Blad gemeenschappelijke regeling van Metropoolregio Eindhoven
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Metropoolregio Eindhoven | Blad gemeenschappelijke regeling 2018, 1336 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Metropoolregio Eindhoven | Blad gemeenschappelijke regeling 2018, 1336 | Verordeningen |
VERORDENING STIMULERINGSFONDS METROPOOLREGIO EINDHOVEN 2018
Het Algemeen Bestuur van de Metropoolregio Eindhoven,
Overwegende dat het noodzakelijk is om de regels met betrekking tot uitkeringen uit het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven vast te leggen;
Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Eindhoven 2015;
Op voorstel van het Dagelijks Bestuur d.d. 28 mei 2018;
Vast te stellen de navolgende Verordening Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven: de middelen die door Metropoolregio Eindhoven als cofinanciering middels een fonds of als afzonderlijke subsidie kunnen worden ingezet met het oog op het bereiken van de doelstellingen uit de Regionale Agenda van de Metropoolregio Eindhoven en de Brainport Agenda.
Artikel 3 Verdeling van het jaarlijks beschikbaar budget van het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd in het door het Algemeen Bestuur jaarlijks beschikbaar gestelde bedrag voor voeding van het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven een onderverdeling te maken in een budget voor subsidiëring en een budget voor projectfinanciering via het instellen van of deelnemen aan een afzonderlijk (sub)fonds.
Hoofdstuk 2 Projectfinanciering via subsidiëring
Paragraaf 2: De subsidieverlening
Artikel 16 Verplichtingen verbonden aan de subsidie
Het Dagelijks Bestuur voegt de subsidieverplichtingen toe aan de verleningsbeschikking.
Artikel 18 Rapportagevoorschriften
Rapportage geschiedt door volledige en waarheidsgetrouwe informatie te geven over de voortgang van het project waarvoor een Subsidie is verleend, door middel van daarvoor door de Metropoolregio Eindhoven ter beschikking gestelde en door de aanvrager ondertekende standaardformulieren. Afwijken van het vaststaande model is mogelijk, mits de rapportage minstens de in het model gevraagde informatie verschaft.
Indien de aanvrager niet tevens de uitvoerder en/of eindbegunstigde is van het project, dient de aanvrager ervoor zorg te dragen dat de uitvoerder en/of eindbegunstigde dezelfde medewerking verleent als in voorgaande leden bedoeld. Hieronder valt ook de medewerking aan het rapporteren over de inhoudelijke voortgang, zelfs na het moment waarop het project financieel is afgerond, maar uiterlijk tot het moment waarop de beleidseffecten zoals opgenomen in de aanvraag zijn gerealiseerd.
Binnen twee maanden na ontvangst van de rapportage als bedoeld in het eerste lid, maakt het Dagelijks Bestuur daarover aan de aanvrager zijn gevoelen kenbaar. Het Dagelijks Bestuur deelt daarbij tevens mede of zij voornemens is gebruik te maken van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 21 van deze verordening.
Indien de aanvrager niet tevens de uitvoerder en/of eindbegunstigde is van het project, dient de aanvrager ervoor zorg te dragen dat de uitvoerder en/of eindbegunstigde dezelfde medewerking verleent als in voorgaande leden bedoeld. Hieronder valt ook de medewerking aan het rapporteren over de inhoudelijke voortgang, zelfs na het moment waarop het project financieel is afgerond, maar uiterlijk tot het moment waarop de beleidseffecten zoals opgenomen in de aanvraag zijn gerealiseerd.
Artikel 20 Voorschriften met betrekking tot communicatie en publiciteit
De aanvrager werkt mee aan de uitvoering van taken rond communicatie en publiciteit, hetgeen inhoudt dat bij iedere uiting naar buiten wordt gemeld dat een subsidie voor het project wordt verkregen van de Metropoolregio Eindhoven. Dit betreft zowel een vermelding bij schriftelijke uitingen als ook bij het plaatsen van een bord bij het realiseren van fysieke projecten. Het betreft dan de volgende tekst: “Dit project is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage uit het STIMULERINGSFONDS METROPOOLREGIO EINDHOVEN”. Het Metropoolregio Eindhoven-logo dient daarbij duidelijk zichtbaar te zijn. Dit logo wordt op verzoek door de Metropoolregio Eindhoven digitaal beschikbaar gesteld.
