Blad gemeenschappelijke regeling van Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid | Blad gemeenschappelijke regeling 2018, 1291 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid | Blad gemeenschappelijke regeling 2018, 1291 | Verordeningen |
Protocol onderlinge vervanging contactpersonen integriteit regio Drechtsteden / Zuid Holland Zuid
Gelet op het bepaalde in artikel 15:2 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en de Regeling melding vermoeden misstand Drechtsteden / Zuid-Holland Zuid
Besluit vast te stellen het protocol onderlinge vervanging contactpersonen integriteit regio Drechtsteden / Zuid-Holland Zuid
a. cpi is de contactpersoon integriteit of de vertrouwenspersoon integriteit.
b. de ontvangende cpi is de cpi van een andere organisatie in de regio, dan de melder.
c. de eigen cpi is de cpi van dezelfde organisatie als de melder.
d. de regio-melder is een melder die zich bij een cpi van een andere organisatie meldt.
Artikel 2 Uitgangspunt onderlinge vervanging
Uitgangspunt van onderlinge vervanging is, dat het eerder uitzondering dan regel is dat een cpi van een andere organisatie (verder ontvangende cpi) geraadpleegd kan en mag worden.
Artikel 3 Voorwaarden onderlinge vervanging
Tot vervanging wordt alleen overgegaan, indien aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
a. de ontvangende cpi checkt bij de organisatie van de regio-melder of er daadwerkelijk sprake is van langdurige afwezigheid van de eigen cpi én of er geen andere eigen cpi beschikbaar is.
b. er moet sprake zijn van langdurige afwezigheid van de eigen cpi(s) of er is sprake van een spoedeisende zaak waarvoor niet op de terugkeer van de eigen cpi(s) gewacht kan worden.
2. De (enige) eigen cpi van de regio-melder is iemand
a. van het eigen team of de eigen afdeling; of
b. betreft een collega, die weliswaar van een andere afdeling of team is, maar waarmee zeer intensief wordt samengewerkt.
3. De eigen cpi(s) is / zijn zelf betrokken bij de melding.
4. De melder voelt zich niet veilig bij de eigen cpi(s). Dit gegeven moet door de ontvangende cpi enigszins objectief vastgesteld kunnen worden.
5. De melding van de regio-melder betreft een dusdanig ingewikkelde of gevoelige zaak, dat de keuze voor een cpi van een andere organisatie in de ogen van de ontvangende cpi gerechtvaardigd is.
Artikel 4 Geen vervanging vanwege de aard van de melding
De regio-melder wordt door de ontvangende cpi terugverwezen naar de eigen cpi(s) als:
a. er duidelijk sprake is van 'shop' gedrag van de regio-melder en/of
b. er geen spoedeisend belang is en de cpi(s) zijn slechts kortdurend afwezig en/of
c. er geen duidelijk aanwijsbare reden is om een andere cpi dan de eigen cpi te benaderen.
Artikel 5 Doorverwijzing vanwege omstandigheden ontvangende cpi
De regio-melder wordt door de ontvangende cpi doorverwezen naar een andere cpi in de regio als:
a. de ontvangende cpi zich niet prettig voelt bij de zaak van regio-melder, bijvoorbeeld wegens onbekendheid met de organisatie van melder en/of vanwege de inhoud van de zaak.
b. de ontvangende cpi geen tijd heeft om de zaak goed over te kunnen nemen.
Artikel 6 Inleiding verkennend gesprek
1. De ontvangende cpi wijst de regio-melder direct bij aanvang van het verkennend gesprek (ook wel het 'eerste gesprek'), op het uitgangspunt en de voorwaarden voor onderlinge vervanging, zoals dit staat in artikel 2 t/m 5 van dit protocol.
2. Verder deelt de ontvangende cpi de regio-melder mee, dat de cpi van de eigen organisatie (op anonieme wijze) van de melding op de hoogte wordt gesteld.
