Besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Avri houdende regels omtrent uitvoeringsbesluit afvalstoffen Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Avri 2019

Het dagelijks bestuur van Avri besluit,

 

overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen als bedoeld in de Afvalstoffenverordening Avri 2019;

 

gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening Avri 2019;

 

vast te stellen het volgende Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Avri 2019

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:

  • a.

    verordening: Afvalstoffenverordening Avri 2019;

  • b.

    stadscentra: het gebied binnen de wallen (Oosterwal/Zuiderwal/Westerwal) in Culemborg, binnen de singel (Singelwal) in Zaltbommel en binnen de grachten (Oliemolenwal/Sint Walburgbinnensingel) in Tiel.

  • c.

    hoogbouw: niet grondgebonden woningen waarvan de bewoners niet in de gelegenheid zijn om GFT gescheiden aan te bieden omdat een inzamelvoorziening daartoe in de nabijheid van de woning ontbreekt of omdat de bewoners niet de gelegenheid hebben om het inzamelmiddel voor GFT op terrein in eigendom of terrein in gebruik door huur, te plaatsen.

  • d.

    laagbouw: woningen waarvan de bewoners de mogelijkheid hebben om GFT-afval gescheiden aan te bieden.

  • e.

    buitengebied: het gebied buiten de bebouwde kom zoals vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad en dat als zodanig op grond van artikel 156a WVW 1994 is aangeduid en percelen binnen de bebouwde kom waarbij;

    • de loopafstand voor een groot aantal percelen niet voldoet aan de door het algemeen bestuur van Avri vastgestelde richtlijn uit de 19 locatiecriteria en/of;

    • er een lage dichtheid van woningen is (dunbevolkte kernen met minder dan 72 aansluitingen) en/of;

    • de ondergrondse/bovengrondse infrastructuur geen mogelijkheid biedt om een container te plaatsen (zoals kabels, leidingen, bomen) en/of;

    • vanwege route-efficiëntie en doelmatigheid van inzet van het inzamelvoertuig inzameling met minicontainers de voorkeur heeft.

  • f.

    dunbevolkte kern: het gebied binnen een bebouwde kom waarin zich minder dan 72 percelen bevinden;

  • g.

    toegangspas: een middel voorzien van een unieke codering dat op adres wordt verstrekt aan een gebruiker van een perceel en waarmee een afgesloten afvalvoorziening kan worden geopend ten behoeve van de afgifte van afvalstoffen;

  • h.

    nulaanbieders: gebruikers van percelen van wie geen registratie van het gebruik van een inzamelvoorziening of -middel door pasgebruik of chip wordt vastgesteld.

Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties (uitwerking artikel 4)

Als inzamelaar op grond van artikel 4, eerste lid, van de verordening worden aangewezen:

  • a.

    Kerken, scholen, verenigingen en andere maatschappelijke entiteiten waarmee individueel een uitvoeringsovereenkomst is gesloten voor de inzameling van oud papier en karton afkomstig van huishoudens.

  • b.

    bij de aanwijzing van andere inzamelaars op grond van artikel 4, eerste lid, van de verordening, worden de voorschriften en beperkingen als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de verordening vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst met de aan te wijzen inzamelaar.

Artikel 3. Aanwijzing van inzamelplaats

  • 1.

    De inzamelplaatsen zoals bedoeld in artikel 5 van de verordening zijn de brengdepots gevestigd in:

    • a.

      Geldermalsen aan de Meersteeg nummer 17;

    • b.

      Culemborg aan de Randweg nummer 7;

    • c.

      Tiel aan de Riemsdijk nummer 10;

    • d.

      Zaltbommel aan de Dwarsweg 26.

  • 2.

    De inzamelplaatsen aan de Boezem 3 in Gorinchem en de Handelstraat 15 in Leerdam zijn alleen bestemd voor huishoudens uit de gemeente Lingewaal.

Artikel 4. Nadere regels locatie inzamelvoorzieningen

Bij het plaatsen van inzamelvoorzieningen op grond van artikel 7A derde lid wordt - indien van toepassing - rekening gehouden met:

  • a.

    Het bevorderen van een doelmatige afvalinzameling;

  • b.

    De (verkeers)veiligheid;

  • c.

    De fysieke bereikbaarheid van de voorziening voor gebruikers en inzameldienst;

  • d.

    De fysieke geschiktheid van de locatie en zijn omgeving;

  • e.

    De aanwezige kabels en (riool)leidingen in de bodem;

  • f.

