IKB-regeling Werkorganisatie Duivenvoorde

Het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde

 

gelet op:

  • -

    artikel 125 van de Ambtenarenwet;

  • -

    artikel 33b, lid 1, aanhef en onder c van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • -

    de Wet op de loonbelasting 1964;

  • -

    de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011;

  • -

    het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965;

  • -

    hoofdstuk 3 van de CAR-UWO;

gezien de overeenstemming met het Georganiseerd Overleg 17 oktober 2016;

besluit tot het vaststellen van de:

 

IKB-regeling Werkorganisatie Duivenvoorde

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Werkgever:

    het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde;

  • b.

    Medewerker:

    de werknemer met een dienstverband bij de Werkorganisatie Duivenvoorde op grond van artikel 1:1, lid 1, sub a van de CAR-UWO;

  • c.

    CAR-UWO:

    rechtspositieregeling voor Gemeenten, van toepassing op de Werkorganisatie Duivenvoorde;

  • d.

    Fiscale ruimte:

    Het verschil - met betrekking tot de vergoeding voor woon-werkverkeer - tussen het bedrag dat fiscaal onbelast mag worden vergoed aan een medewerker en het bedrag dat daadwerkelijk door de werkgever voor woon-werkverkeer wordt vergoed.

  • e.

    Individueel KeuzeBudget (IKB):

    In geldwaarde uitgedrukte aanspraken resulterend in een saldo dat de medewerker kan aanwenden voor de landelijke in de CAR-UWO neergelegde en lokaal aangewezen doelen.

  • f.

    Vakbondscontributie:

    Het geldbedrag dat moet worden betaald voor het lidmaatschap van een vakbond.

  • g.

    Fietsaccessoires:

    Onder fietsaccessoires worden verstaan: onderhoud aan de fiets, een fietsslot, een regenpak voor op de fiets, fietshelm, fietstassen, een steun voor de aktentas, een kinderzitje of een kilometerteller.

Artikel 2 Lokale doelen IKB

Naast de in artikel 3:29 van de CAR-UWO vermelde landelijke doelen gelden de volgende lokale doelen:

  • a.

    fiets;

  • b.

    fiscale uitruil woon-werkverkeer;

  • c.

    vakbondscontributie.

Artikel 3 Fiets

  • 1.

    De medewerker kan éénmaal in de drie kalenderjaren de keuze maken om een fiets aan te schaffen voor eigen gebruik met belastingvoordeel.

  • 2.

    Fietsen met elektrische trapondersteuning, ook wel e-bikes genoemd, zijn toegestaan.

  • 3.

    Het maximale bedrag dat hiervoor uit het IKB kan worden aangewend is € 749. De medewerker kan een duurdere fiets kopen, maar de meerprijs is voor eigen rekening.

  • 4.

    Tevens kan het IKB worden aangewend voor een fietsverzekering tot maximaal € 100 per jaar, gedurende drie kalenderjaren.

  • 5.

    Naast de fiets kan het IKB ook gebruikt worden voor de aanschaf van fietsaccessoires, het maximale bedrag dat hiervoor kan worden aangewend is € 82 per jaar, gedurende drie kalenderjaren.

  • 6.

    De medewerker kan de keuze alleen maken indien hij of zij voldoende IKB heeft.

  • 7.

    De medewerker dient hierbij de factuur van de aanschaf van de fiets, de fietsverzekering en de eventuele fietsaccessoires te overleggen.

Artikel 4 Fiscale uitruil woon-werkverkeer

  • 1.

    De medewerker kan - indien hier fiscale ruimte voor is - het IKB aanwenden voor de fiscale uitruil woon-werkverkeer. Deze ruimte ontstaat als er verschil zit tussen de reiskostenvergoeding die de werkgever aan de medewerker verstrekt en het maximum dat hierbij fiscaal onbelast mogelijk zou zijn.

  • 2.

    De medewerker kan via de IKB-module aangeven gebruik te willen maken van de fiscale uitruil woon-werkverkeer.

  • 3.

    In geval van verhuizing dient de medewerker dit direct aan de werkgever door te geven.

  • 4.

    Bij een aanpassing van het aantal dagen waarop de medewerker werkt, wordt dienovereenkomstig het uit te ruilen bedrag aangepast.

  • 5.

    In geval van afwezigheid of ziekte van de medewerker van meer dan zes weken wordt de uitruil stopgezet of aangepast.

Artikel 5 Vakbondscontributie

  • 1.

    Indien de medewerker lid is van een vakbond, kan één keer per jaar het IKB aangewend worden voor belastingvoordeel over de vakbondscontributie.

  • 2.

    De medewerker dient bij de keuze de jaaropgave van de vakbond te overleggen.

Artikel 6 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan door de werkgever een bijzondere voorziening worden getroffen.

Artikel 7 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘IKB-regeling Werkorganisatie Duivenvoorde’.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 25 oktober 2016,

Concerndirectie,

Voorzitter,

Naar boven