Delegatiebesluit Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2018

Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland;

bijeen in de vergadering d.d. 29 maart 2018;

 

overwegende, dat:

a. het algemeen bestuur belast is met de uitoefening van bestuursbevoegdheden;

b. de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 januari 2015 onder andere een nadere regeling bevat van de verdeling van de bevoegdheden van en tussen de organen van openbare lichamen op grond van deze wet;

c. het met het oog op een doelmatige besluitvorming en een vlotte afdoening van zaken gewenst is om nader te benoemen bevoegdheden over te dragen aan het dagelijks bestuur;

 

gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 15 februari 2018;

gelet op de artikelen 33 en 33a van de Wet gemeenschappelijke regelingen, de artikelen 10:13 tot en met 10:21 van de Algemene wet bestuursrecht en de Eerste Wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2010;

 

besluit:

 

vast te stellen het volgende delegatiebesluit:

Artikel 1 Delegatie

 

Aan het dagelijks bestuur zijn overgedragen de in het bij dit besluit behorende overzicht genoemde bevoegdheden.

 

Artikel 2 Algemene beperking

 

De overgedragen bevoegdheden kunnen slechts worden uitgeoefend voor zover ter zake, blijkens de door het algemeen bestuur vastgestelde begroting, voldoende financiële middelen beschikbaar zijn gesteld.

 

Artikel 3 Mandaat

 

1. Het dagelijks bestuur kan de uitoefening van de in dit besluit overgedragen bevoegdheden onder het stellen van nadere regels opdragen aan door hem aan te wijzen ambtenaren.

2. Mandatering dient gemeld te worden aan het algemeen bestuur.

 

Artikel 4 Intrekking

 

Het ‘Delegatiebesluit Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2016’, vastgesteld door het algemeen bestuur op 16 december 2015, en de ‘Wijziging delegatiebesluit’, vastgesteld door het algemeen bestuur op 30 maart 2017, worden ingetrokken.

 

Artikel 5 Citeertitel en inwerkingtreding

 

1. Dit besluit treedt in werking na bekendmaking en werkt terug vanaf 1 januari 2018.

2. Dit besluit kan worden aangehaald als ‘Delegatiebesluit Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2018’.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland,

 

De secretaris De voorzitter

ir. A. Schoenmaker drs. J.C.G.M. Berends

Apeldoorn, 29 maart 2018

Overzicht van overgedragen bevoegdheden ex artikel 1 van het Delegatiebesluit Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 2018

 

I Wet veiligheidsregio’s

 

a. Het uitnodigen voor zienswijzen ten behoeve van de vaststelling van het regionaal risicoprofiel (artikel 15, vierde en vijfde lid);

b. Voorbereidingen in het kader van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure (afdeling 3:4, met uitzondering van artikel 3:18 Algemene wet bestuursrecht) met betrekking tot het vaststellen van rampbestrijdingsplannen (artikel 17 juncto artikel 6.1.4, eerste lid, van het Besluit veiligheidsregio’s);

c. Het sluiten van een convenant met de korpschef en de hoofdofficier van justitie met het oog op de samenwerking bij branden, rampen en crises (artikel 19);

d. Het zorgdragen voor de inrichting van een uniforme informatie- en communicatievoorziening, daaronder begrepen het vaststellen van de informatiebehoefte en het vaststellen van kaders, standaarden en kwaliteitseisen met het oog op de informatie-uitwisseling binnen en tussen de in artikel 10, onder i, Wet veiligheidsregio’s bedoelde organisaties (artikel 22);

e. Het vaststellen van het kwaliteitszorgsysteem dat de veiligheidsregio hanteert (artikel 23);

f. Het aanwijzen van een inrichting als bedrijfsbrandweerplichtig (artikel 31 en Hoofdstuk 7 van het Besluit veiligheidsregio’s). Hiertoe behoort ook het na beoordeling afzien van het aanwijzen;

g. Het maken van schriftelijke afspraken met de Regionale Ambulancevoorziening en de in die regio werkzame instellingen, zorgaanbieders en diensten over de inzet van deze instellingen, zorgaanbieders en diensten bij de uitvoering van hun taak en op de voorbereiding daarop (artikel 33, tweede lid);

h. Het in overleg treden met een instelling of zorgaanbieder, indien de uitvoering van de geneeskundige hulpverlening of de voorbereiding daarop naar het oordeel van het bestuur van de veiligheidsregio tekort schiet (artikel 34, eerste lid);

i. Het vaststellen van eisen waaraan de Regionale Ambulancevoorziening moet voldoen met betrekking tot de meldkamer voor de daadwerkelijke ambulancezorg (artikel 35, vierde lid);

j. Het bevelen dat een inrichting die behoort tot een krachtens artikel 17 aangewezen categorie niet in werking gesteld of gehouden wordt (artikel 48, tweede lid);

k. Het openbaar maken van gegevens (artikel 49, eerste lid);

l. Het aanwijzen van ambtenaren, die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de artikelen 30, 31 en 48 bepaalde (artikel 61);

m. De oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving van het bij of krachtens artikel 31 bepaalde alsmede het bij of krachtens artikel 48 bepaalde ten aanzien van de krachtens artikel 17 aangewezen inrichtingen, tot welke bevoegdheid mede behoort het stilleggen of gedeeltelijk buiten werking stellen of verzegelen van de inrichting dan wel het verzegelen of verwijderen van hetgeen zich in de inrichting bevindt (artikel 63).

