Financieringsstatuut SSC-ZL 2016

Het Bestuur van het Shared Service Center Zuid-Limburg

 

OVERWEGING

gelet op het bepaalde in het artikel 22 lid 1van de Gemeenschappelijke regeling Shared Service Center Zuid-Limburg;

mede gelet op het bepaalde in de brief van Provincie Limburg d.d. 20 juli 2016;

 

BESLUIT

vast te stellen het navolgende: Financieringsstatuut SSC-ZL 2016

 

1. Inleiding

 

Het Financieringsstatuut vormt het kader voor de uitvoering van het treasurybeleid. Het treasurybeleid ondersteunt, als onderdeel van het financieel beleid, de uitvoering van de publieke taken en biedt mede waarborgen voor de financiële continuïteit van het SSC-ZL op korte en lange termijn. De treasuryfunctie heeft bij lagere overheden de laatste jaren sterk aan betekenis gewonnen, ondermeer vanwege de inwerkingtreding van de wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO) per 1 januari 2001, de ontwikkelingen op de Europese geld- en kapitaalmarkt en de introductie van nieuwe financieringsinstrumenten.

 

Met de komst van de Wet FIDO zijn voor de gemeentelijke treasuryfunctie duidelijke kaders geboden ten aanzien van risicobeheersing en transparantie. Dat laatste komt onder meer tot uitdrukking in de voorschriften voor een verplicht treasurystatuut (voor het SSC-ZL is dit het Financieringsstatuut). Het treasurystatuut bepaalt de kaders voor de uitvoering van het treasurybeleid en maakt een objectieve en transparante verantwoording achteraf mogelijk.

 

De specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury worden besproken in de treasuryparagraaf van de productbegroting en de jaarstukken.

Bij de inrichting van het treasuryproces zorgen de vier elementen sturing, uitvoering, verantwoording en toezicht houden voor duidelijkheid en transparantie. Het treasurystatuut is een nadere uitwerking van de geldende wetgeving.

 

Bij het opstellen van dit statuut is rekening gehouden met het relevante wettelijke kader in:

  • de Provincie- en Gemeentewet;

  • de Wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO);

  • het met de Wet FIDO samenhangende Besluit leningsvoorwaarden decentrale overheden;

  • de Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden;

  • het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten 2004;

  • de Financiële verordening van het SSC-ZL;

  • Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO);

  • de invoering van schatkistbankieren.

 

Het Financieringsstatuut is voor de het SSC-ZL beperkt gehouden omdat de het SSC-ZL een eenvoudige rol heeft op het geheel van treasury. In de gemeenschappelijke regeling is opgenomen dat de participanten ervoor zorgen dat het SSC-ZL over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegens derden te kunnen voldoen. Als gevolg hiervan zal het SSC-ZL niet zelfstandig externe leningen aantrekken maar is een goede afstemming noodzakelijk tussen het SSC-ZL en de participanten van de liquiditeitsbehoefte. Daarnaast zal het SSC-ZL het saldo aan overtollige middelen in het kader van schatkistbankieren afromen rekening houdend met de geldende drempelbedragen van de Wet financiering decentrale overheden. Bij het SSC-ZL zullen overtollige middelen niet belegd worden in financiële instrumenten.

 

De dagelijkse financieringsbehoefte bestaat uit geld voor investeringen en de exploitatie ten behoeve van de bedrijfsvoering.

 

Doelstellingen van de treasuryfunctie

De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op dé financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.

 

Bij het SSC-ZL gelden de volgende doelstellingen van de treasuryfunctie;

  • 1.

    Tijdig afstemming van de liquiditeitsbehoefte met de participanten en afroepen van noodzakelijke middelen ten einde de continuïteit van de bedrijfsvoering te garanderen;

  • 2.

    Het minimaliseren van het kapitaalsbeslag bij de participanten;

  • 3.

    Het voldoen aan de kaders van de Wet FIDO en vereisten aan het schatkistbankieren (afstorten overtollige middelen);

  • 4.