Paragraaf 3 Vaststelling van de subsidie
Artikel 22 Aanvraag om vaststelling van de subsidie
De aanvrager dient binnen drie maanden na de einddatum zoals opgenomen in de beschikking van het project, een aanvraag om vaststelling van de subsidie in bij het Dagelijks Bestuur, door gebruikmaking van een vaststaand model. Afwijken van het vaststaande model is mogelijk, mits de rapportage minstens de in het model gevraagde informatie verschaft.
Artikel 23 Beslissing op de aanvraag
De vastgestelde bijdrage is niet hoger dan de bijdrage zoals vermeld in de beschikking, noch hoger dan het bedrag waar de aanvrager recht op heeft op basis van de controleerbare en in overeenstemming met de voorschriften bij het besluit tot verlening van de Subsidie gemaakte projectkosten.
Het Dagelijks Bestuur neemt binnen drie maanden na ontvangst van de vaststellingsaanvraag een besluit over de subsidievaststelling.
Hoofdstuk 3 Projectfinanciering via fondsbijdragen
Artikel 29 Deelnemen aan een extern fonds
Wanneer de voorwaarden als bedoeld in lid 5 niet of niet behoorlijk worden nageleefd door de beheerder van het fonds, is het Dagelijks Bestuur bevoegd om deelname aan een extern fonds of soortgelijk stimuleringsinstrument te wijzigen of te beëindigen. Het Dagelijks Bestuur gaat hier niet toe over, dan na raadpleging van de Werkplaats Economische Strategie van de Metropoolregio Eindhoven, of een in de toekomst in te stellen en daarmee gelijk te stellen gremium.
Artikel 30 Instellen van een intern subfonds
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd tot het instellen van een intern subfonds, waaruit projecten worden gefinancierd die op een specifiek terrein aansluiten op de uitgangspunten van de Regionale Agenda en de Brainport Agenda, maar waarvoor afwijkende algemene subsidievoorwaarden en een afwijkende procedure en inhoudelijke beoordeling van de individuele projecten gelden.
Algemene subsidievoorwaarden, procedure en beoordelingscriteria voor een intern subfonds sluiten zoveel mogelijk aan bij het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze Verordening Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven 2018. Afwijkingen, teneinde het specifieke karakter van het subfonds zoals bedoeld in lid 1 te waarborgen, legt het Dagelijks Bestuur per subfonds vast in een beleidsregel.
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen
Het Dagelijks Bestuur doet in de eerste helft van elk jaar verslag aan het Algemeen Bestuur over de werking van de verordening in het daaraan voorafgaande kalenderjaar. Hierbij wordt ingegaan op de voortgang in de gehonoreerde projecten en de wijze waarop projecten een bijdrage leveren aan de Regionale Agenda en de Brainport Agenda. Voorts doet het Dagelijks Bestuur verslag van de gehanteerde selectiecriteria en de eventuele uitzonderingssituaties.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven 2018”.
Het Stimuleringsfonds Metropoolregio financiert projecten die bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Regionale Agenda en de Brainport Agenda. Het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven wordt gevuld met een vaste inwonerbijdrage van de aan de Metropoolregio Eindhoven deelnemende gemeenten. De middelen dienen onder andere als cofinanciering van projecten die ook Europese subsidie krijgen. “Brussel” verstrekt namelijk alleen subsidie aan de regio, wanneer de regio ook zelf investeert. Ook financiert het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven projecten een bijdrage leveren aan de Regionale Agenda en de Brainport Agenda, maar die niet in aanmerking komen voor Europese subsidies. Er vindt ook cofinanciering plaats op rijks- en provinciale middelen. In de praktijk blijkt dat het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven een aanjager is van investeringen, die alle aangesloten gemeenten ten goede komen.
In de omschrijving van de diverse begrippen, verdient het onderscheid tussen aanvrager, eindbegunstigde en uitvoerder speciale vermelding. Het is mogelijk dat een aanvrager om een subsidie voor een project een ander rechtspersoon is dan de partij die als eindbegunstigde of als uitvoerder van het project heeft te gelden.
De eindbegunstigde is degene aan wie uiteindelijk het subsidiebedrag wordt uitgekeerd. Dat neemt niet weg dat de aanvrager te allen tijde eindverantwoordelijk blijft voor een correcte naleving van het bepaalde in de verordening. Dit geldt met name voor het voldoen aan de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden. Zo dient de aanvrager er voor te zorgen dat een eventuele eindbegunstigde zorgdraagt voor een juiste projectadministratie en dat deze medewerking verleent aan tussentijdse controles. Indien de eindbegunstigde ten aanzien van deze verplichtingen in gebreke blijft kan dat voor de aanvrager nadelige gevolgen opleveren in die zin dat het Dagelijks Bestuur kan besluiten naar beneden bij te stellen of zelfs in te trekken (artikelen 25, 42).
