De bedrijfsarts beoordeelt of je wegens arbeidsongeschiktheid niet of gedeeltelijk niet kunt werken en geeft hierover een advies aan je leidinggevende. De bedrijfsarts geeft een advies en de leidinggevende maakt naar aanleiding hiervan afspraken met je over wanneer je weer aan het werk kan, over werktijden en of het nodig is om je werkinhoud aan te passen.
De bedrijfsarts beoordeelt ook of de aangegeven klachten en de behandeling de door jouw verwachte hersteldatum rechtvaardigen. Wanneer dat het geval is, wordt de verwachte hersteldatum schriftelijk aan de werkgever doorgegeven.
Als je het niet eens bent met het oordeel van de bedrijfsarts, kun je als ‘second opinion’ een Deskundigenoordeel bij het UWV aanvragen. Ook als je leidinggevende het niet eens is met het oordeel van de bedrijfsarts kan hij een Deskundigenoordeel bij het UWV aanvragen.
De aanvrager (jijzelf of de werkgever) betaalt de kosten van deze second opinion. UWV hanteert hiervoor tarieven die op de website staan (www.uwv.nl)
5.Hervatten bij herstel
Je herstelmelding geef je zo snel mogelijk door aan je direct leidinggevende. Dit kan ook op een dag zijn waarop je niet werkt. De leidinggevende geeft deze melding door aan P&O (personeelszakenRSD@rsdkrh.nl). Hiervoor wordt het ziek- en herstelmeldingsformulier gebruikt (zie bijlage 2). De medewerker P&O registreert alle herstelmeldingen in het personeelsinformatiesysyteem. Indien nodig geeft de arbo-coördinator de herstelmelding door aan het UWV.
Gedeeltelijk hersteld
In overleg met je leidinggevende bepaal je wanneer je weer gedeeltelijk aan het werk gaat. Deze gedeeltelijke herstelmelding geeft de leidinggevende via het ziek- en herstelmeldingsformulier door aan P&O (personeelszakenRSD@rsdkrh.nl).
6.Langdurige ziekte (Wet Verbetering Poortwachter)
Vanaf april 2002 is de Wet verbetering Poortwachter (WVP) van kracht. Deze wet beschrijft uitgebreid aan welke richtlijnen de werkgever zich moet houden met betrekking tot verzuimbegeleiding. De verantwoordelijkheid voor het voorkomen van langdurig ziekteverzuim ligt bij de werkgever en medewerker, die daarbij ondersteund wordt door de arbodienst. Als eenmaal duidelijk is geworden dat de arbeidsongeschikte medewerker niet meer bij de eigen werkgever de werkzaamheden kan hervatten, treedt de uitvoeringsinstantie (UWV) op als ‘poortwachter’ voor de WIA. Deze verantwoordelijkheidsverdeling brengt met zich mee dat, als de re-integratie van een zieke medewerker niet slaagt, er een overdracht van dossiers en verantwoordelijkheden moet plaatsvinden van de werkgever naar het UWV. Om dit proces ordelijk te laten verlopen is een complex van regels opgesteld, ‘het Poortwachtermodel’.
Het
Poortwachtermodel
Concreet betekent dit dat de werkgever moet registreren wat er allemaal gebeurd is tijdens de eerste twee ziektejaren. Men is verantwoordelijk voor het komen tot een goed re-integratiedossier/personeelsdossier van de betreffende zieke medewerker. De werkgever doet dit samen met de medewerker en de arbodienst. Het model geeft aan wanneer welke acties ondernomen moeten worden (bijv. Plan van aanpak voor de 8e week) en hoe het geheel vorm moet krijgen (bijv. aanstellen van een casemanager, die de overeengekomen acties begeleidt).
Ook de medewerker is verplicht zich actief op te stellen en te werken aan zijn re-integratie. Hij moet deelnemen aan het overleg met betrekking tot zijn re-integratie. Ook zal hij sneller passende arbeid moeten aanvaarden. Wanneer hij niet actief meewerkt én ook wanneer het re-integratiedossier/personeelsdossier niet volledig is, heeft dit consequenties voor zijn WIA-aanvraag en uitkering.
