoederen te worden verstrekt in de vorm van een leenbijstand.
De ‘Beleidsregels Bijzondere bijstand en minimabeleid in 2015 en volgende jaren’ worden ingetrokken gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregels 2020, maar blijven van toepassing op aanvragen die voor de datum van inwerkingtreding zijn ingediend en waarbij toepassing van die beleidsregels voor de belanghebbende gunstiger is dan toepassing van de beleidsregels 2020.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2019-1058.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.