Verder verdient de vermelding van de programmamanager nog enige toelichting. De programmamanager is de Metropoolregio Eindhoven-functionaris die belast is met de inhoudelijke en procesmatige begeleiding van de subsidieaanvragen. De inhoudelijke begeleiding spitst zich toe op het geven van pre-adviezen over ingediende aanvragen aan de Adviesgroep Stimuleringsfonds. De procesmatige begeleiding ziet toe op het doorgeleiden van subsidieaanvragen via de genoemde Adviesgroep naar het Dagelijks Bestuur. Het ligt om praktische redenen voor de hand dat de programmamanager in dit verband enige bevoegdheden gemandateerd krijgt van het Dagelijks Bestuur die voorafgaan aan het besluit over subsidieverlening. Te noemen vallen onder meer het niet ontvankelijk verklaren van onvolledige aanvragen.
Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
De reikwijdte van de verordening is uitdrukkelijk beperkt tot projecten die een bijdrage leveren aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de Regionale Agenda en de Brainport Agenda. De reikwijdte van de verordening strekt zich uit tot subsidiering van projecten en het instellen van interne fondsen door het Dagelijks Bestuur van de Metropoolregio Eindoven, danwel deelnemen aan externe fondsen. In het geval van interne fondsen leidt dit tot subsidieverlening, waarvoor het Dagelijks Bestuur afzonderlijke beleidsregels opstelt. In het geval van externe fondsen gaat het enkel om het bijdragen in de cofinanciering van een door derden beheerd fonds, waarbij concrete toekenning van bijdragen uit een dergelijk fonds geschiedt door de beheerder van dat fonds.
Artikel 3 Verdeling van het jaarlijks beschikbaar budget van het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven
Het budget voor het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven bestaat uit het totaal van de door het Algemeen Bestuur toegekende inwonerbijdragen voor het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven. In principe wordt dit budget ingezet voor subsidiering van projecten zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van de verordening. Vanaf de datum van 1 januari 2012 heeft het Dagelijks Bestuur de bevoegdheid om delen van het budget af te zonderen voor bijdragen in fondsen zoals beschreven in artikel 2. Deelname aan dergelijke fondsen is aan voorwaarden gebonden, met het oog op het borgen van de betrokkenheid van de lokale gemeenten. In artikel 29 wordt daarop nader ingegaan.
Artikel 4 Adviesgroep stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven
Uitgangspunt bij samenstelling van de Adviesgroep is een evenredige vertegenwoordiging uit bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid (triple helix). Voorzitter van de Adviesgroep is tevens lid van de Werkplaats Economische Strategie van de Metropoolregio Eindhoven. Secretaris van de Adviesgroep is de programmamanager Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven.
De adviserende taak van de Adviesgroep is beperkt tot de subsidies als bedoeld in hoofdstuk 2, tenzij in de toepasselijke beleidsregel anders is bepaald.
De Algemene wet bestuursrecht biedt de mogelijkheid om voorafgaand aan een subsidievaststelling een beschikking over subsidieverlening te geven. Van deze mogelijkheid wordt bij subsidie-verstrekking in het kader van het Stimuleringsfonds gebruik gemaakt. Voor de goede orde wordt daarvan in artikel 5 lid 1 melding gemaakt.
Artikel 6 Subsidieplafond en tenderperioden
In verband met de in artikel 3 lid 1 gecreëerde bevoegdheid tot het instellen van en/of deelnemen in fondsen, is subsidieverstrekking niet alleen afhankelijk van het in het desbetreffende jaar door het Algemeen Bestuur beschikbaar gestelde bedrag voor subsidiering van projecten, maar ook van de eventueel door het Dagelijks Bestuur af te zonderen budgetten voor instellen van en/of deelnemen in deze fondsen.
Artikel 7 Subsidiabele kosten en subsidielimiet
Onder de subsidiabele kosten vallen onder meer de kosten van personele inzet. In de beleidsregel wordt nader omschreven wat als reële kosten gezien wordt.