De werkgever heeft de plicht om, tijdens de eerste twee jaren, wanneer re-integratie binnen de eigen onderneming niet mogelijk is, zich in te spannen om plaatsing bij een andere werkgever te regelen. Hiervoor kan een re-integratiebureau worden ingeschakeld.
Ziekteverzuimbegeleiding
De werkgever draagt zorg voor een goede ziekteverzuimbegeleiding. De insteek is positief; we kijken naar de mogelijkheden die er ondanks het verzuim wel zijn in plaats van naar de onmogelijkheden. Contact houden met de zieke medewerker en het nemen van de nodige maatregelen maken in veel gevallen een snelle terugkeer naar het werk mogelijk. Dit is van belang omdat langdurig verzuim terugkeer in de organisatie extra moeilijk maakt. Aandacht geven aan de zieke medewerker door diegenen die het meest betrokken zijn, de eigen afdeling, werkt positief. De leidinggevende heeft een centrale rol en is verantwoordelijk voor de verzuimbegeleiding binnen de afdeling. De leidinggevende treedt dan ook op als casemanager.
De afdeling P&O heeft de taak om de leidinggevenden te ondersteunen en te adviseren en de medewerker te informeren. De afdeling P&O is verantwoordelijk voor het bijhouden van het re-integratiedossier/personeelsdossier en heeft tevens de taak om de termijnen van de Wet Verbetering Poortwachter te bewaken. De arbodienst neemt rechtstreeks contact op met de leidinggevende van de verzuimende medewerker. De medewerker zelf heeft dus contact met zijn leidinggevende en de deskundigen van de arbodienst.
Hieronder worden de belangrijkste aspecten uit de Wet Verbetering Poortwachter toegelicht.
Probleemanalyse
Door de bedrijfsarts wordt binnen zes weken na de ziekmelding een probleemanalyse en een advies opgemaakt. Deze probleemanalyse wordt verstrekt aan jou en de werkgever.
Plan van aanpak
Naar aanleiding van de probleemanalyse en het advies van de bedrijfsarts wordt na acht weken een plan van aanpak opgesteld. Jij stelt dit samen met je leidinggevende op. Hierin worden de mogelijkheden aangegeven voor een spoedige re-integratie. Re-integratieactiviteiten als aanpassing van je takenpakket, omscholing of aanpassing van de werkplek kunnen hierbij worden opgenomen. Je bent mede verantwoordelijk en hebt hiermee een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van het welslagen van de re-integratie. Als je niet voldoet aan je plicht tot medewerking dan kunnen er sancties volgen.
De leidinggevende verstrekt een kopie exemplaar van het plan van aanpak aan jou, het origineel komt in jouw personeelsdossier (onderdeel re-integratiedossier). Het plan van aanpak wordt minimaal elke zes weken of zo vaak als nodig geëvalueerd en bijgesteld.
Minimaal elke 6 weken contact met elkaar onderhouden
Ervaring leert dat werkhervatting gemakkelijker is naarmate je beter contact hebt gehouden met de werkplek. Het is daarom aan te bevelen dat de leidinggevende regelmatig, maar tenminste elke zes weken, contact houdt over de voortgang (voortgangs- of evaluatiegesprekken). Tijdens het herstelproces en de re-integratieactiviteiten hebben jij en de bedrijfsarts ook regelmatig contact. Daarnaast heeft de bedrijfsarts ook regelmatig met je leidinggevende contact om te kijken wat er gedaan kan worden aan je terugkeer op het werk.
Re-integratie is een zaak tussen jou en je leidinggevende. UWV heeft hier geen rol in. Maar als de re-integratie vast loopt en de bedrijfsarts kan niet verder helpen, kan zowel de werkgever als de werknemer een Deskundigenoordeel bij het UWV aanvragen. Het Deskundigenoordeel is een oordeel over de re-integratie op een bepaald moment.
Ziekmelding bij UWV
Wanneer je arbeidsongeschiktheid langer dan 42 weken duurt, meldt de arbo-coördinator dit aan het UWV.
