CONVENANT TAAKVERDELING CGO, GO’S EN ONDERNEMINGSRADEN EN FACILITEITEN VAN HET CGO EN DE GO’S VAN DE OMGEVINGSDIENSTEN IN GELDERLAND

HET DAGELIJKS BESTUUR VAN DE OMGEVINGSDIENST VELUWE IJSSEL

 

Gelet op de in het CGO van 24 november 2014 bereikte overeenstemming;

 

Besluit:

 

In te stemmen met onderstaand

CONVENANT TAAKVERDELING CGO, GO’S EN ONDERNEMINGSRADEN EN FACILITEITEN VAN HET CGO EN DE GO’S VAN DE OMGEVINGSDIENSTEN IN GELDERLAND

 

Partijen:

  • de werkgeversvertegenwoordiging van het centraal georganiseerd overleg (CGO),

  • de werknemersvertegenwoordiging van het CGO, vertegenwoordigd door de bestuurders van Abvakabo FNV, CNV Publieke Zaak en CMHF;

  • de ondernemingsraden, vertegenwoordigd door de voorzitter van het voorzittersoverleg;

 

Overwegende, dat:

  • het wenselijk is tot een goede taakverdeling te komen tussen het CGO en de GO’s en de ondernemingsraden van de omgevingsdiensten;

  • het wenselijk is de faciliteiten te regelen van het CGO en de GO’s van de omgevingsdiensten;

 

komen het volgende overeen:

 

Artikel 1: bevoegdheden CGO

 

Het CGO heeft vier bevoegdheden:

  • CAR-UWO: in paragraaf 1.2 van het Gelders Sociaal Plan (GSP) staat: “In de RUD’s is de CAR-UWO van toepassing.”; dat houdt in, dat het CGO geen instemmingsrecht heeft met betrekking tot de tekst van de CAR-UWO; het CGO heeft echter wel instemmingsrecht met betrekking tot de manier, waarop de omgevingsdiensten de tekst van de CAR-UWO overnemen; de reden hiervan is, dat de tekst van de CAR-UWO is toegesneden op de gemeenten en niet de omgevingsdiensten; dat houdt in, dat het CGO bijvoorbeeld daar waar in de tekst van de CAR-UWO het woord “gemeente” staat dat woord kan vervangen door “omgevingsdienst”;

evaluatie en aanpassing GSP: in paragraaf 1.3.3 van het GSP staat: “Aan het eind van het tweede jaar van dit GSP vindt in het CBGO een tussenevaluatie plaats van dit GSP en de werking daarvan in de praktijk en in de loop van het vierde jaar van dit GSP een eindevaluatie van dit GSP en de werking daarvan in de praktijk. Bij de evaluatie worden in ieder geval de regeling reiskosten woon-werkverkeer en de werkgelegenheidsgarantie betrokken. Dit GSP blijft na het einde van de looptijd van kracht tenzij partijen in het CBGO (op grond van de eindevaluatie) andere afspraken maken. Daarbij zuilen de uitgangspunten 2, 3 en 4 uit de preambule leidend zijn. Indien tijdens de looptijd van het GSP nieuwe of gewijzigde wet- of regelgeving van kracht wordt die van invloed is op de bepalingen in dit GSP, zuilen partijen overleggen over tussentijdse aanpassing van dit GSP.”

  • Arbeidsvoorwaarden: de werkgevers nemen geen besluiten over de Arbeidsvoorwaarden voor zover niet geregeld in CAR-UWO, GSP en allonge, dan nadat daarover overeenstemming is bereikt met het CGO;

  • sociaal statuut: de werkgevers nemen geen besluiten over een sociaal statuut bij bezuiniging en reorganisaties, dan nadat daarover overeenstemming is bereikt met het CGO.