Artikel 11 Beslissing op de aanvraag
Het beoordelen of een project in aanmerking komt voor subsidie uit het Stimuleringsfonds Metropoolregio Eindhoven vergt bestudering van zowel de verordening als de onderliggende beleidsregel. Beide regelingen in onderlinge samenhang bezien, leiden tot het volgende toetsingsmodel:
Het resultaat van de toetsing als bedoeld in artikel 11 is een cumulatief advies, waarin de Adviesgroep aangeeft of een project moet worden gehonoreerd (en zo ja, in welke mate), aangehouden of afgewezen. Uiteindelijk beslist het Dagelijks Bestuur over de subsidieaanvraag. Indien het Dagelijks Bestuur hierbij afwijkt van het advies, dient zij dit te motiveren (artikel 12, lid 4)
Artikel 21 Intrekking en wijziging van de verleende subsidie
De Algemene wet bestuursrecht kent een limitatieve opsomming van de redenen om een verleende, maar nog niet vastgestelde subsidie ten nadele van de subsidieontvanger te wijzigen of in te trekken.
De Awb maakt daarbij onderscheid tussen een wijziging of intrekking met terugwerkende kracht (artikel 4:48) en een wijziging of intrekking voor de toekomst (artikel 4:50). In het eerste geval houdt de bevoegdheid verband met omstandigheden bij de subsidieontvanger, terwijl dat in het tweede geval omstandigheden bij het bestuursorgaan betreffen. Artikel 4:48, ziet enerzijds toe op een sanctie, anderzijds om een herstel van onjuistheden die niet uitsluitend voor rekening van het bestuursorgaan komen. Het ligt voor de hand dat gebruikmaking van dit artikel tevens leidt tot stopzetting van voorschotten. Verwezen wordt naar artikel 4:56, van de Awb).
De wijzigings- en intrekkingsbevoegdheid is in de verordening opgenomen uit oogpunt van bevoegdheidstoedeling. Het Dagelijks Bestuur is het bevoegde orgaan dat een verleende subsidie kan wijzigen of intrekken.
Artikel 28 Intrekking en wijziging vastgestelde subsidie
Artikel 4:49 van de Awb regelt de intrekking of wijziging met terugwerkende kracht van de beschikking tot subsidievaststelling. Het artikel bevat een limitatieve opsomming van drie intrekkings- en wijzigingsgronden. Evenals bij de intrekking van een subsidieverlening op grond van artikel 4:48 van de Awb, kan het hier enerzijds gaan om een sanctie, anderzijds om een herstel van onjuistheden die niet uitsluitend voor rekening van het bestuursorgaan komen.
Artikel 29 Deelnemen aan een extern fonds
De grootste verandering ten opzichte van de situatie zoals die gold tot 1 januari 2012, is de mogelijkheid voor het Dagelijks Bestuur om het jaarlijks beschikbare budget niet geheel ter beschikking te stellen voor projectsubsidiering, maar een deel daarvan af te zonderen voor fondsbijdragen. Hiermee wordt geanticipeerd op de mogelijkheid om deel te kunnen nemen aan externe fondsen die bijdragen aan het bereiken van de doelstelling uit de Regionale Agenda en de Brainport Agenda. Hierbij valt te denken aan het (mede-)voeden van fondsen zoals een valorisatiefonds, innovatiefonds of seed capital fund. Deze fondsen kunnen een regionale oorsprong kennen, maar ook een provinciaal, nationaal of internationaal karakter hebben. De gedachte hierbij is dat hiermee een grotere multiplier op de cofinanciering en externe betrokkenheid c.q. trekkerschap kan worden gerealiseerd. Bij voorkeur kennen deze fondsen een revolverend karakter. Dit betekent dat het uitgangspunt van deze fondsen is dat de aan projecten toegekende middelen uit het fonds in principe terugvloeien in het fonds, waarmee de middelen meermaals kunnen worden ingezet.
Artikel 30 Instellen van een intern subfonds
Naast het bijdragen aan externe fondsen, is voor het Dagelijks Bestuur ook de mogelijkheid geopend om een eigen subfonds in te stellen. Hiermee wordt geanticipeerd op het stroomlijnen van subsidieprocessen en –regelingen die gericht zijn op het leveren van een bijdrage aan de doelstellingen van de Regionale Agenda en de Brainport Agenda. Een voorbeeld hiervan is de subregeling ‘Adviesregeling SAR’ voor individuele MKB-bedrijven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2018-1336.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.