Verordening van 14 december 2018 van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds, houdende bepalingen tot wijziging van Bijlage 1 van de Algemene subsidieverordening Waddenfonds 2017;

Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds,

 

gelet op de verordening (EU) 2017/1084 van de Europese Commissie van 14 juni 2017 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 651/2014 (Algemene groepsvrijstellingsverordening) en Verordening (EU) nr. 702/2014 (Berekening van de in aanmerking komende kosten);  Publicatieblad van de Europese Unie L 156 / 1;

 

gelet op artikel 1.4, vijfde lid, van de Algemene subsidieverordening Waddenfonds 2017,

 

besluit als volgt:

 

Artikel I  

 

Bijlage I van de Algemene subsidieverordening Waddenfonds 2017 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 2.8 komt te luiden:

 

Starterssubsidie ten behoeve van elke niet-beursgenoteerde kleine ondernemingen tot vijf jaar na hun registratie, die geen activiteit van een andere onderneming heeft overgenomen, nog geen winst heeft uitgekeerd en niet is ontstaan uit een concentratie.

Voor in aanmerking komende ondernemingen die zich niet hoeven te laten registreren, kan de periode van vijf jaar om in aanmerking te komen, geacht worden aan te vangen op het tijdstip dat de onderneming haar economische activiteiten aanvangt of belastingplichtig wordt voor haar economische activiteiten.

In afwijking van de eerste alinea, worden ondernemingen die ontstaan uit een concentratie van ondernemingen die op grond van dit artikel voor subsidie in aanmerking komen, ook als in aanmerking komende ondernemingen beschouwd tot vijf jaar vanaf de registratie van de oudste onderneming die bij de concentratie betrokken is.

 

B

 

Het opschrift van Paragraaf 2.4 komt te luiden:

 

Subsidie voor onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten met inbegrip van projecten die het kwaliteitslabel „Excellentiekeur” hebben gekregen in het kader van het Horizon 2020 kmo-instrument.

 

C

 

Artikel 2.38, tweede lid, onderdeel a, komt te luiden:

 

  • a.

    musea, archieven, bibliotheken, kunstencentra en cultuurcentra of artistieke of culturele locaties, theaters, bioscopen, operahuizen, concerthallen, andere liveperformanceorganisaties, cinematografische erfgoedinstellingen, en andere vergelijkbare artistieke en culturele infrastructuurvoorzieningen, organisaties en instellingen;

D

 

Artikel 2.39, vijfde en zesde lid, komen te luiden:

 

  • 5.

    Voor steun van ten hoogste 2 miljoen EUR kan het maximale steunbedrag, in plaats van dat aan de hand van de in de leden 3 en 4 genoemde methode vast te stellen, worden bepaald op 80 % van de in aanmerking komende kosten.

     

  • 6.

    Voor de in artikel 2.38, tweede lid, onder f), genoemde activiteiten is het maximale steunbedrag niet hoger dan hetzij het verschil tussen de in aanmerking komende kosten en de gedisconteerde inkomsten van het project, hetzij 70 % van de in aanmerking komende kosten.

    De inkomsten worden in mindering gebracht op de in aanmerking komende kosten, hetzij vooraf hetzij via een terugvorderingsmechanisme. De in aanmerking komende kosten zijn de kosten voor publicatie van muziek en literatuur, met inbegrip van de auteursvergoedingen (kosten van auteursrechten), vergoedingen van vertalers, vergoedingen van redacteuren, andere publicatiekosten (proeflezen, correctie, revisie), opmaak- en prepresskosten, en kosten voor drukken en e-publishing.

E

Artikel 2.43, vierde lid, komt te luiden:

 

Voor subsidie van ten hoogste 2 miljoen EUR kan het maximale steunbedrag, in plaats van dat aan de hand van de in de lid 3 bedoelde methodiek ook worden vastgesteld op 80 % van de in aanmerking komende kosten.

 

F

Het opschrift van hoofdstuk 3 komt te luiden:

 

Hoofdstuk 3 Subsidie voor activiteiten die wordt verstrekt met toepassing van de artikelen 14, 17, 29 en 31 van de Landbouwvrijstellingsverordening.

 

Artikel II Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het publicatieblad van het Waddenfonds.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening Bijlage 1 ASV Waddenfonds 2018 en werkt terug tot en met 10 juli 2017.

 

 

Leeuwarden, 14 december 2018

H. Staghouwer,

M.E. Walter,

voorzitter

plv. secretaris

Toelichting  

In de Algemene groepsvrijstellingsverordening (hierna: AGVV) zijn bepaalde categorieën steun opgenomen die met de interne markt verenigbaar zijn en zijn vrijgesteld van de verplichting dat subsidieverlening bij de Europese Commissie moet worden aangemeld.

 

In Bijlage 1 van de Algemene subsidieverordening Waddenfonds is, met toepassing van de AGVV, een aantal activiteiten opgenomen, waarvoor het dagelijks bestuur subsidie kan verstrekken. In 2017 is de AGVV op een aantal onderdelen gewijzigd. Die wijziging werkt door in bijlage 1, die dienovereenkomstig wordt aangepast.

 

Door terugwerkende kracht aan deze wijzigingsverordening toe te kennen sluit bijlage 1 naadloos aan de op de wijzing van de AGVV. De wijziging heeft geen consequenties voor inmiddels verstrekte subsidies.

 

Naar boven