 

II Eerste Wijziging Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland 2010

 

De wettelijke taken, zoals vermeld in artikel 10 van de Wet veiligheidsregio’s (artikel 4).

 

III Wet openbaarheid van bestuur / Wet hergebruik van overheidsinformatie

 

a. Het beslissen op aan het algemeen bestuur gerichte verzoeken om informatie, inclusief het opschorten en verdagen, op grond van de artikelen 6 en 7 van de Wet openbaarheid van bestuur.

b. Het beslissen op aan het algemeen bestuur gerichte verzoeken om hergebruik van overheidsinformatie, inclusief het opschorten en verdagen, op grond van de artikelen 3 en 4 van de Wet hergebruik van overheidsinformatie.

 

IV Wet bescherming persoonsgegevens / Algemene Verordening Gegevens-bescherming (AVG)

 

a. Het beslissen op verzoeken om informatie en het uitoefenen van de overige bevoegdheden als bedoeld bij of krachtens de Wet bescherming persoonsgegevens dan wel vanaf 25 mei 2018 de Algemene Verordening Gegevensbescherming, die zijn gericht tot het algemeen bestuur.

 

V Wetboek van Strafvordering

 

a. Het doen van aangifte van een begaan strafbaar feit (artikel 160 tot en met 166a).

 

VI Handelsregisterwet 2007

 

Het doen van opgave voor de eerste inschrijving in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel en het doen van vervolg opgave(n) oftewel wijziging(en) na de eerste inschrijving in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel (artikel 18, leden 1, 2 5 en 6).

 

VII Verordening Jeugdbrandweer VNOG 2018

 

Het verlenen van ontheffing voor de jaarlijkse contributie (artikel 9, lid 6) en voor

de jaarlijkse éénmalige ouderlijke bijdrage (artikel 9, lid 8) aan een lid van de jeugdbrandweer, indien blijkt dat dit lid te maken heeft met minimabeleid en/of gesubsidieerd sporten vanuit de gemeente waar het lid woonachtig is.

 

 

 

 

Toelichting

 

De verdeling van de bestuursbevoegdheden van een openbaar lichaam dat bij gemeenschappelijke regeling is ingesteld is een zaak van de bestuursorganen algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter (artikel 12, eerste lid, Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR)).

 

Het algemeen bestuur

 

Binnen de structuur van de Wet gemeenschappelijke regelingen berusten de bevoegdheden van het openbaar lichaam in beginsel bij het algemeen bestuur. Zo staat het algemeen bestuur aan het hoofd van het openbaar lichaam (artikel 12, tweede lid, WGR).

 

Het algemeen bestuur heeft de bevoegdheden:

a. die in de gemeenschappelijke regeling door de deelnemende gemeenten aan de veiligheidsregio worden overgedragen (artikel 33 WGR; i.c. zijn dat de bevoegdheden die voortkomen uit artikel 10 van de Wet veiligheidsregio’s);

b. die het algemeen bestuur niet mag overdragen (artikel 33a WGR: het vaststellen van de begroting en de jaarrekening; het heffen van rechten; het vaststellen van verordeningen);

c. uit andere wetten, met name de Wet veiligheidsregio’s (dit is attributie).

 

Het dagelijks bestuur

 

Met de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 januari 2015 is een aantal bevoegdheden neergelegd bij het dagelijks bestuur (attributie; artikel 33b WGR):

a. het voeren van het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam;

b. het voorbereiden en uitvoeren van besluiten van het algemeen bestuur;

c. het vaststellen van regels over de ambtelijke organisatie;

d. het benoemen, schorsen en ontslaan van ambtenaren;

e. het besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen;

f. het voeren van (handelingen ter voorbereiding op) rechtsgedingen en bezwaarprocedures;

g. het nemen van conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit.

Daarnaast kan het dagelijks bestuur bevoegdheden ontvangen van het algemeen bestuur (artikel 33a, eerste lid, WGR).

 

Overdracht van bevoegdheden mag niet als de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet (artikel 33a, eerste lid, WGR). Dat kan het geval zijn bij bevoegdheden die een kaderstellend karakter hebben. Dit geldt ook voor de vaststelling van de regionale planfiguren (beleidsplan, crisisplan, rampbestrijdingsplan).

 

Het algemeen bestuur kan beperkingen stellen in geval bevoegdheden worden overgedragen (artikel 33a, vierde lid, WGR). Het algemeen bestuur kan beleidsregels vaststellen, waarin het aangeeft op welke manier de bevoegdheid wordt uitgevoerd.

 

De voorzitter

 

Het derde bestuursorgaan van het openbaar lichaam is de voorzitter (artikel 12, eerste lid, WGR). Deze is bevoegd om het openbaar lichaam in en buiten rechte te vertegenwoordigen (artikel 33d, eerste lid, WGR).

 

Naar boven