    Het beperken van overlast en het voorkomen van (milieu)schade;

  • g.

    Bestaande groen- en parkeervoorzieningen;

  • h.

    Voldoende laagdrempelig voor wat betreft de loopafstand;

  • i.

    De voorziene aanpassing van de omgeving (zoals periodiek groot onderhoud);

  • j.

    De doelmatige bedrijfsvoering (incl. kosten) van de inzameldienst;

  • k.

    De gezichtsbepalende objecten in historische kernen.

Artikel 5. Afvalscheiding (uitwerking artikel 7)

De volgende omschrijvingen van bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen worden op grond van artikel 7, tweede lid, van de verordening vastgesteld:

  • a.

    asbest, asbesthoudend en asbestgelijkend materiaal: afval waarin zich asbest bevindt, of wat op asbest lijkt;

  • b.

    blik: metalen verpakkingsmateriaal voor voedingsmiddelen en dranken;

  • c.

    bouw- en sloopafval: harde steenachtige materialen van huishoudens, zoals puin, gasbeton, dakpannen en materialen zoals dakleer en verankerd geweest meubilair zoals een keukenkastje;

  • d.

    dakleer: dakafval ontstaan bij het bouwen, renoveren, herstellen of slopen van gebouwen en bouwwerken en dat teer- of bitumenhoudend is, zoals bedoeld in het Landelijk Afvalbeheerplan;

  • e.

    drankenkartons: gebruikte lege drankenkartons afkomstig uit huishoudens;

  • f.

    drukhouders: gasflessen en overige drukhouders zoals bedoeld in het Landelijk Afvalbeheerplan, afkomstig van huishoudens;

  • g.

    elektrische en elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur;

  • h.

    frituurolie en -vet: gebruikte frituurolie en –vet afkomstig uit huishoudens;

  • i.

    EPS (piepschuim): gebruikt EPS afkomstig uit huishoudens;

  • j.

    glas: op kleur gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen, met uitzondering van vlakglas, (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, nagellakflesjes, stenen kruiken, porselein, kristal, spiegels en kunststofflessen;

  • k.

    groente-, fruit- en tuinafval (gft-afval): dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld;

  • l.

    grof huishoudelijk afval: volumineus of zwaar huishoudelijk afval dat door de aard, afmeting of gewicht niet in een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden en/of daarin niet thuishoort, en zoals bedoeld in de Acceptatievoorwaarden milieustraten Avri, art 3.115 van de Activiteitenregeling milieubeheer en het Landelijk Afvalplan, te weten:

    • a.

      afgedankte elektrische en elektronische apparatuur;

    • b.

      asbest;

    • c.

      C-hout;

    • d.

      gasflessen, brandblussers en overige drukhouders;

    • e.

      grond;

    • f.

      A-hout en B-hout;

    • g.

      banden van voertuigen;

    • h.

      dakafval;

    • i.

      geëxpandeerd polystyreenschuim;

    • j.

      gemengd steenachtig materiaal, niet zijnde asfalt en niet zijnde gips;

    • k.

      gips;

    • l.

      grof tuinafval;

    • m.

      harde kunststoffen;

    • n.

      matrassen;

    • o.

      metalen;

    • p.

      papier en karton;

    • q.

      textiel, niet zijnde tapijt;

    • r.

      vlakglas en;

    • s.

      grof restafval dat resteert nadat de deelstromen a. t/m r. gescheiden zijn aangeboden (zoals bouw- en sloopafval, tapijt en meubilair).

  • m.

    grof restafval: grof afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in andere deelstromen genoemd in artikel 37 van de verordening;

  • n.

    grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder gft-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout etcetera, met uitzondering van bielzen, tuinhekken, tuinschuttingen en verhardingen;

  • o.

    grond: niet vervuilde soorten aarde en soorten zand inclusief graszoden, afkomstig van huishoudens.

  • p.

    harde kunststoffen: huishoudelijke materialen gemaakt van de chemische stof PP, HDPE, PVC, ABS, PS, LDPE, PC of vergelijkbare stoffen;

  • q.

    hout: hout in de kwaliteiten A, B en C. A-hout: onbewerkt hout afkomstig van huishoudens. B-hout: hardboard, zachtboard, spaanplaat, vezelplaat, geperst hout, gebruikte meubelen (m.u.v. rotan), deuren en kozijnen (zonder glas en metalen onderdelen), niet-geïmpregneerd afvalhout, triplex, multiplex en sloophout afkomstig van huishoudens. C-hout: hout dat is verduurzaamd of geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout, afkomstig van huishoudens;

  • r.

    klein chemisch afval: huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

  • s.

    kunststof verpakkingen: verpakkingen van kunststof zoals bedoeld in het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen;

  • t.

