Beleidsregels inzake de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten

 

HET BESTUUR VAN HET NOORDELIJK BELASTINGKANTOOR;

Gelet op artikel 7.5 van de Waterwet, artikel 122k van de Waterschapswet en het Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009;

BESLUIT

De beleidsregels voor de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten in de verontreinigingsheffing en de zuiveringsheffing vast te stellen.

Artikel 1 Definities en reikwijdte

1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. tabel: de tabel zoals genoemd in artikel 7.5, vijfde lid, van de Waterwet en in artikel 122k, derde lid, van de Waterschapswet;

b. de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water: de vervuilingswaarde als bedoeld in artikel 7.5, vijfde lid, van de Waterwet en in artikel 122k, tweede lid van de Waterschapswet;

c. het Besluit: Besluit vervuilingswaarde ingenomen water 2009.

2. Deze beleidsregel gelden bij de heffing van waterschapsbelastingen als bedoeld in artikel 113 van de Waterschapswet en worden toegepast ten behoeve van de waterschappen Hunze en Aa’s, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân.

Artikel 2  Toepasbaarheid van de tabel

1. De belastingplichtige dient op grond van artikel 7.5, vijfde lid, Waterwet of artikel 122k, eerste lid, van de Waterschapswet aannemelijk te maken dat de vervuilingswaarde aan de hand van de tabel kan worden bepaald. Hiertoe dient een constante relatie tussen de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water en de hoeveelheid ingenomen water te worden aangetoond.

2. Een relatie als bedoeld in het eerste lid wordt geacht aanwezig te zijn indien over een periode van 3 jaren de gemiddelde vervuilingswaarde per m³ ingenomen water van elk jaar afzonderlijk niet meer dan 25% afwijkt van de gemiddelde vervuilingswaarde over die gehele periode.

Artikel 3  Toepassing artikel 2 van het Besluit

1. Indien de belastingplichtige aantoont dat een deel van de hoeveelheid ingenomen water is gebruikt als niet verontreinigd koelwater, kan de belastingplichtige dit deel verdisconteren in de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water die op basis van artikel 2 van het Besluit is bepaald.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op vier- en vijfsterrenhotels volgens de Benelux–classificatie.

3. Indien de belastingplichtige aantoont dat een deel van de hoeveelheid ingenomen water, niet zijnde koelwater als bedoeld in het eerste lid, niet is geloosd of niet is verontreinigd, kan de belastingplichtige dit deel verdisconteren in de vervuilingswaarde per m³ ingenomen water die op basis van artikel 2 van het Besluit is bepaald.

4. Het derde lid is uitsluitend van toepassing op bedrijfsruimten of onderdelen daarvan die behoren tot de in de tabel van artikel 2 van het Besluit bedoelde categorie van niet vermelde bedrijfsruimten of onderdelen van bedrijfsruimten.

5. In geval het deel van de hoeveelheid ingenomen water, als bedoeld in het eerste, respectievelijk derde lid, kan worden onderscheiden als een afzonderlijk te meten deelstroom, kan in afwijking van de genoemde leden deze deelstroom op aanvraag worden aangemerkt als een afzonderlijk bedrijfsonderdeel.

6. De belastingplichtige dient de exacte hoeveelheid van het koelwater als bedoeld in het eerste lid, en van het niet geloosd of niet verontreinigd water als bedoeld in het derde lid, aan te tonen aan de hand van watermeters.

7. Verdiscontering als bedoeld onder het eerste en derde lid vindt plaats aan de hand van gegevens over het waterverbruik over een periode van drie jaren aan de hand van de volgende formule:

(a - b) / a x c

a = totale hoeveelheid ingenomen water;

b =  totale hoeveelheid niet geloosd ingenomen water, niet verontreinigd afvalwater, niet verontreinigd koelwater;

c =  vervuilingswaarde per m³ als vermeld in artikel 2 van het Besluit.

Artikel 4  Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2018 en zijn van toepassing op de aanslagen die betrekking hebben op tijdvakken en tijdstippen die aanvangen onderscheidenlijk liggen op of na 1 januari 2018.

2. De beleidsregels inzake de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten 2015 Hefpunt, vastgesteld door het dagelijks bestuur van Hefpunt blijven van toepassing op aanslagen die betrekking hebben op tijdvakken en tijdstippen die aanvangen onderscheidenlijk liggen vóór 1 januari 2018.

3. Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels inzake de toepassing van de tabel afvalwatercoëfficiënten.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor van 30 oktober 2017.

 

Namens deze,

de voorzitter, Ton Schroor

de secretaris, Paulien Geerdink

 

 

 

Naar boven