    Waarborgen dat de taken en verantwoordelijkheden op het gebied van treasury duidelijk worden geregeld.

Dit statuut wordt herijkt conform artikel 12 van de financiële verordening indien hiertoe noodzaak is.

 

2. Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippenkader

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • a.

    Financiering: het aantrekken van de benodigde financiële middelen.

  • b.

    Kasgeldlimiet: een bedrag op basis van de Wet FIDO ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van het SSC-ZL bij aanvang van het jaar.

  • c.

    Kredietrisico’s: de risico's op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit, conform Wet FIDO.

  • d.

    Liquiditeitsbeheer: het aantrekken van benodigde en het uitzetten van overtollige liquide middelen voor een periode tot één jaar.

  • e.

    Liquiditeitsplanning: een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid.

  • f.

    Liquiditeitsrisico: het risico dat het SSC-ZL over onvoldoende liquide middelen beschikt om de lopende betalingen te verrichten.

  • g.

    Onderhandse geldlening: lening waarbij de voorwaarden van de lening in onderling overleg met de geldgevende partij kan worden vastgesteld.

  • h.

    Relatiebeheer: het onderhouden van relaties met geldverstrekkers.

  • i.

    Renterisico: het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van het SSC-ZL door rentewijzigingen.

  • j.

    Saldobeheer: het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen.

  • k.

    Schatkistbankieren: het aanhouden van liquide middelen in de schatkist.

  • l.

    Solvabiliteitsratio van 0%: status die door een bancaire toezichthouder in een EU-lidstaat aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend. Deze solvabiliteitsvrije status houdt in dat een bank voor desbetreffend papier geen reserves hoeft aan te houden.

  • m.

    Treasuryfunctie: alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's.

  • n.

    De treasuryfunctie bij het SSC-ZL bestaat uit de volgende deelfuncties:

    • a.

      Liquiditeiten- en werkkapitaalbeheer: het optimaliseren van de financiële logistiek (geldstromenbeheer en saldo- en liquiditeitenbeheer).

  • o.

    Wet FIDO: Wet financiering decentrale overheden.

  • p.

    De treasurer: De door de directeur aangewezen functionaris belast met de uitvoering van de treasuryfunctie.

 

Artikel 2 Doelstellingen van de Treasuryfunctie

De treasuryfunctie van het SSC-ZL dient tot:

  • 1.

    Tijdige afstemming van de liquiditeitsbehoefte met één participant, in deze de gemeente Maastricht, en afroepen van middelen teneinde de continuïteit van de bedrijfsvoering te garanderen;

  • 2.

    Het minimaliseren van het kapitaalsbeslag bij de participanten;

  • 3.

    Het voldoen aan de wettelijke bepalingen in het kader van het schatkistbankieren.

 

3. Risicobeheer

Artikel 3 Intern liquiditeitsbeheer

 

Het SSC-ZL beperkt haar interne liquiditeitsrisico's door haar treasuryactiviteiten te baseren op een adequate/actuele liquiditeitsplanning die aansluit op de goedgekeurde meerjarenbegroting en investeringsbegroting.

 

4 Kasbeheer

Artikel 4 Geldstromenbeheer

Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te beperken wordt het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd binnen één bank.

 

Artikel 5 Schatkistbankieren

Het SSC-ZL is gehouden aan de regels omtrent het schatkistbankieren, waarbij afroming van het saldo plaatsvindt rekening houdend met de geldende drempelbedragen van de regeling schatkistbankieren.

 

5 Financiering

Artikel 6 Financiering

De directeur neemt bij het aantrekken van financieringen de volgende uitgangspunten in acht:

  • 1.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak.

  • 2.

    Financiering vindt plaats door de participanten van het SSC-ZL. Het kapitaalsbeslag bij de participanten wordt geminimaliseerd.

 

Artikel 7 Relatiebeheer

Relatiebeheer omvat het onderhouden van relaties met de treasuryfuncties van de participanten.

 

6. Administratieve organisatie en interne controle

Artikel 8 Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle

ln het kader van treasury gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van

administratieve organisatie en interne controle:

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd.

