Blad gemeenschappelijke regeling van Waddenfonds
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waddenfonds | Blad gemeenschappelijke regeling 2017, 403 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waddenfonds | Blad gemeenschappelijke regeling 2017, 403 | Overige besluiten van algemene strekking |
Openstellingsbesluit Waddenfonds 2017
Openstellingsbesluit van het dagelijks bestuur van het Waddenfonds van 30 juni 2017, kenmerk 2017 / nr. 01, houdende nadere regels met betrekking tot de openstelling van een aanvraagperiode en de vaststelling van een subsidieplafond (Openstellingsbesluit Waddenfonds 2017 / nr. 01)
Het dagelijks bestuur van het Waddenfonds, gelet op artikel 1.4 van de Algemene Subsidieverordening Waddenfonds 2017, besluit het navolgende Openstellingsbesluit vast te stellen:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit Openstellingsbesluit wordt verstaan onder:
Subsidieverordening: De Algemene Subsidieverordening Waddenfonds 2017;
VWEU: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
Uitvoeringsprogramma: Het Uitvoeringsprogramma Waddenfonds;
Kernkwaliteiten: De kernkwaliteiten van het Waddengebied zijn cultuurhistorisch en landschappelijk waardevolle elementen, natuurlijke dynamiek, rust, ruimte, duisternis, landschap en vergezichten.
Artikel 1.4 Binnen welke periode kan subsidie worden aangevraagd?
Aanvragen kunnen worden ingediend met ingang van maandag 30 oktober 2017 tot en met donderdag 6 november 2017 tot 12:00 uur bij het Waddenfonds (mailto:info@waddenfonds.nl) of Ruiterskwartier 121A, 8911 BS Leeuwarden).
Artikel 1.5 Hoe worden de beschikbare middelen verdeeld?
De subsidie wordt verdeeld op basis van rangschikking. Een voor subsidie in aanmerking komende aanvraag wordt hoger gerangschikt naarmate die meer voldoet aan de criteria van artikel 2.2, tweede lid.
Aanvragen met minder dan 70 punten komen niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 1.6 Is er een financiële drempel om voor subsidie in aanmerking te komen?
Een aanvraag komt alleen voor subsidie in aanmerking als de subsidiabele projectkosten ten minste € 200.000,- bedragen.
Artikel 1.8 Hoogte van de subsidie
In afwijking van het eerste lid bedraagt de subsidie voor activiteiten gericht op instandhouding van landschappelijke en cultuurhistorische elementen en structuren (cultureel erfgoed, zowel bouwwerken en landschapselementen) en activiteiten gericht op infrastructurele voorzieningen, die naar het oordeel van het dagelijks bestuur geen staatssteun vormt in de zin van artikel 107, eerste lid, VWEU, niet meer dan 30% van de subsidiabele kosten.
Hoofdstuk 2 Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Thema Duurzame recreatie en duurzaam toerisme in combinatie met elementen van Thema Werelderfgoed, cultuurhistorie en/of landschapsontwikkeling;
Artikel 2.1 Voor welke activiteiten kan subsidie worden aangevraagd?
Maatregelen ter verbetering van het toeristisch-recreatieve aanbod in het waddengebied, gericht op meer verblijfsuren en bestedingen van toeristen en recreanten, waarbij de beleving en zichtbaarheid van de kernkwaliteiten van het gebied worden versterkt.
Daartoe bevatten aanvragen elementen van het thema Werelderfgoed, cultuurhistorie en landschapsontwikkeling.
In het bijzonder omvat het project derhalve ook:
Datum: 30-06-2017
handtekening: handtekening:
Henk Staghouwer Dick Hamhuis
voorzitter waarnemend secretaris/directeur
Toelichting bij het openstellingsbesluit 2017-01 1
Het Waddenfonds wil bijdragen aan verbetering van het duurzame toeristische en recreatieve aanbod in het waddengebied, in combinatie met versterking van de beleving en zichtbaarheid van de kernkwaliteiten van het gebied. Versterking van de toeristisch-recreatieve infrastructuur in combinatie met versterking van de cultuurhistorische- en landschappelijke kwaliteiten draagt bij aan de sociaaleconomische ontwikkeling van het waddengebied.