    Matrassen: lichaamondersteunend onderdeel van een bed, afkomstig van huishoudens gemaakt van o.a. polyetherschuim, traagschuim, koudschuim of latex;

  • u.

    medicijnen en injectienaalden: medicijnen en injectienaalden afkomstig uit huishoudens;

  • v.

    metalen: ferro en non-ferro metaalstoffen van huishoudens zoals (metaal)schroot, roestvast staal, restanten zink, aluminium, koper, lood en legeringen, met uitzondering van gemotoriseerde vaar- en voertuigen, aanhangers en caravans, gasflessen, vaten en andere metalen verpakkingen;

  • w.

    oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog, schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, (drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier vallen niet onder oud papier en karton);

  • x.

    restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in andere deelstromen genoemd in artikel 7 van de verordening;

  • y.

    schoon gips: schoon gips afkomstig uit huishoudens;

  • z.

    schoon puin: gemengd steenachtig materiaal, niet zijnde asfalt en niet zijnde gips;

  • aa.

    tapijt: vast tapijt of karpetten, tapijttegels als bedoeld in het Landelijk Afvalbeheerplan, afkomstig van huishoudens;

  • bb.

    textiel: kleding, schoenen, accessoires, huishoudtextiel, knuffels, grote lappen stof en gordijnen die niet vervuild zijn met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

  • cc.

    vlakglas: ruiten van woningen, dubbelglas, draadglas, gelaagd glas, spiegelglas, gehard glas, glazen bouwstenen (zonder cement), aquaria, douchewanden, glazen snijplanken, glas van foto- en posterlijsten, afkomstig van huishoudens;

  • dd.

    voertuigbanden: banden van personenwagens afkomstig van huishoudens;

Artikel 6. Frequentie van inzamelen (uitwerking artikel 7 lid 1)

Op grond van artikel 7 lid 1 van de verordening wordt van de bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen de volgende inzamelfrequentie vastgesteld:

  • a.

    restafval in minicontainers als inzamelmiddel wordt ten minste eenmaal per vier weken afzonderlijk ingezameld bij elk perceel;

  • b.

    groente-, fruit- en tuinafval in minicontainers als inzamelmiddel wordt ten minste eenmaal per twee weken afzonderlijk ingezameld bij elk perceel;

  • c.

    oud papier en karton in minicontainers als inzamelmiddel wordt tenminste 12 maal per jaar afzonderlijk ingezameld bij elk perceel;

  • d.

    kunststofverpakkingen en drankenkartons in minicontainers als inzamelmiddel worden ten minste eenmaal per drie weken afzonderlijk ingezameld bij elk perceel;

  • e.

    kunststofverpakkingen en drankenkartons in inzamelzakken als inzamelmiddel voor bewoners van hoogbouw worden wekelijks ingezameld;

  • f.

    grof huishoudelijk afval en grote elektrische- en elektronische apparaten worden op afroep ingezameld.

Artikel 7. Aanwijzing inzamelmiddelen- en voorzieningen (uitwerking artikel 7A)

Op grond van artikel 7A, eerste lid, van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen:

  • a.

    voor restafval van huishoudens de verzamelcontainer voor gebruikers van een aantal percelen binnen de bebouwde kom;

  • b.

    voor restafval van huishoudens in het buitengebied en huishoudens van percelen in een dunbevolkte kern (met minder dan 72 percelen) binnen de bebouwde kom, een minicontainer als inzamelmiddel voor de gebruiker van één perceel beschikbaar gesteld. Zij kunnen in plaats daarvan op verzoek worden aangesloten op een bestaande verzamelcontainer in een nabijgelegen kern;

  • c.

    voor restafval van huishoudens binnen de bebouwde kom van een kern waarin zich niet meer dan 144 percelen bevinden, wordt een minicontainer als inzamelmiddel voor de gebruiker van één perceel beschikbaar gesteld. Zij kunnen in plaats daarvan op verzoek worden aangesloten op de verzamelcontainer binnen die kern;

  • d.

    voor groente-, fruit- en tuinafval van huishoudens een minicontainer als inzamelmiddel voor de gebruiker van één perceel. Voor de stadscentra en de hoogbouw wordt op verzoek een minicontainer als inzamelmiddel voor een perceel beschikbaar gesteld;

