Besluit van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Servicepunt71 houdende regels omtrent de gemeenschappelijke stageregeling gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude en bedrijfsvoeringsorganisatie Servicepunt71

In oktober 2014 hebben de gemeenten en Servicepunt71 de wens geuit om te komen tot een gemeenschappelijk stagebeleid en daarvoor ontwikkelde instrumenten. De aanleiding voor deze wens is drieledig:

  • 1.

    Het essentiële thema 'instroom van jongeren' in de cao gemeenteambtenaren 2013-2015;

  • 2.

    De motie 'Werk maken van stages' (M140059/4, dd. 8 juli 2014) vanuit de Leidse gemeenteraad;

  • 3.

    De landelijk onverminderde voortzetting van vergrijzing binnen gemeentes en gemeenschappelijke regelingen tussen gemeenten.

 

Besluit

Het bestuur besluit:

  • 1.

    de gemeenschappelijke stageregeling gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude en bedrijfsvoeringsorganisatie Servicepunt71 d.d. 22-02-2016 vast te stellen.

Artikel 1 - Definities

  • a.

    Bestuursorgaan – de colleges van de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Zoeterwoude of het bestuur van Servicepunt71.

  • b.

    Stagiair – een student die onderwijs volgt bij een reguliere instelling op vmbo, havo, vwo, mbo, hbo of wo-niveau en vanuit deze onderwijsinstelling ervaring opdoet door in de beroepspraktijk te leren en te werken.

  • c.

    Onder deze regeling valt niet:

    • a.

      de student die over de gehele opleidingsduur 50% of meer van de opleidingstijd leert in de beroepspraktijk en in deze periode een (tijdelijke, voor de duur van de opleiding of (school)jaar) aanstelling heeft, bijv. bij beroepsbegeleidende leerweg (bbl) van het mbo of de duale leerweg van het hbo.

    • b.

      de trainee, die als zodanig niet meer verbonden is aan een onderwijsinstelling en een regulier dienstverband heeft of gedetacheerd is vanuit een bureau.

Artikel 2 – Stages van maximaal zes weken

  • a.

    Voor een stagiair die een zeer korte stage volgt van enkele dagen tot zes weken, geldt dat:

    • a.

      het bestuursorgaan en de stagiair geen stageovereenkomst sluiten;

    • b.

      de stagiair wel een geheimhoudingsverklaring ondertekent;

    • c.

      de stagiair onder de aansprakelijkheidsverzekering van het bestuursorgaan valt;

    • d.

      de stagiair geen vergoeding ontvangt anders dan een attentie;

    • e.

      alle overige artikelen van deze regeling niet van toepassing zijn.

  • b.

    Uitzondering betreft jongeren onder de 16 jaar. In dit geval is een stageovereenkomst wettelijk verplicht.

Artikel 3 - Leerplan

In het begin van de stage wordt het doel vastgelegd in een leerplan om de verwachtingen aan bestuursorgaan en stagiair over en weer expliciet te maken. Hierin dienen de doelstellingen van de stageopdracht en het in te vullen takenpakket voldoende duidelijk te worden gemaakt, evenals de wijze van evalueren. Deze worden vanuit student en onderwijsinstelling aangegeven. Tevens dient een globale planning te worden bijgevoegd zodat het plan kan worden gemonitord. Partijen stellen alles in het werk om de overeengekomen doelen te behalen.

Artikel 4 - Begeleiding

Gedurende de stage zorgt de betreffende afdeling voor een adequate begeleiding en fungeert één medewerker als aanspreekpunt voor stagiair en onderwijsinstelling.

Artikel 5 - Rechtspositie

  • a.

    Het bestuursorgaan en de stagiair sluiten een stageovereenkomst af, ondertekend door het bestuursorgaan en de stagiair, waarin beiden verklaren zich te houden aan wat daarin staat vermeld. Op de stageovereenkomst is artikel 1:2A van de CAR-UWO van toepassing.

  • b.

