BIJDRAGEVERORDENING GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING DIENST GEZONDHEID & JEUGD ZUID-HOLLAND ZUID, ONDERDEEL DIENST GEZONDHEID & JEUGD

 

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid;

 

Gelet op artikel 36 en 42 van de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid;

 

Besluit

 

vast te stellen:

 

Bijdrageverordening Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid, Onderdeel Dienst Gezondheid & Jeugd

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

a. de regeling: de Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & jeugd Zuid-Holland Zuid;

b. het samenwerkingsverband: het rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam als bedoeld in artikel 2 van de regeling;

c. deelnemer: een gemeente die deelneemt aan de regeling;

d. programmabegroting: de jaarlijks door het Algemeen Bestuur vast te stellen begroting waarvan het concept ter zienswijze is voorgelegd aan de raden van de deelnemers;

e. programma: de in de programmabegroting gehanteerde indeling voor de aan de diverse doelstellingen van de dienst gekoppelde taken en budgetten;

f. product: de in de programmabegroting en programma's gehanteerde onderverdeling en bundeling van gerelateerde activiteiten;

g voorlopige bijdrage: het bedrag dat een deelnemer krachtens de begroting voor een boekjaar aan het samenwerkingsverband is verschuldigd;

h. definitieve bijdrage: het bedrag dat een deelnemer krachtens de jaarrekening over een boekjaar aan het samenwerkingsverband is verschuldigd.

 

Artikel 2 Doel

Deze verordening regelt de grondslag en de wijze van berekening van de door de deelnemers per boekjaar verschuldigde financiële bijdrage aan het onderdeel Dienst Gezondheid & Jeugd van het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 2, vierde lid, onder a, van de regeling.

 

Artikel 3 Grondslagen voor bijdrage

1. Elke deelnemer is jaarlijks een bijdrage verschuldigd in de kosten van het samenwerkingsverband.

2. Deze bijdrage is bedoeld ter dekking van de kosten voor de uitvoering van het in de begroting benoemde takenpakket.

3. Per programma en product wordt bij het opstellen van de begroting en de jaarstukken voor het betreffende jaar in kaart gebracht welke kosten hieraan verbonden zijn, hierbij wordt rekening gehouden met de verwachte prijs- en loonindex (prijzen overheidsconsumptie) uit de septembercirculaire van het voorvorige begrotingsjaar (t-2).

4. Per programma en product wordt bij het opstellen van de begroting en de jaarstukken voor het betreffende jaar in kaart gebracht welke (structurele) inkomsten dan wel onttrekkingen aan bestemmingsreserves hieraan verbonden zijn, hiervan zijn uitgezonderd de in deze verordening benoemde bijdragen

5. Als structurele inkomsten worden beschouwd die inkomsten die op basis van overeenkomsten en/of vastgestelde besluiten meerjarig in de begroting kunnen worden geraamd.

 

Artikel 4 Verdeling bijdrage

De omvang van de bijdrage per deelnemer aan het onderdeel Dienst Gezondheid & Jeugd van het samenwerkingsverband is als volgt opgebouwd:

1. Een bijdrage voor het conform artikel 3 bepaalde saldo van kosten en opbrengsten voor het programma Jeugdgezondheidszorg op basis van de verdeelsleutel; het aantal jeugdigen 0 tot en met 18 jaar.

2. Een bijdrage voor het conform artikel 3 bepaalde saldo van kosten en opbrengsten voor het product uitvoering van de Leerplichtwet op basis van de verdeelsleutel; het aantal leer- en kwalificatieplichtigen 5 tot en met 17 jaar.

3. Een bijdrage voor het conform artikel 3 bepaalde saldo van kosten en opbrengsten voor de overige producten, inclusief overhead op basis van de verdeelsleutel; het aandeel gemeentefonds (septembercirculaire t-2, de uitkeringsbasis gecorrigeerd voor inkomensmaatstaven).

 

Artikel 5 Verdeelsleutels

1. Voor het vaststellen van het aantal jeugdigen en leer- en kwalificatieplichtigen worden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers per 1 juli van het voorvorig begrotingsjaar gebruikt.

2. Indien tussen de begrotingsjaren significante herverdeeleffecten optreden door wijzigingen in, bijvoorbeeld, de gemeentefondsuitkeringen kan dit aanleiding geven tot het herijken van de in deze bijdrageverordening opgenomen verdeelsleutels.

 

Artikel 6 Vaststelling bijdrage

1. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks in de begroting de voorlopige bijdrage per deelnemer vast.

2. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks in de jaarrekening de definitieve bijdrage per deelnemer vast.

3. Deze bijdrage wordt zodanig gespecificeerd dat de deelnemer deze goed kan verwerken in zijn administratie.

 

Artikel 7 Tarief

1. Voor taken die aanvullend of specifiek in opdracht van een deelnemer worden verricht, wordt een tarief gehanteerd dat in beginsel bestaat uit:

a. het salaristarief (afhankelijk van inschaling) van de betreffende medewerker inclusief werkgeverslasten;

b. een opslag voor overheadkosten;

c. een opslag voor direct aan de taak toe te rekenen kosten en out of pocket kosten.

2. Taken in opdracht van derden worden verricht tegen een tarief dat in beginsel bestaat uit:

a. het salaristarief (afhankelijk van inschaling) van de betreffende medewerker inclusief werkgeverslasten

b. een opslag voor overheadkosten

c. een opslag voor direct aan de taak toe te rekenen kosten en out of pocket kosten

d. een risico-opslag van 10% over de onderdelen a-c.

 

Artikel 8 Inwerkingtreding en bijstelling

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

 

Artikel 9 Citeerwijze

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Bijdrageverordening Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid’.

 

Nadere toelichting

Door de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling is gevraagd naar een nadere toelichting op een aantal artikelen. Onderstaand wordt een nadere invulling/duiding gegeven van in de verschillende artikelen opgenomen teksten.

 

Artikel 4, lid 3

In artikel 4 (lid 3) van de bijdrageverordening wordt verwezen naar jaar t-2. In dit artikel is bedoeld dat voor het aandeel gemeentefonds ten behoeve van (bijvoorbeeld) het begrotingsjaar 2020 de septembercirculaire 2018 wordt gebruikt.

 

Artikel 5, lid 2

Mogelijke "triggers" tot deze evaluatie/herijking kunnen zijn:

  • 1.

    indien de specifieke uit­kering Voogdij/18+ en de integratie-uitkering Participatie overgaan naar de algemene uit­kering (voorzien in 2020);

  • 2.

    indien de integratie-uitkering Beschermd Wonen (met daarbij de decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang) overgaat naar de algemene uitkering (voorzien in 2021)

 

Artikel 6, lid 3

Ook met deze Bijdrageverordening blijven (factuur-) specificaties van de inwoner­bijdragen naar volksgezondheid, leerplicht, jeugdgezondheidszorg, Veilig Thuis etc. nodig. Deelnemers dienen deze deel-inwonerbijdragen namelijk op de juiste taakvelden c.q. IV3-codes conform landelijke voorschriften te laten begroten en boeken. De GR zal deze specificaties (blijven) leveren.

 

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur op 16 mei 2019

De secretaris,

K.J. van Hengel,

De voorzitter,

H. van der Linden

Naar boven