Blad gemeenschappelijke regeling van Regio Gooi en Vechtstreek
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Regio Gooi en Vechtstreek | Blad gemeenschappelijke regeling 2018, 1406 | Overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Regio Gooi en Vechtstreek | Blad gemeenschappelijke regeling 2018, 1406 | Overige overheidsinformatie |
Organisatieregeling van de Regio Gooi en Vechtstreek
Het Dagelijks Bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek,
gelet op de bevoegdheid artikel 17 sub c van de gemeenschappelijke regeling met kenmerk 15.0005606 om regels vast te stellen over de ambtelijke organisatie van het openbaar lichaam;
tot vaststelling van de Organisatieregeling van de Regio Gooi en Vechtstreek als volgt:
Deze regeling bevat regels voor de inrichting van de ambtelijke organisatie in hoofdlijnen.
De ambtelijke organisatie is één en ongedeeld. Zij is opgebouwd volgens het concernmodel, waarin onderscheiden worden een directie, een aantal eenheden waaronder een facilitaire eenheid.
De werkwijze van de ambtelijke organisatie is gebaseerd op integraal management, op integrale advisering en op consequente doorvoering van het mandateren van taken en bevoegdheden op een zo laag mogelijk niveau.
De bedrijfsvoering kenmerkt zich bij integraal management door:
Integrale advisering komt tot uiting in adviezen aan de bestuursorganen, waarin:
Het Dagelijks Bestuur is opdrachtgever voor de ambtelijke organisatie. Indien sprake is van het ontwikkelen van nieuw beleid op het gebied van bedrijfsvoering wordt daaraan inhoud gegeven door een door het bevoegd orgaan vastgestelde bestuursopdracht.
De verantwoordelijkheid voor de ambtelijke organisatie wordt als volgt gedragen:
Paragraaf 2 Plaats en taak van de eenheden
Bij de eenheid berusten de in het inrichtingsbesluit opgenomen ambtelijke taken op één of meer toegewezen terreinen. De eenheden zijn verantwoordelijk voor hun resultaten op inhoud en bedrijfsvoering.
In de eenheid worden primaire processen, gericht op de levering van lokale publieke producten en diensten aan de samenleving bijeengebracht op basis van samenhang en herkenbaarheid voor de burger. De verantwoordelijkheid voor en zeggenschap over de voor het productieproces benodigde middelen (geld, personeel en informatie) maakt binnen door de algemeen directeur vastgestelde kaders van deze samenhangende taakopdracht een onvervreemdbaar onderdeel uit.
Bij de eenheid ligt, binnen vastgestelde kaders en richtlijnen, een eigen verantwoordelijkheid voor:
De facilitaire eenheid ondersteunt de overige eenheden door het uitvoeren van het middelenbeleid. De facilitaire eenheid levert binnen de algemene taakstelling en binnen de kaders van de begroting aan de andere organisatorische eenheden diensten volgens specificatie en op een niveau dat is vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst tussen het hoofd van een eenheid en het hoofd van de facilitaire eenheid. Deze overeenkomsten behoeven de goedkeuring van de algemeen directeur.
Paragraaf 3 Aansturing, positie en functie algemeen directeur
De algemeen directeur staat aan het hoofd van de ambtelijke organisatie. Hij is als zodanig verantwoording verschuldigd aan het Dagelijks Bestuur.
De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de totstandkoming van adequate advisering aan de bestuursorganen. Als zodanig draagt hij zorg voor:
Geschillen over de bedrijfsvoering of over inhoudelijke aspecten van advisering, waarvoor het overleg tussen verschillende eenheden geen oplossing heeft gebracht, worden ter beslissing voorgelegd aan de algemeen directeur. In advisering aan het bevoegde orgaan wordt melding gemaakt van de verschillende visies en alternatieven: de advisering dient echter altijd eenduidig te zijn.
Paragraaf 4 Aansturing, positie en functie hoofden van eenheden
De eenheden worden geleid door een hoofd. Hoofden zijn als zodanig verantwoording schuldig aan de algemeen directeur.
De hoofden dragen er zorg voor dat binnen het taakgebied van hun eenheid beleid wordt voorbereid en na vaststelling uitgevoerd met inachtneming van art. 2.3 van deze regeling. Zij zijn er voor verantwoordelijk dat beleidsvoorbereiding, beleidsuitvoering en verantwoording plaatsvinden conform het door het bestuur vastgestelde beleid en de daaruit voortvloeiende kaders en richtlijnen. Zij leggen over de bereikte resultaten en de inzet van beschikbaar gestelde middelen binnen hun eenheid verantwoording af aan de algemeen directeur.
Paragraaf 5 De Concerncontroller
Binnen de organisatie is een concerncontroller werkzaam. Hij wordt aangestuurd door de algemeen directeur.
De concerncontroller is belast met het tot stand brengen en in stand houden van de beheersing (control) van bedrijfsprocessen door een kwalitatief goede informatievoorziening voor en verantwoording aan de verschillende besluitvormende niveaus in de ambtelijke en bestuurlijke organisatie. Hij is verantwoordelijk voor:
Het Dagelijks Bestuur kan de uitoefening van een of meer van zijn bevoegdheden mandateren (opdragen) aan een ambtenaar, tenzij de regeling waarop die bevoegdheid steunt zich daartegen verzet. Ondermandaat is mogelijk tenzij het oorspronkelijke mandaatbesluit zich daartegen verzet.