    Het is ter beoordeling aan de leidinggevende of de stagiair een ‘verklaring omtrent het gedrag’ dient te overleggen. De kosten voor de aanvraag van de ‘verklaring omtrent het gedrag’ worden aan de stagiair vergoed.

  • c.

    De stagiair dient de geheimhoudingsverklaring te ondertekenen.

  • d.

    Een stagiair werkt maximaal 36 uur per week. Indien de stagiair één dag per week naar school gaat, werkt de stagiair maximaal 32 uur per week.

  • e.

    De stagiair valt onder de aansprakelijkheidsverzekering van het bestuursorgaan. Indien een verzekering voor geleden schade niet standaard geregeld is, dient de onderwijsinstelling deze af te sluiten.

  • f.

    Een stagiair bouwt bij een 36-urige werkweek 14,4 uur (twee dagen) verlof per maand op. Indien de stagiair minder uren werkt, wordt verlof naar rato van het aantal gewerkte uren opgebouwd. Het verlof dient voor het einde van de stage te zijn opgenomen. Resterende verlofuren worden niet aan de stagiair uitbetaald.

    Indien een werkdag van de stagiair op een feestdag valt, heeft de stagiair vrijaf en hoeft deze dag niet te worden gecompenseerd.

    Ten behoeve van activiteiten vanuit de onderwijsinstelling en eventuele tentamens of examens hoeft een stagiair geen verlof op te nemen.

  • g.

    De stagevergoeding is afhankelijk van de opleiding en bedraagt voor een wo/hbo-opleiding €350,- en voor een mbo-opleiding €250,- per maand. Bij deze bedragen wordt uitgegaan van een 36-urige werkweek. Werkt de stagiair minder, dan zal het bedrag naar rato van het aantal uren per week worden herrekend.

  • h.

    Bij ziekte van langer dan twee weken wordt de stagevergoeding niet doorbetaald.

  • i.

    Studenten hebben veelal recht op een ov-jaarkaart, waarmee de reiskosten van woon- werkverkeer zijn gedekt. Als de stagiair geen recht heeft op een ov-jaarkaart, worden, indien van toepassing, de reiskosten vergoed op basis van de gemeentelijke regeling voor de reiskosten woon-werkverkeer.

  • j.

    In overeenstemming met arbo-wetgeving heeft de stagiair recht op een goede werkomgeving en kosteloze verstrekking van beschermingsmiddelen.

 

Artikel 6 – Stagereglement onderwijsinstelling

Naast de stageovereenkomst tussen bestuursorgaan en stagiair zijn dikwijls regels vastgelegd in een stagereglement van de onderwijsinstelling. Deze vullen elkaar aan. Daar waar regels conflicteren wordt tussen de begeleiders van onderwijsinstelling en bestuursorgaan bepaald hoe moet worden gehandeld.

Artikel 7 – Tussentijdse beëindiging stage

De stage kan in onderling overleg tussentijds worden beëindigd indien van één of beide partijen redelijkerwijs niet kan worden verlangd de stage voort te zetten.

Het bestuursorgaan kan na overleg met de onderwijsinstelling eenzijdig de stage beëindigen indien de stagiair zich onvoldoende houdt aan de geldende regels of aanwijzingen.

Artikel 8 - Vacatures

Bij invulling van vacatures bij de aan deze regeling deelnemende organisaties, heeft de stagiair tot zes maanden na afronding van zijn stage voorrang op externe kandidaten, indien in de vacature niet is voorzien door een interne kandidaat.

Artikel 9 - Slotbepaling

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan door het bestuursorgaan een andere of aanvullende beslissing worden genomen.

Artikel 10 – Inwerkingtreding

Deze regeling is vastgesteld per 1 november 2016 en treedt in werking op de dag van bekendmaking via het GVOP.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur van Servicepunt71 13 oktober 2016

De voorzitter De secretaris

dhr. M.H. van der Eng dhr. H.H. Ossel

Naar boven