Categoraal aanwijzingsbesluit toezichthouders Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

 

Besluit van de directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid van 30 januari 2017, houdende de aanwijzing van (onbezoldigd) ambtenaren als toezichthouder van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

 

De directeur van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid,

 

Gelet op:

- De Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid;

- De mandaatbesluiten van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht en het mandaatbesluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland;

- Het Ondermandaatbesluit directeur DCMR Milieudienst Rijnmond inzake uitvoering van VTH-taken voor BRZO- en RIE4-bedrijven aan Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid 2017 van 10 januari 2017 (Blad gemeenschappelijke regeling 2017-52, 16 januari 2017);

 

Besluit:

vast te stellen het Categoraal aanwijzingsbesluit toezichthouders Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid met inachtneming van onderstaande bepalingen:

 

Artikel 1 Reikwijdte

1. De (onbezoldigd) ambtenaren die zijn en worden aangesteld, geplaatst of gedetacheerd bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en in die hoedanigheid werkzaamheden uitvoeren in het kader van toezicht op de naleving van wet- en regelgeving, aan te wijzen als toezichthouder van het bij of krachtens:

a. de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten, alsmede de Algemene wet bestuursrecht, de Boswet, de Gemeentewet, de Ontgrondingenwet, de Provinciewet, het Vuurwerkbesluit, de Huisvestingswet, de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels, de Wet luchtvaart, de Wet veiligheidsregio’s;

b. de verordeningen van de gemeenten die deelnemen in de gemeenschappelijke regeling indien en voor zover de bevoegdheid daartoe is opgenomen in het mandaatbesluit van de betreffende gemeente;

c. de regelingen die ter vervanging gaan strekken van de wetten, regelingen en verordeningen genoemd onder sub a en b, voor zover hun aard en strekking ten opzichte daarvan niet wezenlijk veranderen.

2. Voor zover in regelingen op basis van de in lid 1 genoemde wetten autonome bepalingen zijn opgenomen, worden de toezichthouders eveneens aangewezen als ambtenaar belast met het toezicht op de naleving van die bepalingen. Onder autonome bepalingen wordt in dit geval verstaan bepalingen die zelfstandig door de provincie Zuid-Holland zijn opgesteld zonder dat deze dienen ter uitvoering van een bepaalde regeling.

 

Artikel 2 Periode aanwijzing

Te bepalen dat de aanwijzing tot toezichthouder vervalt met ingang van de dag, waarop het dienstverband met of de detachering van de ambtenaar is beëindigd dan wel dat deze niet meer werkzaam is als (onbezoldigd) ambtenaar van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.

 

Artikel 3 Legitimatiebewijs

Aan de toezichthouder wordt ten behoeve van het uitoefenen van toezicht op de naleving van de genoemde wetten en regelingen, tezamen met een afschrift van dit besluit, een legitimatiebewijs verstrekt als bedoeld in artikel 5:12 Algemene wet bestuursrecht en de daarop gebaseerde 'Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb' verstrekt.

 

Artikel 4 Slotbepalingen

1. Het Besluit aanwijzing toezichthouders Omgevingsdienst ZHZ 2013 (Provinciaal Blad 2013, nr. 96) wordt ingetrokken met ingang van de dag waarop dit besluit in werking treedt.

2. Dit besluit wordt bekendgemaakt in het publicatieblad van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid en – gelet op artikel 75, derde lid, van de Huisvestingswet – in de Staatscourant.

3. Dit besluit treedt in werking de dag na de bekendmaking.

4. Dit besluit wordt aangehaald als: Categoraal aanwijzingsbesluit toezichthouders Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.

 

Aldus vastgesteld op 30 januari 2017.

 

Namens de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Alblasserdam, Binnenmaas, Cromstrijen, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam, Hendrik-Ido-Ambacht, Korendijk, Leerdam, Molenwaard, Oud-Beijerland, Papendrecht, Sliedrecht, Strijen, Zederik en Zwijndrecht en het college van gedeputeerde staten van de provincie Zuid-Holland,

 

De directeur Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid,

Mr. R. Visser

Naar boven