Taken en bevoegdheden worden in het kader van integraal management op die plaatsen in de organisatie gelegd waar zij functioneel zijn.
Het opdrachtgeverschap van bestuur aan de ambtelijke organisatie betekent dat van de organisatie een product wordt gevraagd op basis van een inhoudelijke beschrijving, tevoren bepaalde kwalitatieve eisen en randvoorwaarden en een gewenste leveringstijdstip.
De advisering aan het bestuur is onafhankelijk, integraal en gebaseerd op de eigen professionaliteit en deskundigheid van de behandelend ambtenaar, die daarbij de verantwoordelijkheden van degenen die met de sturing van de organisatie zijn belast in acht neemt.
Indien er bij advisering die de inhoudelijke betrokkenheid van meerdere eenheden vereist, sprake is van een geschil met betrekking tot de vereiste eenduidigheid van de advisering vindt overleg plaats tussen de hoofden van deze eenheden. Indien het geschil niet of niet geheel wordt opgelost beslist de algemeen directeur.
Bedrijfsprocessen worden door de algemeen directeur enkelvoudig en eenduidig toegewezen aan een eenheid. Het hoofd van de eenheid wijst het onderwerp toe aan een of meerdere medewerkers binnen zijn eenheid. De aldus aangewezen procesverantwoordelijke draagt zorg voor uitvoering van alle activiteiten die in dit proces worden vereist, met inbegrip van de advisering aan het bestuur.
De Organisatieregeling van de Regio Gooi en Vechtstreek vervangt het Directie- en Organisatiestatuut dat met ingang van 1 januari 2015 van kracht was.
Belangrijk verschil met de voorgaande regeling is de omschakeling van een tweehoofdige programmadirectie met een primus inter paris naar een éénhoofdige directie in de functie van algemeen directeur. De eenheden staan onder leiding van hoofden.
Voorgaande laat onverlet dat de wettelijke titel van het hoofd GGD volgens de Wet publieke gezondheid is ‘Directeur GGD’.
Onder aansturing van de algemeen directeur is de dagelijkse leiding van de eenheden opgedragen aan de hoofden. Zij vormen samen het Centraal Managementteam onder voorzitterschap van de algemeen directeur, waarin alle zaken betreffende de bedrijfsvoering aan de orde worden gesteld.
De hoofden hebben een integrale verantwoordelijkheid voor de eenheid waarvoor zij zijn aangewezen. De eenheden zijn verantwoordelijk voor de resultaten zowel wat betreft inhoud als wat betreft de bedrijfsvoering.
De algemeen directeur staat aan het hoofd van de ambtelijke organisatie. Hij is als zodanig verantwoording verschuldigd aan het Dagelijks Bestuur.
De hoofden dragen er zorg voor dat, binnen het taakgebied van hun eenheid, de aanpak wordt voorbereid en na vaststelling uitgevoerd. Zij zijn er voor verantwoordelijk dat voorbereiding, uitvoering en verantwoording plaatsvinden conform door het bestuur vastgestelde beleid en daaruit voortvloeiende kaders en richtlijnen. Zij leggen over de bereikte resultaten en de inzet van beschikbaar gestelde middelen binnen hun eenheid verantwoording af aan de algemeen directeur.
Bij de eenheid ligt, binnen de vastgestelde kaders en richtlijnen, een eigen verantwoordelijkheid voor:
• de totstandkoming van de vereiste coördinatie, afstemming en overleg;
• de inzet en het beheer van de toegewezen middelen;
• planning van de werkzaamheden gericht op gevraagde resultaten;
• het afleggen van verantwoording aan het bestuur en aan de algemeen directeur over de
• de periodieke evaluatie van de activiteiten;
• inschakeling van andere diensten in sectoroverstijgende processen;
• afstemming met en terugkoppeling op verantwoordelijke bestuursorganen en bestuurders.
De begrippen bestuur, bestuurders en bestuursorganen worden uitgelegd overeenkomstig de taak- en bevoegdhedenomschrijving van de verschillende organen in de gemeenschappelijke regeling, volgens het door de deelnemende gemeenten vastgestelde bestuurlijke samenwerkingsmodel.
Er zijn binnen de regio verschillende politiek-bestuurlijk verantwoordelijkheden in de samenwerking te onderscheiden met autonome wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden van gemeenteraden en de colleges naast die van de regionale portefeuillehoudersoverleggen, het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur volgens de Wet gemeenschappelijke regelingen en de hieraan ontleende gemeenschappelijke regeling.
Van de hoofden wordt verwacht dat zij goede kennis hebben van de regionale- en gemeentelijke ambtelijke en bestuurlijke verantwoordings- en bevoegdheidslijnen. De adviseurs en de medewerkers worden hierop door het hoofd aangestuurd en zo nodig aangesproken.
Het is kenmerkend voor het werken bij een samenwerkingsverband zorgvuldig om te gaan met de complexe ‘gelaagdheid’ van regionaal en lokaal verdeelde taken, bevoegheden en verantwoordelijkheden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2018-1406.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.