  • e.

    voor klein chemisch afval van huishoudens op verzoek een kca-box;

  • f.

    voor oud papier en karton van huishoudens een minicontainer als inzamelmiddel voor de gebruiker van één perceel, een verzamelcontainer voor gebruikers van een aantal percelen en een brengvoorziening voor papier op wijkniveau;

  • g.

    voor glas en blik van huishoudens een brengvoorziening op wijkniveau;

  • h.

    voor textiel van huishoudens een brengvoorziening op wijkniveau;

  • i.

    voor kunststofverpakkingen en drankenkartons van huishoudens in de laagbouw een minicontainer als inzamelmiddel voor de gebruiker van één perceel. Voor huishoudens in de stadscentra een brengvoorziening op wijkniveau voor gebruikers van een aantal percelen. Voor huishoudens in de hoogbouw de beschikbaar gestelde inzamelzak voor de gebruiker van één perceel;

  • j.

    medicijnen en injectienaalden van huishoudens een brengvoorziening bij de apotheken;

  • k.

    klein chemisch afval en alle hiervoor niet genoemde categorieën huishoudelijk afval als bedoeld in artikel 7 lid 2 van de verordening worden niet (na)bij het perceel ingezameld door de inzameldienst. Deze categorieën moeten bij de brengdepots worden ingeleverd.

Artikel 8. Gescheiden aanbieding (uitwerking artikel 8 lid 2)

Op grond van artikel 8, tweede lid, van de verordening worden de volgende categorieën personen vrijgesteld van de gescheiden inzameling van gft-afval: bewoners van hoogbouw en de stadscentra.

Artikel 9. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden (uitwerking artikel 9)

Het dagelijks bestuur stelt de volgende regels op grond van artikel 9, eerste lid, van de verordening:

  • a.

    inzamelmiddelen mogen, mits goed gesloten, de avond voor de vastgestelde inzameldag zoals aangegeven op de afvalkalender vanaf 18.00 uur op de juiste wijze worden aangeboden;

  • b.

    de inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst, doch uiterlijk om 22:30 uur op de vastgestelde inzameldag, van de weg zijn verwijderd;

  • c.

    grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparatuur worden op afroep ingezameld, deze categorieën moeten worden aangeboden op het moment dat het inzamelvoertuig bij het perceel is gearriveerd;

  • d.

    in verband met geluidhinder mogen glasbakken alleen tussen 7:00 uur en 21:00 uur worden gebruikt.

Artikel 10. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen (uitwerking artikel 10)

  • 1.

    Krachtens artikel 10 van de verordening stelt het dagelijks bestuur de volgende regels voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen:

    • a.

      het beheer van de inzamelmiddelen die in bruikleen zijn verstrekt door of namens de gemeente, berust bij Avri;

    • b.

      de inzameldienst is bevoegd om een minicontainer als inzamelmiddel te voorzien van een chip. Deze chip met uniek nummer is gekoppeld aan het volume van het inzamelmiddel en adresgegevens. Deze chip is het identificatiemiddel om de frequentie van aanbieden te registeren, inclusief de identificatie van zogenaamde nulaanbieders, om de afvalscheidingplicht te handhaven, voor containerbeheer en route-optimalisatie.

    • c.

      de inzameldienst is bevoegd om de toegangspassen voor ondergrondse inzamelvoorzieningen te koppelen aan de adresgegevens en registratie van aanbiedingen, inclusief de identificatie van zogenaamde nulaanbieders. Deze toegangspassen zijn het identificatiemiddel om de frequentie van aanbieden te registreren;

    • d.

      de door of namens de gemeente door Avri verstrekte inzamelmiddelen en toegangspassen behoren bij de woning;

    • e.

      de gebruiker van een perceel dient zich tot het klantencontactcentrum van Avri te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot inzamelmiddel wordt aangetroffen of een aanpassing binnen het bepaalde in dit artikel in het containerpakket gevraagd wordt voor wat betreft het formaat en aantal. Bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een inzamelmiddel dient de gebruiker van een perceel zich ook tot het klantencontactcentrum van Avri te wenden;

    • f.

      de inzamelmiddelen blijven eigendom van de verstrekker en worden bij normale slijtage voor haar rekening technisch onderhouden;

    • g.

      de gebruiker is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als ware deze zijn eigendom;

    • h.

      de gebruiker mag geen papieren of plastic zakken gebruiken in minicontainers als inzamelmiddel voor gft-afval. Het gebruik van composteerbare zakken met het kiemlogo is toegestaan.