 

Artikel 2: bevoegdheden GO’s

 

Het GO heeft twee bevoegdheden:

  • de werkgever neemt geen besluiten over de Arbeidsvoorwaarden voor zover niet overeengekomen in het CGO, dan nadat daarover overeenstemming is bereikt met het GO;

  • de werkgever neemt geen besluiten over een sociaal statuut bij bezuiniging en reorganisaties voor zover niet overeengekomen in het CGO, dan nadat daarover overeenstemming is bereikt met het GO.

 

Artikel 3: bevoegdheden ondernemingsraden.

 

De ondernemingsraad heeft de in de Wet op de ondernemingsraden (Wor) geregelde bevoegdheden.

Let op: het instemmingsrecht van artikel 27 van de Wor met betrekking tot de in dat artikel genoemde regelingen geldt volgens het derde lid van dat artikel niet “voor zover de betrokken aangelegenheid voor de onderneming reeds inhoudelijk is geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst of een regeling van arbeidsvoorwaarden vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan”. Dat betekent voor de ondernemingsraad van een omgevingsdienst het volgende. Hij heeft geen instemmingsrecht met betrekking tot de in artikel 27 van de Wor genoemde regelingen als een dergelijke regeling al is vastgesteld door het CGO of door het GO van de omgevingsdienst.

 

Artikel 4: samenvatting artikelen 1 tot en met 3

 

De inhoud van de artikelen 1 tot en met 3 is samen te vatten als volgt:

  • de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komt met de vakbonden de CAR-UWO en de wijzigingen daarin overeen; het CGO neemt dat automatisch over; daarmee liggen de primaire arbeidsvoorwaarden vast;

  • de gezamenlijke omgevingsdiensten komen met het CGO de secundaire arbeidsvoorwaarden en sociale statuten bij reorganisaties en bezuinigingen overeen;

  • elke omgevingsdienst komt met zijn GO de tertiaire arbeidsvoorwaarden overeen; de bedoeling is, dat de tertiaire arbeidsvoorwaarden zo weinig mogelijk omvatten;

  • de ondernemingsraad van een omgevingsdienst heeft de in de Wor geregelde bevoegdheden.

 

Artikel 5: opleiding(sbudget) CGO

 

Een werknemerslid van het CGO heeft recht op ten hoogste negen dagen opleiding per periode van drie jaren. De omgevingsdiensten dragen samen de kosten van die opleiding.

 

Artikel 6: opleiding(sbudget) GO’s

 

Een werknemerslid van het GO heeft recht op ten hoogste zes dagen opleiding per periode van drie jaren. De omgevingsdienst draagt de kosten van die opleiding.

 

Artikel 7: reis- en verblijfskostenvergoeding CGO en GO’s

 

Een werknemerslid van het CGO en het GO heeft recht op vergoeding van de reis- en verblijfskosten van de dienstreizen als lid van het CGO en het GO in overeenstemming met paragraaf 5.11 van het GSP.

 

Artikel 8: urenbesteding CGO

 

Een werknemerslid van het CGO mag de volgende uren besteden aan zijn werk als lid van het CGO:

  • de uren van de eigen vergaderingen en de vergaderingen van het CGO;

  • ten hoogste x uren per jaar voor overige zaken, zoals voorbereiding van bovengenoemde vergaderingen, overleg met zijn plaatsvervanger en beraad met de achterban.

Een plaatsvervangend werknemerslid van het CGO mag de volgende uren besteden aan zijn werk als plaatsvervangend lid van het CGO:

  • als hij in vergaderingen optreedt in de plaats van het lid, dat hij vervangt: de uren waarop dat lid recht heeft;

  • ten hoogste 12 uren per jaar voor overige zaken.