  • 2.

    De administratieve organisatie en interne controle borgen dat:

    • a.

      de uitvoering van de treasuryfunctie conform de gestelde regels plaatsvindt;

    • b.

      de uitvoering rechtmatig en doelmatig is;

    • c.

      de treasuryactiviteiten adequaat kunnen worden uitgevoerd en bijgestuurd;

    • d.

      de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de informatie verzekerd is.

  • 3.

    Bevoegdheden zijn schriftelijk vastgelegd.

  • 4.

    De treasurer houdt te allen tijde alle relevante stukken ter beschikking ter verantwoording van zijn werkzaamheden.

  • 5.

    Het betalingssysteem is zodanig ingericht dat overtollige middelen die de geldende drempelbedragen van de Wet financiering decentrale overheden overschrijden tijdig worden afgestort naar ’s Rijks schatkist (schatkistbankieren).

 

Artikel 9 Verantwoordelijkheden

De (functie)verantwoordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van het SSC-ZL staan in dit artikel benoemd:

  • 1.

    Bestuur

    • a.

      Het vaststellen van het Financieringsstatuut.

    • b.

      Het vaststellen van de financieringsparagraaf, in de begroting en jaarrekening.

  • 2.

    Directeur

    • a.

      Het uitvoeren van het treasurybeleid zoals vastgesteld in het Financieringsstatuut evenals de financieringsparagraaf.

    • b.

      Het zorgdragen voor de administratieve organisatie en interne controle.

    • c.

      Het aanstellen van medewerkers belast met de treasuryfunctie.

    • d.

      Het controleren en goedkeuren van de liquiditeitsprognose.

    • e.

      Het controleren dat overtollige middelen die de geldende drempelbedragen van de Wet financiering decentrale overheden overschrijden tijdig worden afgestort (schatkistbankieren).

  • 3.

    Financieel Adviseur

    • a.

      Opstellen van de concept liquiditeitsprognose.

    • b.

      Opstellen van de treasuryparagraaf (in begroting en jaarrekening).

    • c.

      Relatiebeheer.

    • d.

      Het inrichten van alle vormen van het betalingsverkeer.

    • e.

      Het schriftelijk vastleggen van de treasurytransacties.

    • f.

      Vaststellen dat het betalingssysteem zodanig is ingericht dat overtollige middelen die de geldende drempelbedragen van de Wet financiering decentrale overheden overschrijden tijdig worden afgestort (schatkistbankieren).

 

Artikel 10 Bevoegdheden treasuryactiviteiten

ln onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering:

Activiteit

Bevoegd functionaris

Autorisatie (plaatsvervanger)*

Relatiebeheer:

Bankrekeningen openen/sluiten/wijzigen

Financieel adviseur

Directeur

 

Financiering:

Het aantrekken van middelen van participanten op basis van de liquiditeitsprognose

Financieel adviseur

Directeur

* Altijd handtekeningen vereist van twee verschillende functionarissen uit de kolom bevoegd functionaris en autorisatie.

 

Artikel 11 Informatievoorziening

In onderstaande tabel is uiteengezet welke informatie tenminste moet worden verstrekt:

Informatie

Verantwoordelijke informatieverstrekker

Informatie ontvanger

Frequentie

a) gegevens met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten (liquiditeitsprognose)

Directeur

Bestuur

Incidenteel, minimaal jaarlijks

b) beleidsplannen treasury in treasuryparagraaf begroting

Directeur

Bestuur

Jaarlijks

c) evaluatie treasury activiteiten in treasuryparagraaf van de jaarrekening

Directeur

Bestuur

Jaarlijks

 

Artikel 12 Inwerkingtreding

Dit statuut treedt in werking per 1 januari 2016.

 

Artikel 13 Citeertitel

Dit statuut kan worden aangehaald als 'Financieringsstatuut SCC-ZL'

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Bestuur van 15 februari 2017.

De voorzitter,

J. Aarts

De secretaris,

W. Lousberg

Naar boven