Met deze openstelling wil het Waddenfonds alleen projecten ondersteunen van partijen die onder het “Openstellingsbesluit Waddenfonds 2016 / nr. 02” een aanvraag hebben ingediend die in behandeling is genomen, maar niet tot een subsidieverlening heeft geleid. Het moet gaan om projecten die structureel van toegevoegde waarde zijn op het bestaande toeristisch-recreatief aanbod in het waddengebied en zijn gericht op toename van het aantal verblijfsuren en/of de bestedingen van recreanten en toeristen.
Ook moeten de projecten bijdragen aan de beleving of zichtbaarheid van culturele en/of landschappelijke elementen. Daarbij doet het project geen afbreuk aan de kernkwaliteiten van het Waddengebied, maar versterkt de beleving van deze (cultuurhistorisch en landschappelijk waardevolle elementen, natuurlijke dynamiek, rust, ruimte, duisternis, landschap en vergezichten.).
Het Waddenfonds wil projecten stimuleren die uitgaan van de samenhang van cultuurhistorische en landschappelijke waarden met toerisme, gekoppeld aan de identiteit van het waddengebied. Deze openstelling moet er toe leiden dat de waarden die hebben geleid tot de werelderfgoedstatus bij recreanten en ook bij de internationale toerist op het netvlies staan.
Het Waddenfonds roept aanvragers op met hun projectvoorstel niet alleen te voldoen aan de vereisten en criteria voor het thema duurzame recreatie en toerisme in combinatie met elementen van het thema werelderfgoed, cultuurhistorie en landschapsontwikkeling. Het Uitvoeringsprogramma Waddenfonds bevat ook doelen voor andere thema’s. Kijk ook naar de bijdrage die het project kan leveren aan de andere Waddenfondsdoelen. Zoek naar mogelijkheden (met anderen) om het project te verbreden en daarmee ook bij te dragen aan realisering van de andere doelen van het Waddenfonds.
Een subsidieaanvraag wordt getoetst aan de bepalingen, eisen en criteria die in dit openstellingsbesluit staan vermeld. De vereisten en criteria in dit openstellingsbesluit zijn leidend. Daarnaast wordt een aanvraag getoetst aan de Algemene Subsidieverordening Waddenfonds 2017.
Uitgangspunten en achtergronden zijn nader uiteengezet in het Uitvoeringsprogramma Waddenfonds. Deze documenten zijn te vinden op de website van het Waddenfonds (www.waddenfonds.nl) onder het kopje documenten.
In deze toelichting worden de belangrijkste vereisten en criteria uit de hierboven genoemde documenten nader toegelicht.
Subsidieaanvragen worden getoetst aan de bepalingen in de Algemene Subsidieverordening Waddenfonds 2017.
In bijlage 1 van de Subsidieverordening worden de activiteiten omschreven die in aanmerking komen voor subsidie (zie verder de toelichting op artikel 1.7). Deze regels zijn afgeleid van de Europese staatssteunkaders.
In artikel 2.6 van de Subsidieverordening is bepaald dat geen subsidie wordt verstrekt als:
Het Uitvoeringsprogramma beschrijft de doelen en subsidiabele activiteiten van de thema’s.
Voor Duurzame Recreatie en Toerisme wordt een drietal principes gehanteerd bij de beoordeling van subsidieaanvragen. In bijlage 3 van het Uitvoeringsprogramma is hieraan nadere uitwerking gegeven. Deze principes betreffen:
Onderstaand wordt bij artikelen (van het openstellingsbesluit) nadere uitleg gegeven over de gedachte achter het artikel.
Artikel 1.3 Kring van aanvragers
Alleen aanvragen die in de openstelling 2016-2 als niet ontvankelijk zijn verklaard en aanvragen die minder dan de benodigde 70 punten hebben behaald, kunnen nu een aangepaste aanvraag indienen.