3. De ontvangende cpi vraagt de regio-melder vervolgens of de regio-melder zijn verhaal bij de ontvangende cpi wil doen.
4. Als de regio-melder op dat moment toch niet het gesprek wil aangaan met de ontvangende cpi, dan wordt hier geen melding van gemaakt naar de organisatie van de regio-melder.
De ontvangende cpi probeert tijdens het verkennend gesprek primair te achterhalen:
Artikel 8 Bij twijfel over onderlinge vervanging
1. Als de ontvangende cpi twijfelt over de noodzaak van het inschakelen van deze als cpi, kan de ontvangende cpi (als er toestemming is om de melding inhoudelijk (volledig) te delen) de zaak met de eigen cpi's van de melder bespreken. Vervolgens zoekt de ontvangende cpi samen met de regio-melder een oplossing.
2. De ontvangende cpi stelt de regio-melder in kennis van de ontstane twijfel en overlegt met de regio-melder.
Artikel 9 Terugkoppeling aan melder
1. De ontvangende cpi koppelt altijd terug aan de regio-melder als deze van mening is dat de zaak niet overgenomen kan worden en waarom dat zo is.
2. De ontvangende cpi zorgt indien van toepassing, voor een goede doorverwijzing van de regio-melder.
Artikel 10 Verwerken van meldingen
1. In verband met het opstellen van het jaarverslag, moet van meldingen altijd een mededeling aan de eigen cpi(s) van de organisatie van de regio-melder worden gedaan.
2. De organisatie van de melder dient de ontvangende cpi aan te stellen voor de duur van de zaak in de zin van de Regeling melding vermoeden misstand Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid.
3. De ontvangende cpi vraagt de regio-melder om toestemming om de zaak inhoudelijk (volledig) te mogen delen met de eigen cpi(s) (ook als de ontvangende cpi de zaak gaat behandelen).
4. De ontvangende cpi kan bij de eigen cpi's van de regio-melder informatie over de organisatie opvragen.
5. Indien de melder geen toestemming geeft voor inhoudelijk (volledig) delen van de melding, dan licht de ontvangende cpi de eigen cpi(s) op anonieme wijze en in algemene bewoordingen over de zaak in. Hiervoor maakt de ontvangende cpi gebruik van het schema in Bijlage 1.
6. De melding bij de eigen cpi(s) vindt zo snel mogelijk na het eerste gesprek plaats.
7. De eigen cpi(s) kunnen de ontvangende cpi nog vragen stellen over de noodzaak van onderlinge vervanging.
8. De ontvangende cpi houdt voor zover mogelijk de eigen cpi(s) op de hoogte over het verloop of afloop van de melding, zodat de eigen cpi de melding in het jaarverslag kan opnemen.
9. De eigen cpi neemt de melding op in het jaarverslag, door melding te maken van het soort zaak en ook het aantal uren dat hieraan besteed is, met de opmerking dat de melder is bijgestaan door een cpi vanuit de regio.
10. De ontvangende cpi neemt de uren eveneens op in zijn jaarverslag, maar dan alleen als externe melding (zonder inhoud) en het aantal uren dat hieraan besteed is.
Artikel 11 Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin dit protocol niet voorziet treedt de ontvangende cpi in overleg met de eigen cpi(s) of pleegt overleg met collega-cpi(s) uit de regio.
Dit protocol hoort bij de Regeling melding vermoeden misstand Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid.
Dit protocol wordt aangehaald als het Protocol onderlinge vervanging contactpersonen integriteit regio Drechtsteden / Zuid Holland Zuid.
Dit protocol treedt in werking de dag na bekendmaking.
Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid op 8 november 2018.
A. Lekken, misbruik van informatie |
||
A. Opsporingsmethoden, dwangmiddelen B. Meineed, valsheid in geschrifte |
||
A. Misbruik en ongewenst gebruik van e-mail / internet |
||
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2018-1291.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.