Blad gemeenschappelijke regeling van Werk en Inkomen Lekstroom
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Werk en Inkomen Lekstroom | Blad gemeenschappelijke regeling 2018, 1046 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Werk en Inkomen Lekstroom | Blad gemeenschappelijke regeling 2018, 1046 | Beleidsregels |
Beleidsregels gehuwden met een niet-rechthebbende partner Werk en Inkomen Lekstroom 2018
Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom (WIL),
artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;
artikel 18, eerste lid en artikel 24 van de Participatiewet;
overwegende dat artikel 18, eerste lid, Participatiewet bepaalt dat het dagelijks bestuur de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen afstemt op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de klant;
overwegende dat artikel 24 Participatiewet bepaalt dat voor gehuwden waarvan een echtgenoot geen recht op algemene bijstand heeft de norm voor de rechthebbende echtgenoot gelijk is aan 50% van de norm die voor hem zou gelden als hij gehuwd zou zijn met een rechthebbende echtgenoot van zijn leeftijd, indien:
a: de rechthebbende echtgenoot 21 jaar of ouder is en geen kostendelende medebewoners heeft; dan wel,
b: de rechthebbende echtgenoot jonger dan 21 jaar is;
gezien het advies van de Cliëntenraad Werk en Inkomen Lekstroom van 8 juni 2018
Beleidsregels gehuwden met een niet-rechthebbende partner Werk en Inkomen Lekstroom 2018
Artikel 2 Schrijnende situatie
Er is sprake van een schrijnende situatie als bedoeld in het eerste lid van artikel 1 indien de rechthebbende partner in de problemen dreigt te komen omdat:
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom van 5 juli 2018.
de voorzitter, de secretaris,
B. Roks R. Esser
Gehuwden en degenen die een gezamenlijke huishouding voeren met een niet-rechthebbende partner hebben recht op 50% van de gehuwdennorm als bedoel in artikel 24 van de Participatiewet. Dit geldt vanaf 1 januari 2016. Daarvoor bestond doorgaans recht op 70% van de gehuwdennorm. Als de klant alleen woonde was er een toeslag mogelijk van 20% zodat de klant een uitkering ontving naar de norm van een alleenstaande ouder. De uitkering bedroeg toen 90% van de gehuwdennorm. Met de invoering van de Wet hervorming kindregelingen is de hogere norm voor een alleenstaande ouder in de Participatiewet (en IOAW en IOAZ) verdwenen. De norm alleenstaande ouder is even hoog als de norm alleenstaande. Via het kindgebonden budget ontvangt de klant vervolgens van de belastingdienst de alleenstaande ouderkop (alo-kop) die de oude toeslag van 20% nagenoeg compenseert. Mocht de alo-kop niet worden ontvangen dan kan hiervoor algemene bijstand worden aangevraagd om het verschil te compenseren. Zie hiervoor de Beleidsregels compensatie alleenstaande ouderkop WIL 2016.
Voor zover de niet-rechthebbende partner zelf inkomsten heeft van in ieder geval 50% van de gehuwdennorm, blijft het gezinsinkomen gezien artikel 32, derde lid, Participatiewet gelijk.
Als de niet-rechthebbende partner geen inkomen heeft gaat het gezin er ongeveer
€ 280, - per maand op achteruit. De bijstand is in deze situatie ongeveer € 710, - per maand (50%) in plaats van ongeveer € 990, - per maand (70%). In de meeste situaties kan de rechthebbende partner niet meer voldoen aan de vaste lasten en de overige noodzakelijke bestaanskosten. Dit maakt in veel situaties toepassing van het individualiseringsartikel noodzakelijk (art.18 Participatiewet).
Aangezien het maatwerk betreft is het is belangrijk om deze individualisering goed te onderbouwen. Hiervoor zijn de volgende vragen van belang:
Bij het toekennen van een toeslag gaat het om klanten met niet-rechthebbende partner. Dit zijn bijvoorbeeld:
Afhankelijk van de situatie, bijvoorbeeld detentie wegens vermogen of drugshandel dient goed te worden onderzocht of er ander vermogen aanwezig is waar een beroep op kan worden gedaan. Vaak is dit zeer moeilijk te achterhalen.
Zoals hierboven is omschreven kan de klant de alo-kop aanvragen ter hoogte van ongeveer 20% van de gehuwdennorm voor het mislopen van het belastingtoeslagen. Daarmee komt de hoogte van de uitkering op ongeveer € 1275, - per maand. Dit is ongeveer 90% van de gehuwdennorm.
De genoemde bedragen betreffen de bijstandsnormen per maand inclusief vakantietoeslag van januari 2018.
Artikel 1 afstemming van de bijstand
Door de afstemming tot maximaal 70% van de norm die voor belanghebbende zou gelden als hij was gehuwd met een rechthebbende partner van zijn eigen leeftijd is de bijstand maximaal afgestemd.
Artikel 2 schrijnende situatie
Als de reëel noodzakelijke kosten van belanghebbende hoger zijn dan de inkomsten, is in de regel sprake van een situatie die als schrijnend getypeerd kan worden. Daarvoor kan een extra toeslag worden verstrekt ter hoogte van de alleenstaande ouderkop (alo-kop) die de oude toeslag van 20% nagenoeg compenseert.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2018-1046.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.