Artikel 1.5 Hoe worden de beschikbare middelen verdeeld
Subsidieaanvragen worden op basis van een tendersysteem behandeld. Dit betekent dat aanvragen die op tijd zijn ontvangen, na de sluitingsdatum:
Als een subsidieaanvraag compleet en ontvankelijk is, dan wordt de aanvraag doorgeleid naar de commissie van externe deskundigen. Dit is een onafhankelijke commissie die de subsidieaanvragen op basis van de criteria van het Openstellingsbesluit gaat rangschikken. Dit geschiedt aan de hand van een puntentoekenning per criterium. Van de in totaal 100 toe te kennen punten moet een project minimaal 70 punten behalen om voor subsidie in aanmerking te komen.
Alle projecten waar de commissie meer dan 70 punten aan toekent worden door de commissie aan het dagelijks bestuur voorgelegd met een positief advies. Het is vervolgens aan het dagelijks bestuur te bezien of de positief beoordeelde subsidieaanvragen voor subsidieverlening in aanmerking komen. Daarbij is bepalend of het gestelde subsidieplafond toereikend is. Zo niet, dan ontvangen de hoogst gerangschikte projecten die nog passen onder het plafond een verleningsbeschikking en moeten de overige aanvragen worden afgewezen, omdat anders het subsidieplafond zou worden overschreden.
Een aanvrager moet motiveren of er sprake is van staatssteun en, indien dit het geval is, onder welk staatssteunkader steun geoorloofd is. In deze openstelling wordt alleen steun verstrekt waarbij geen sprake is van staatssteun én geoorloofde staatssteun onder de de-minimis regelgeving of onder hoofdstuk 2 van bijlage 1 van de Subsidieverordening (Algemene groepsvrijstellingsverordening).
Artikel 1.8 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 80% van de subsidiabele kosten, indien geen sprake is van staatssteun. Als wel sprake is van staatssteun, dan zijn de specifieke Europese staatssteunkaders bepalend voor de vraag hoe hoog het maximale subsidiepercentage mag zijn, maar nooit meer dan 90%. Overigens gaat het bij staatssteun altijd om totale overheidssteun aan een project, dus ook bijvoorbeeld cofinanciering van andere overheden (zoals het Rijk, gemeenten en provincies). Het stapelen van deze subsidies is mogelijk tot het genoemde maximum.
Voor activiteiten gericht op instandhouding van landschappelijke en cultuurhistorische elementen en structuren (cultureel erfgoed, zowel bouwwerken en landschapselementen) en activiteiten gericht op infrastructurele voorzieningen bedraagt de subsidie maximaal 30% van de subsidiabele kosten. Voor landschapselementen die louter natuurgericht zijn (ecologisch hoofddoel) kan max. 80% WF-subsidie worden verstrekt.
Artikel 2.2 Specifiek beoordelingskader
Het dekkingsplan moet zo veel mogelijk onderbouwd worden met schriftelijke toezeggingen van cofinanciering. In het geval van provinciale cofinanciering dient minimaal een kopie van de aanvraag van de provinciale cofinanciering te worden bijgevoegd. Het Waddenfonds zal de hardheid van het dekkingsplan beoordelen.
Uit de aangeleverde informatie moet in ieder geval blijken:
De businesscase is vooral een doorkijk naar de toekomst, de periode na afloop van de afronding van het project. Het gaat dan om een kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing van de exploitatie: o.a. bezoekersaantallen, maar ook een onderbouwing van de relevante markt en doelgroep, de concurrentiepositie, de marketingstrategie, analyse risico’s, etc.
Een SWOT-analyse (analyse van sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen), gevoegd bij de businesscase wordt sterk aangeraden.
In het hoog- en ‘schouder’seizoen is de belangstelling van toeristen voor de Waddeneilanden erg groot. Projecten op de Waddeneilanden moeten gericht zijn op het verlengen van het toeristenseizoen en/of meer toeristen trekken in het laagseizoen (november tot en met april). Het project moet ook maatregelen bevatten die bijdragen aan – voor het waddengebied relevante – versterking van cultuurhistorische en /of landschappelijke elementen of aan educatie en voorlichting over het waddengebied.
In het Uitvoeringsprogramma Waddenfonds (hoofdstuk 2 en 4 en bijlage 3) is aangegeven op welke elementen dit betrekking heeft.
