Blad gemeenschappelijke regeling van Drechtsteden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drechtsteden | Blad gemeenschappelijke regeling 2018, 730 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Drechtsteden | Blad gemeenschappelijke regeling 2018, 730 | Beleidsregels |
Regeling melden vermoeden misstand Drechtsteden/ Zuid-Holland Zuid 2016
De raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht, het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en de gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid:
Gelet op de Wet Huis voor klokkenluiders en het bepaalde in artikel 15:2 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector Gemeenten;
gelet op de door het Netwerk van de Ondernemingsraden in de Drechtsteden (NORD) verleende instemming d.d. 10 november 2016:
Besluiten vast te stellen de navolgende regeling:
Regeling melden vermoeden misstand Drechtsteden/ Zuid-Holland Zuid 2016
In deze regeling wordt verstaan onder:
het vermoeden gebaseerd is op redelijke gronden, die voortvloeien uit de kennis die de werknemer bij zijn werkgever heeft opgedaan of voortvloeien uit de kennis die de werknemer heeft gekregen door zijn werkzaamheden bij een ander bedrijf of een andere organisatie, en b. het maatschappelijk belang in het geding is bij:
Deze regeling is van toepassing op de gemeenten Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht, de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, de Gemeenschappelijke regeling Dienst Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid en de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
Artikel 3. Informatie, advies en ondersteuning voor de werknemer
Een werknemer kan bij een vermoeden van een misstand:
Artikel 5. Bescherming van de melder tegen benadeling
Artikel 6. Het tegengaan van benadeling van de melder en de contactpersoon integriteit
Als de melder vindt dat er daadwerkelijk sprake is van benadeling, kan hij dat bespreken met de contactpersoon integriteit. De contactpersoon integriteit en de melder bespreken welke maatregelen genomen kunnen worden om benadeling tegen te gaan. De contactpersoon integriteit maakt een verslag van deze bespreking en stuurt dit na goedkeuring door de melder naar de bestuurder.
Artikel 9. Vertrouwelijke omgang met de melding en de identiteit van de melder
Als het vermoeden van een misstand is gemeld via de contactpersoon integriteit en de melder geen toestemming heeft gegeven zijn identiteit bekend te maken, wordt alle correspondentie over de melding verstuurd aan de contactpersoon integriteit. De contactpersoon integriteit stuurt dit onverwijld door aan de melder.
Artikel 11. Behandeling van de interne melding door de werkgever
De bestuurder beoordeelt of een externe instantie van de interne melding van een vermoeden van een misstand op de hoogte moet worden gebracht. Indien de bestuurder een externe instantie op de hoogte stelt, stuurt hij de melder hiervan een afschrift tenzij het onderzoeksbelang of het handhavingsbelang daardoor geschaad kunnen worden.
Artikel 13. Standpunt van de werkgever
Als duidelijk is dat het standpunt niet binnen acht weken kan worden gegeven, dan informeert de werkgever de melder daar schriftelijk over. Daarbij wordt aangegeven binnen welke termijn de melder het standpunt tegemoet kan zien. Als de totale termijn daardoor meer dan twaalf weken is, wordt dit gemotiveerd.
Na afronding van het onderzoek beoordeelt de werkgever of een externe instantie van de interne melding, van het onderzoeksrapport en/of van het standpunt van de werkgever op de hoogte moet worden gebracht. Indien de werkgever een externe instantie op de hoogte stelt, stuurt hij de melder hiervan een afschrift, tenzij het onderzoeksbelang of het handhavingsbelang daardoor kunnen worden geschaad.
Artikel 14. Hoor en wederhoor ten aanzien van onderzoeksrapport en standpunt werkgever
Als de melder in reactie op het onderzoeksrapport of het standpunt van de werkgever onderbouwd aangeeft dat het vermoeden van een misstand niet daadwerkelijk of niet deugdelijk is onderzocht of dat in het onderzoeksrapport of het standpunt van de werkgever sprake is van wezenlijke onjuistheden, reageert de werkgever hier op en stelt hij zo nodig een nieuw of aanvullend onderzoek in. Op dit nieuwe of aanvullende onderzoek gelden dezelfde regels als voor het eerste onderzoek.
De werknemer kan direct een externe melding doen van een vermoeden van een misstand als het eerst doen van een interne melding in redelijkheid niet van hem kan worden gevraagd. Dat is in ieder geval aan de orde indien dit uit enig wettelijk voorschrift voortvloeit of sprake is van:
Artikel 16. Rapportage en evaluatie
Aldus vastgesteld in de vergadering van het Drechtstedenbestuur,
6 april 2017
de secretaris, de voorzitter,
Het college van burgemeester en wethouders van Alblasserdam
DATUM
De raad van de gemeente Alblasserdam,
DATUM
Het college van burgemeester en wethouders van Dordrecht,
DATUM
De raad van de gemeente Dordrecht,
DATUM
Het college van burgemeester en wethouders van Hendrik-Ido-Ambacht
DATUM
De raad van de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht
DATUM
Het college van burgemeester en wethouders van Papendrecht,
DATUM
De raad van de gemeente Papendrecht,
Datum
Het college van burgemeester en wethouders van Sliedrecht,
DATUM
De raad van de gemeente Sliedrecht,
DATUM
Het college van burgemeester en wethouders van Zwijndrecht,
DATUM
De raad van de gemeente Zwijndrecht,
DATUM
Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid,
DATUM
Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Gezondheid & Jeugd Zuid-Holland Zuid,
DATUM
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2018-730.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.