Wijziging ‘Sollicitatiecode voor de organisaties Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude en Servicepunt71’

Gelet op:

  • -

    het bepaalde in artikel 2:4:2 CAR-UWO;

  • -

    het bepaalde in artikel 27, eerste lid, onder e WOR;

 

Overwegende:

  • -

    dat een passende functie vinden voor medewerkers die met ontslag worden bedreigd, voorrang behoort te krijgen op andere voorrangsposities;

  • -

    dat, met uitzondering van herplaatsingskandidaten en re-integrerende medewerkers, alle medewerkers bij de vijf samenwerkende organisaties op basis van gelijkheid intern zouden moeten kunnen solliciteren, inclusief WSW-/WIW-medewerkers en externe inhuur (conform de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs);

  • -

    dat door stagiairs als interne kandidaten aan te merken, zij een reële kans maken op een baan bij de vijf betrokken organisaties en dit een vitale organisatie bevordert;

  • -

    dat de ondernemingsraad op 13 december 2016 heeft ingestemd met de voorgestelde aanpassingen in de tekst van de gezamenlijke Sollicitatiecode.

 

Besluit

 

Het bestuur besluit:

 

  • 1.

    de volgende wijzigingen in de ‘Sollicitatiecode voor de organisaties Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude en Servicepunt71’ door te voeren:

A Artikel 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 1 Definities

  • a.

    bestuursorgaan: de colleges respectievelijk de raden van Leiden Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude, of het bestuur van Servicepunt71;

  • b.

    herplaatsingskandidaat: de ambtenaar die als gevolg van reorganisatie is geplaatst in een functie met een lager schaalniveau en op grond hiervan voorrang heeft bij het vinden van een functie op het oorspronkelijke schaalniveau;

  • c.

    HRM: een medewerker van de eenheid HRM van Servicepunt71;

  • d.

    interne kandidaat: een ambtenaar zoals bedoeld in de artikelen 1:1 en 2:5 van de CAR/UWO aangesteld bij één van de deelnemende organisaties of een als zodanig door de deelnemende organisatie aangewezen kandidaat;

  • e.

    medewerker met voorrangspositie: primair een boventallig verklaarde medewerker met een re-integratiestatus en secundair een medewerker met een herplaatsingsstatus;

  • f.

    vacaturehouder: de leidinggevende of afdelingshoofd;

  • g.

    voorzitter: de voorzitter van de selectiecommissie.

 

De toelichting op artikel 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 1 Definities

  • c.

    Hier wordt geen specifieke functionaris aangeduid. De werkzaamheden ten behoeve van de selectieprocedure zullen door verschillende HRM-medewerkers worden uitgevoerd.

  • d.

    Soms heeft een organisatie personen of een groep personen aangeduid die naast de in dienst zijnde ambtenaren als interne kandidaat zijn aangewezen. Een dergelijke aanduiding dient te worden gemotiveerd en terughoudend te worden toegepast. Zie hiervoor artikel 4 en de toelichting op dit artikel.

  • e.

    De voorrangspositie geldt primair voor medewerkers die boventallig zijn verklaard ten gevolge van reorganisatie of aan wie een re-integratiestatus is toegekend. Voor medewerkers in een WIA-traject geldt op grond van artikel 7:9 CAR/UWO dat de organisatie verplicht is deze te re-integreren in het eigen werk dan wel in een andere functie binnen de organisatie. Zij hebben op grond van die verplichting automatisch een voorrangspositie. Voor medewerkers die een voorrangsstatus hebben als herplaatsingskandidaat op grond van het Sociaal Statuut van de gemeente Leiden of van Servicepunt71 geldt dat hun voorrangspositie secundair is ten opzichte van die van boventalligen en re-integratiekandidaten.

 

B Artikel 4, tweede lid wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 4 Werving

  • 2

    Bij het benoemen van een kandidaat wordt onderstaande volgorde aangehouden: medewerkers met een voorrangspositie bij het bestuursorgaan waar de functie vacant is hebben, indien zij aan de gevraagde functie-eisen en competenties voldoen, voorrang op alle andere kandidaten.

    Vervolgens hebben interne kandidaten en uitzendkrachten of andere inleenkrachten, bij de deelnemende organisaties bij vacatures voor onbepaalde tijd, gevolgd door stagiairs, bij gelijke geschiktheid voorrang op externe kandidaten.

 

De toelichting op artikel 4 Werving wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Uitgangspunt is dat eerst intern wordt geworven. In bijzondere gevallen kan de werving gelijktijdig in- en extern plaatsvinden. Hierbij moet worden gedacht aan cruciale functies die met spoed moeten worden vervuld. Indien sprake is van gelijktijdige werving in- en extern, wordt hier melding van gemaakt in de vacaturetekst. De vacaturehouder neemt hierover een beslissing, nadat advies is ingewonnen bij HRM.

Bij het benoemen van een kandidaat wordt de onderstaande volgorde aangehouden:

1e medewerker met een voorrangspositie;

2e interne kandidaat en in geval van een vacature voor onbepaalde tijd een uitzendkracht of andere inleenkracht bij de deelnemende organisaties;

3e stagiair tot zes maanden na afronding van zijn stage;

4e externe kandidaat.

 

Alleen de voorrangskandidaten van het bestuursorgaan waar de vacature zich voordoet, hebben een voorrangspositie bij wervingsactiviteiten van dat betreffende bestuursorgaan. Voorrangskandidaten van de andere deelnemende bestuursorganen worden slechts als interne kandidaat aangemerkt en krijgen die voorrangspositie daar niet.

 

Ook WSW- en WIW-medewerkers, met wie een arbeidsovereenkomst is gesloten door een van de deelnemende organisaties, worden als interne kandidaat aangemerkt.

 

In verband met de eisen uit de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) wordt, ten behoeve van in de deelnemende organisaties werkzame uitzendkrachten en andere inleenkrachten, in de vacaturetekst bij vacatures voor onbepaalde tijd opgenomen dat hun sollicitatie direct bij de interne sollicitatieprocedure wordt betrokken, zodat zij op basis van gelijkheid kunnen solliciteren met interne kandidaten.

 

C Artikel 5, onder d wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 5 Inhoud van de advertentie:

  • d.

    welke competenties, opleidings-, ervarings- en overige eisen worden gesteld.

 

  • 2.

    het besluit onder 1 in werking te laten treden op de dag na bekendmaking.

     

Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur van Servicepunt71 d.d. 13 april 2017

De voorzitter

dhr. M.A. den Boer

De secretaris

dhr. H.H. Ossel

Naar boven