Blad gemeenschappelijke regeling van Regio Gooi en Vechtstreek
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Regio Gooi en Vechtstreek | Blad gemeenschappelijke regeling 2017, 798 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Regio Gooi en Vechtstreek | Blad gemeenschappelijke regeling 2017, 798 | Verordeningen |
Financiële Verordening Regio Gooi en Vechtstreek 2018
In deze verordening wordt verstaan onder:
Netto Schuld: bruto schuld minus de omvang van de geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak. Onder bruto schuld wordt verstaan het totaal van langlopende leningen, kortlopende schulden, crediteuren vorderingen en overlopende passiva. Onder geldelijke bezittingen die niet zijn ingezet voor de publieke taak wordt verstaan het totaal van langlopende uitzettingen, vorderingen, liquide middelen en overlopende activa;
Overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt;
Hoofdstuk 2 Begroting en Verantwoording
Het algemeen bestuur stelt, gehoord de betrokken portefeuillehoudersoverleggen, per Resultaatverantwoordelijke Eenheid de relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van de gestelde doelen. De aanwijzing bevat ten minste de op de Regio van toepassing zijnde beleidsindicatoren, bedoeld in artikel 25, tweede lid, onder a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. (Ministeriële regeling BZK d.d. 24 maart 2016 nr. 2016-0000177572).
Artikel 3 Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft het algemeen bestuur aan van welke uitbreidingsinvesteringen op een later tijdstip een apart voorstel wordt verwacht voor autorisatie van het investeringskrediet. De kredieten voor vervangingsinvesteringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Het dagelijks bestuur informeert achtereenvolgens het betrokken portefeuillehoudersoverleg en het algemeen bestuur vooraf als het verwacht dat de lasten de geautoriseerde lasten of de investeringsuitgaven de geautoriseerde investeringskredieten per taakveld dreigen te overschrijden zonder dat sprake is van compenserende baten. Dit gebeurt eveneens indien de baten de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden . Het betrokken portefeuillehoudersoverleg doet voorstellen tot bijstelling van het door de gemeenten beschikbaar gestelde budget of tot bijstelling van de gestelde doelen.
Bij de behandeling van de bestuursrapportage bedoeld in artikel 6 lid 1, doet het dagelijks bestuur, gehoord de portefeuillehoudersoverleggen, aan het algemeen bestuur voorstellen tot het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten en tot wijziging van het geautoriseerde investeringskredieten of het bijstellen van de gestelde doelen.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het dagelijks bestuur voorafgaande aan het aangaan van verplichtingen of het starten van de voorbereidingen, een investeringsvoorstel met een begrotingswijziging voor aan het algemeen bestuur.
Indien de begrotingswijziging leidt tot verhoging van de bijdrage per inwoner, worden de betrokken gemeenteraden - met kennisgeving van het advies van het betrokken portefeuillehoudersoverleg - overeenkomstig artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) en de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek, gedurende 8 weken in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te brengen.
In de bestuursrapportage worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en de lasten van taakvelden, prioriteiten en investeringskredieten in de begroting groter dan een bedrag van € 50.000 toegelicht en/of wanneer de afwijking relevant is voor het uitoefenen van de kaderstellende en controlerende taken van het algemeen bestuur.
Het dagelijks bestuur besluit niet over de aan- en verkoop van goederen, werken en diensten groter dan € 500.000 dan nadat het algemeen bestuur is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het dagelijks bestuur te brengen.
Wanneer het Rijk de Regio bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het dagelijks bestuur de deelnemende gemeenten of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het dagelijks bestuur een aanpassing nodig acht, wordt het algemeen bestuur aangeboden een voorstel tot wijziging van de begroting.
Artikel 10 Voorziening voor oninbare vorderingen
Voor de vorderingen op derden wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een individuele beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen.
Artikel 12 Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de Regio, die worden geleverd aan gemeenten, overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de goederen, werken en diensten worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van goederen, werken en diensten van de Regio, die worden geleverd aan gemeenten, overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde en vierde lid betreffen, wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken en diensten, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.
Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijnde activa, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten. De uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt op een half procent naar boven afgerond.
In afwijking van het eerste lid worden bij vennootschapsbelastingplichtige activiteiten en grondexploitaties alleen de rentekosten voor de inzet van vreemd vermogen aan de kostprijs toegerekend. Bij projectfinanciering worden dan de werkelijke rentekosten toegerekend. In andere gevallen wordt uitgegaan van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de portefeuille leningen.
Artikel 13 Prijzen economische activiteiten
Voor de levering van goederen, diensten of werken aan gemeenten, overheidsbedrijven en derden met welke bijbehorende activiteiten de Regio in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking vanwege een publiek belang doet het dagelijks bestuur vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel aan het algemeen bestuur, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Artikel 17 Weerstandsvermogen & risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op het saldo van de baten en lasten voor toevoegingen en onttrekkingen van reserves als percentage van de inkomsten.
Artikel 18 Onderhoud kapitaalgoederen
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 12 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op de voortgang van het geplande onderhoud van werken en gebouwen.
Het dagelijks bestuur biedt het algemeen bestuur tenminste eens in de 4 jaar een onderhoudsplan voor kapitaalgoederen aan. Het plan geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud van de kapitaalgoederen. Het algemeen bestuur stelt het plan vast.
Hoofdstuk 5 Financiële Organisatie en Financieel Beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Het dagelijks bestuur zorgt dat voor het getrouwe beeld van de jaarrekening, overeenkomstig de Gemeenschappelijke Regeling Regio Gooi en Vechtstreek juncto artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.
Het dagelijks bestuur zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de Regio met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd evenals de registergoederen en de bedrijfsmiddelen. Bij afwijkingen in de registratie neemt het dagelijks bestuur maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 23 Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Financiële verordening Gewest Gooi en Vechtstreek nr. 14.0006627 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Bijlage Afschrijvingsbeleid bij artikel 8
Afschrijvingsbeleid materiële vaste activa met economisch nut
Activa met economisch nut en een verkrijgingsprijs van minder dan € 25.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd.
Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven.
De volgende materiële vaste activa met economisch nut worden lineair afgeschreven in maximaal:
Bij de aanschaf van gebruikte activa wordt over de resterende termijn afgeschreven. Voor zover voorzieningen worden getroffen in gebouwen die worden gehuurd, overschrijdt de afschrijvingstermijn niet de einddatum van de huurovereenkomst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2017-798.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.