    • i.

      de gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaken;

    • j.

      de verstrekte inzamelmiddelen voor rest- en gft-afval mogen alleen worden gereinigd met water of een biologisch afbreekbaar schoonmaakmiddel;

    • k.

      per perceel is het gebruik van maximaal twee minicontainers van 140 en/of 240 liter als inzamelmiddel voor de fractie oud papier en karton, de fractie plastic verpakkingen inclusief drankenkarton en de fractie groente- fruit- en tuinafval toegestaan. Gebruikers van percelen die op 31 december 2018 in het bezit waren van meer dan twee inzamelmiddelen per fractie mogen deze blijven gebruiken. Bij verlies, diefstal of slijtage worden deze extra inzamelmiddelen niet meer vervangen;

    • l.

      Per perceel in het buitengebied is het gebruik van maximaal één minicontainer van 140 of 240 liter als inzamelmiddel voor restafval toegestaan. Op verzoek en tegen betaling kan één extra minicontainer van 140 of 240 liter in gebruik verkregen worden;

      per perceel wordt één toegangspas voor ondergrondse inzamelvoorzieningen verstrekt. Op verzoek en tegen betaling kan een tweede toegangspas worden verstrekt.

      Gebruikers van percelen die voorafgaand aan het nieuwe inzamelbeleid (per 1 juli 2019) in het bezit waren van meer dan twee toegangspassen voor inzamelvoorzieningen mogen deze blijven gebruiken. Nieuwe aanvragen van deze gebruikers die leiden tot het in bezit houden van meer dan twee toegangspassen worden niet, ook niet in het geval van verlies, diefstal of slijtage, in behandeling genomen. Ook voor die gebruikers geldt dan het maximum van twee;

    • m.

      de gebruiker van een toegangspas blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het gebruik van de toegangspas voor inzamelvoorzieningen;

    • n.

      indien een minicontainer als inzamelmiddel geheel of gedeeltelijk niet geleegd kan worden door toedoen van de gebruiker of door omstandigheden buiten de risicosfeer van de inzamelaar (o.a. vastklemmen, vastvriezen van afval), is dit voor risico van de gebruiker. Dit houdt voor restafval in een extra aanbieding voor rekening van de gebruiker (buitengebied);

    • o.

      in afwijking van het bepaalde onder n. wordt in geval van calamiteiten (niet verwijtbaar door of voor risico van de inwoner) of door toedoen van de inzamelaar een inzamelmiddel geheel of gedeeltelijk niet geleegd wordt, de desbetreffende aanbieding niet in rekening gebracht.

  • 2.

    Krachtens artikel 10, eerste lid, van de verordening stelt het dagelijks bestuur de volgende regels omtrent de plaats waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

    • a.

      het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in minicontainers als inzamelmiddelen dient ordentelijk te geschieden door plaatsing van de container op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;

    • b.

      indien de minicontainers worden geleegd door een voertuig met zijbelading moeten de handvaten van de rijweg af gericht zijn. Worden de minicontainers door een achterlader geleegd dan moeten met de handvaten naar de rijweg gericht ter aanbieding worden aangeboden. De te plaatsen richting van de handvaten wordt aangegeven door middel van een sticker met pijlen op de container;

    • c.

      bij de afgifte van afvalstoffen op een brengdepot zijn de acceptatievoorwaarden in het Acceptatiereglement Milieustraten van toepassing;

    • d.

      degene die zich van afvalstoffen ontdoet, moet zich bij of op een brengdepot kunnen legitimeren;

    • e.

      het grof afval dient op de afgesproken dag op een voor het inzamelmaterieel goed bereikbare plaats bij het perceel te worden aangeboden.

    • f.

      asbest, asbesthoudend en asbestgelijkend materiaal met een omvang van meer dan 2 m2 of een gewicht van meer dan 20 kg moet worden aangeboden op het grondstoffenpark aan de Meersteeg nr 17.

  • 3.