Eerstejaarsevaluatie
Als het jou na een jaar niet is gelukt om weer volledig aan de slag te gaan, is het tijd om te bekijken wat de stand van zaken is en of het Plan van aanpak nog steeds voldoet. Aan de hand van een daartoe bestemd formulier (eerstejaarsevaluatie) wordt de stand van zaken besproken en vastgelegd door de leidinggevende samen met jou. De arbo-coördinator heeft hierbij een adviserende rol. Het originele formulier wordt bewaard in het re-integratiedossier/personeelsdossier. De leidinggevende, medewerker en arbodienst ontvangen een kopie.
Re-integratie
dossier
Als je langer dan 87 weken ziek bent, ontvang je van het UWV een bericht om de WIA-aanvraag in te dienen. Bij de WIA-aavraag stuur je het re-integratiedossier mee. Het re-integratiedossier bevat een werkgeversdeel en een medisch deel. In het re-integratiedossier wordt in het werkgeversdeel door de werkgever en de medewerker verantwoording afgelegd over de uitgevoerde activiteiten gericht op herstel en werkhervatting in de ziekteperiode. Dit kunnen gespreksverslagen zijn, maar ook terugkoppelingen van (evaluatie)spreekuren en bijstellingen van het vastgestelde plan van aanpak, evenals van de eerstejaarsevaluatie De werkgever zorgt ervoor dat je het werkgeversdeel van het re-integratiedossier op tijd krijgt, dus uiterlijk in de 88e week.
Je bent verplicht om in het re-integratiedossier je visie te geven op het achterliggende re-integratietraject en de inspanningen van de werkgever en de arbodienst in de ziekteperiode. Ondersteuning door de leidinggevende en P&O is in de meeste gevallen noodzakelijk. Het medisch deel van het re-integratiedossier bevat de medische en arbeidskundige gegevens, die het UWV nodig heeft voor de inhoudelijke WIA-beoordeling (actueel oordeel). Dit gedeelte wordt verzorgd door de arbodienst en opgestuurd naar je thuisadres.
WIA beoordeling aanvragen
In week 91 vraag je de WIA-beoordeling aan. Het UWV beoordeelt of werkgever en medewerker er alles aan hebben gedaan om instroom in de WIA te voorkomen. Als er uitzicht is op spoedig herstel bestaat de mogelijkheid om door de medewerker en werkgever gezamenlijk uitstel van de WIA-beoordeling aan te vragen. Let op: je moet je houden aan de uiterlijke inleverdatum van het re-integratiedossier.
WIA – beoordeling
Naar aanleiding van de uitkomst van de WIA-beoordeling zijn er verschillende mogelijkheden. De leidinggevende en de arbo-coördinator begeleiden je in het verdere traject.
7.Salaris bij arbeidsongeschiktheid (art. 7.3. CAR-UWO)
De eerste zes ziektemaanden ontvang je 100% van je bezoldiging. Van de 7e tot en met de 12e ziektemaand wordt 90% van de bezoldiging uitbetaald en van de 13e tot en met de 24e maand 75%. Na 24 maanden wordt bij voortdurende arbeidsongeschiktheid tot aan het einde van het dienstverband 70% van de bezoldiging uitbetaald. Als je gekort wordt op het salaris, wordt je hierover vooraf geïnformeerd. Je ontvangt hierover een brief van P&O.
Als je werkzaamheden verricht in het kader van je re-integratie zal je over de gewerkte uren 100% van het loon ontvangen, ook al worden deze werkzaamheden normaal gesproken lager beloond. Deze stimuleringsmaatregel geldt voor zowel werk als scholing, mits het plaatsvindt binnen voor de medewerker geldende arbeidstijden én het is opgenomen in het re-integratieplan.
Gedurende het tweede ziektejaar krijg je, als je voor tenminste 50% aan het werk bent, een extra percentage van 5% toegekend boven op het geldende percentage loondoorbetaling, tot een maximum van 100%.
8.Sancties, bezwaar maken of in beroep gaan
De regels die opgesteld zijn in de Wet Verbetering Poortwachter zijn niet vrijblijvend. Voor werkgever en medewerker zijn sancties verbonden aan het niet nakomen daarvan.