 

Artikel 9: urenbesteding GO’s

 

Een werknemerslid van het GO mag de volgende uren besteden aan zijn werk als lid van het GO:

  • de uren van de eigen vergaderingen en de vergaderingen van de GO’s;

  • ten hoogste 36 uren per jaar voor overige zaken, zoals voorbereiding van bovengenoemde vergaderingen, overleg met zijn plaatsvervanger en beraad met de achterban;

 

Een plaatsvervangend werknemerslid van het GO mag de volgende uren besteden aan zijn werk als plaatsvervangend lid van het GO:

  • als hij in vergaderingen optreedt in de plaats van het lid, dat hij vervangt: de uren waarop dat lid recht heeft;

  • ten hoogste 12 uren per jaar voor overige zaken.

 

Artikel 10: administratieve ondersteuning CGO

 

De omgevingsdienst van de Achterhoek levert de administratieve ondersteuning van het CGO. Een vaste persoon verzorgt de administratieve ondersteuning. De administratieve ondersteuning bestaat uit: notuleren van de vergaderingen van het CGO en indien nodig incidenteel de eigen vergaderingen; plannen van afspraken en vergaderingen; regelen van ruimte en faciliteiten voor vergaderingen; maken van agenda’s voor de vergaderingen van het CGO en de eigen vergaderingen.

 

Artikel 11: administratieve ondersteuning GO’s

 

De omgevingsdienst levert de administratieve ondersteuning van het GO. Een vaste persoon verzorgt de administratieve ondersteuning. De administratieve ondersteuning bestaat uit: notuleren van de vergaderingen van het GO en indien nodig incidenteel de eigen vergaderingen; plannen van afspraken en vergaderingen; regelen van ruimte en faciliteiten voor vergaderingen; maken van agenda’s voor de vergaderingen van het GO en de eigen vergaderingen.

 

Artikel 12: inwerkingtreding

 

Dit convenant treedt in werking op de dag, waarop partijen het convenant ondertekenen.

 

Artikel 13: wijziging

 

Als een partij het convenant wil wijzigen, meldt deze dat aan de andere partijen. Partijen besluiten samen over het wijzigen van het convenant.

 

Artikel 14: opzegging

 

Een partij kan het convenant opzeggen door een schriftelijk bericht aan de andere partijen. De opzegtermijn is drie maanden.

 

 

 

Aldus overeengekomen op 24 november 2014.

Vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel

op 15 april 2015,

De secretaris, De voorzitter,

J.J.W Strebus O.G. Prinsen

 

TOELICHTING

 

Artikel 6: opleiding(sbudget) GO’s

Ter vergelijking: de leden van de ondernemingsraad hebben volgens de Wor recht op ten hoogste vijf dagen per jaar.

 

Artikelen 8 en 9: urenbesteding CGO en GO’s

Het CGO en de GO’s vergaderen naar verwachting niet meer dan een paar keer per jaar. De uren zijn op deze verwachting gegrond. Blijkt in de praktijk, dat het meer is? Dan is dat reden de urenbesteding te herzien.

 

Ter vergelijking.

De leden van de ondernemingsraad hebben volgens de Wor recht op 60 uren per jaar voor “onderling beraad en overleg met andere personen over aangelegenheden waarbij zij in de uitoefening van hun taak zijn betrokken, alsmede voor kennisneming van de arbeidsomstandigheden in de onderneming”. Een OR vergadert al snel 10 keer per jaar. Dat is een groot verschil met de verwachte enkele vergaderingen per jaar van het CGO en de GO’s.

 

Het in de derde regel van artikel 8 genoemde aantal uren voor overige zaken blijft open tot 1 januari 2016. Partijen evalueren vóór die datum hoeveel uren de werknemersleden van het CGO en de GO’s aan die overige zaken besteden. Genoemde leden registreren hoeveel uren zij aan die overige zaken besteden.

 

Artikelen 10 en 11: administratieve ondersteuning CGO en GO’s.

Het CGO vergadert naar verwachting niet meer dan een paar keer per jaar. Voor de GO’s geldt hetzelfde. Het is niet goed mogelijk om voor de administratieve ondersteuning van het CGO en de GO’s werknemers aan te stellen of aan te wijzen voor een vast aantal uren per week.

 

 

 

Naar boven