Ondermandaat en ondervolmacht vergunningverlening tatoeëren en piercen

 

De directeur publieke gezondheid van GGD Noord- en Oost-Gelderland;

 

Gelet op:

  • de Regeling mandaatverlening aan de GGD’en met betrekking tot de uitvoering van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen;

  • het besluit van het Algemeen Bestuur van 27 april 2007 om in te stemmen met de mandaatverlening door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor de vergunningverlening tatoeëren en piercen;

 

BESLUIT:

 

 

  • 1.

    ondermandaat respectievelijk ondervolmacht te verlenen aan de manager van de afdeling Algemene Gezondheidszorg om:

    • a.

      besluiten te nemen op aanvragen van vergunningen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen;

    • b.

      vergunningen in te trekken als bedoeld in artikel 5 van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen;

    • c.

      de hoogte vast te stellen van de retributie;

    • d.

      de retributie op te leggen en te innen.

  • 2.

    te bepalen dat besluiten op grond van dit ondermandaat als volgt worden ondertekend:

    De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

    namens deze:

    (gevolgd door handtekening en naam de manager van de afdeling Algemene Gezondheidszorg)

  • 3.

    het besluit van 22 december 2008 om ondermandaat respectievelijk ondervolmacht te verlenen aan de manager van de afdeling Algemene Gezondheidszorg, in te trekken.

     

  • 4.

    te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van 1 september 2017.

Aldus vastgesteld te Warnsveld op 22 augustus 2017,

D.W. ten Brinke,

directeur publieke gezondheid GGD Noord- en Oost-Gelderland

Naar boven