    Krachtens artikel 10, eerste lid, van de verordening stelt het dagelijks bestuur de volgende regels omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

    • a.

      op een inzameldag mag een inzamelmiddel slechts één maal worden aangeboden;

    • b.

      inzamelmiddelen dienen gesloten te zijn en inzamelingvoorzieningen moeten na gebruik goed gesloten worden;

    • c.

      uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen mag geen afval steken;

    • d.

      afvalstoffen die ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en die na inzameling daardoor in het inzamelmiddel zijn achtergebleven, dienen onverwijld door de aanbieder uit het inzamelmiddel te worden verwijderd;

    • e.

      het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van de ter aanbieding aangeboden minicontainer als inzamelmiddel mag in zijn totaliteit niet meer zijn dan 80 kilogram. Het gewicht van een minicontainer als inzamelmiddel met plastic verpakkingen en drankenkartons mag in zijn totaliteit niet meer zijn dan 25 kilogram;

    • f.

      het gewicht van de aangeboden hoeveelheid huishoudelijk klein chemisch afval mag per keer niet meer zijn dan 50 kilogram;

    • g.

      klein chemisch afval dient in deugdelijke verpakking te worden aangeboden;

    • h.

      de inzameling van grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparaten vindt op afroep plaats. De aanbieder dient voor deze inzameling op afroep een afspraak te maken met de inzameldienst. Voor deze dienst worden de aanbieder kosten in rekening gebracht;

    • i.

      grof huishoudelijk afval of grof tuinafval mag bij het overdragen op de brengdepot en bij het aan huis op afroep aanbieden geen groter volume hebben dan 2 m³.

    • j.

      kleinere stukken grof huishoudelijk afval of grof tuinafval moeten zoveel mogelijk in één of meer bundels samengedrukt en –gebonden worden overgedragen of aangeboden waarbij een bundel niet langer mag zijn dan 1,5 meter, niet breder dan 0,5 meter en niet zwaarder dan 30 kilogram;

    • k.

      per aanbieding mag één elektrisch of elektronisch apparaat van een soort aangeboden worden;

    • l.

      indien een gebruiker van een perceel gebruik maakt van een verzamelcontainer dan dienen de huishoudelijke restafvalstoffen in een goed gesloten zak in de hiervoor bestemde verzamelcontainer te worden gedeponeerd;

    • m.

      indien een gebruiker van een perceel voor het aanbieden van huishoudelijk afval een ondergrondse verzamelcontainer voorzien van toegangscontrole aangewezen heeft gekregen, dan ontvangt de gebruiker een toegangspas.

  • 4.

    Op grond van artikel 10, tweede lid, van de verordening kunnen grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparaten zonder inzamelmiddel maar wel gescheiden ter inzameling worden aangeboden.

Artikel 11. Inzameling bedrijfsafvalstoffen (uitwerking artikel 11)

De volgende categorieën van bedrijfsafvalstoffen kunnen ook door de inzameldienst worden ingezameld:

  • a.

    bedrijfsafval uit de kantoor-, winkel- en dienstensector;

  • b.

    met huishoudelijk (rest)afval vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, waaronder afval afkomstig van onderhoud van openbare (buiten)ruimten (ook wel reinigingsdiensten-afval), daaronder begrepen plantsoenafval en veegafval (inclusief prullenbakken).

Art 12. Regeling van inzameling van bedrijfsafval stoffen (uitwerking artikel 13)

Bedrijven die krachtens paragraaf 3 van de verordening bedrijfsafvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en deze uitvoeringsregeling gestelde regels.

  • 1.

    Alleen die bedrijven die de verschuldigde vergoeding op basis van een privaatrechtelijke overeenkomst met Avri bedrijfsafval voldoen mogen, voor zover artikel 10 daartoe de mogelijkheid biedt, hun bedrijfsafvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst.

  • 2.

    Het afval dient in een daartoe beschikbaar gesteld inzamelmiddel te worden aangeboden.

  • 3.

    Bedrijfsafvalstoffen mogen uitsluitend worden aangeboden op de met een andere inzamelaar overeengekomen inzameldag;

  • 4.

    De gebruikte inzamelmiddelen dienen na lediging vóór 20.00 uur die dag te worden teruggeplaatst in of op het perceel van de gebruiker overeenkomstig de daarvoor geldende regels;

  • 5.

    De aanbieders reinigen (of laten het) gedeelte van de weg voor hun bedrijf (reinigen), indien er door het aanbieden van de onder lid 1 genoemde inzamelmiddelen op de openbare weg bedrijfsafval komt en/of achterblijft.

Artikel 13. Citeerbepaling

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Avri 2019.

Artikel 14. Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit uitvoeringsbesluit treedt na bekendmaking in werking op 1 juli 2019.

  • 2.

    Het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Avri 2018 wordt ingetrokken.

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van Avri in de vergadering van 13 december 2018

de secretaris

E.J. de Vries

de voorzitter,

J. Reus

Naar boven