Maatregelen aan een cultuurhistorisch bouwwerk komen niet allemaal in aanmerking voor subsidiëring. Het bouwwerk moet aantoonbaar (vermelding op provinciale of gemeentelijke inventarisaties) een monumentaal karakter hebben en tevens moet het waddenspecifiek zijn (karakteristiek voor het waddengebied) en publiek toegankelijk zijn of worden. Rijksmonumenten zijn uitgesloten van subsidiëring omdat deze in aanmerking komen voor andere regelingen (zoals die van het nationaal restauratiefonds).
Aan bovenstaande vereisten wordt getoetst of het project(plan) voldoet. Aan de hand van de criteria wordt gerangschikt naar de mate waarin aan de criteria wordt voldaan.
Aanvragers moeten aangeven dat het project met nieuwe producten of activiteiten een dimensie wordt toegevoegd aan het bestaande aanbodpakket (complementair) dan wel het bestaande aanbod wordt uitgebreid met ‘meer van hetzelfde’ (concurrerend). Bij dit criterium wordt nagegaan hoe de toegevoegde waarde zich verhoudt tot omvang van de gevraagde subsidiebijdrage.
Het Waddenfonds let aan de hand van dit criterium op de mate waarin het project past in en bijdraagt aan de (integrale) gebiedsontwikkeling en samenhang vertoont met andere in voorbereiding of uitvoering zijnde projecten. De gebiedsgerichte benadering is uitgewerkt in een aantal gebiedsspecifieke verhaallijnen (bijlage 3 van het Uitvoeringsprogramma Waddenfonds). Projecten worden hoger gerangschikt als deze passen in deze verhaallijnen en de kenmerkende elementen in het gebied versterken.
Bij de rangschikking aan de hand van dit criterium wordt nagegaan in welke mate er aan (de beleefbaarheid van) een of meer aanwezige kernkwaliteiten wordt bijgedragen.
Projecten passen binnen de hoofddoelen van het Waddenfonds. Deze zijn beschreven in het Uitvoeringsprogramma Waddenfonds in het schema op pagina 9. Het project wordt sterker als het project bijdraagt aan de realisatie van meerdere hoofddoelen en thema’s (koppelkansen). In het projectplan kan de bijdrage aan andere thema’s worden onderbouwd. De mate waarin het project bijdraagt aan meerdere doelen en thema’s wordt aan de hand van dit criterium beoordeeld
Coalitievorming tussen (lokale) initiatiefnemers komt een divers, samenhangend en structuurversterkend aanbod van attracties en arrangementen te goede. In het projectplan moet worden beschreven of en hoe de afstemming en samenwerking met andere initiatieven en partijen in de ketens is vormgegeven. De meerwaarde die de initiatieven elkaar en het gebied opleveren moet helder zijn. Dit betekent bijvoorbeeld dat in het projectplan ook is uitgewerkt op welke toeristisch-recreatieve doelgroepen wordt gemikt, en wat die doelgroep in de regio te verwachten heeft, hoe de informatievoorziening is geregeld en hoe gebruik kan worden gemaakt van in de regio aanwezige voorzieningen (zoals huurfietsen e.d.), welke arrangementen er zijn en hoe informatie wordt gegeven over de (ecologische) kwetsbaarheden van het gebied.
De mate waarin de samenwerking (eventueel een coalitie van deelnemers in het project) of afstemming met andere relevante partijen in het project en de exploitatie tot stand komt wordt aan de hand van dit criterium beoordeeld.
Bevoegdheden Dagelijks Bestuur Waddenfonds.
Op grond van de door het algemeen bestuur vastgestelde Algemene subsidieverordening Waddenfonds 2017 is het dagelijks bestuur bevoegd om subsidies te verstrekken die passen binnen de door provinciale staten respectievelijk het algemeen bestuur vastgestelde beleids- en uitvoeringskaders met betrekking tot het werkingsgebied van het Waddenfonds.
In de Algemene subsidieverordening is voor het dagelijks bestuur de bevoegdheid opgenomen tot het vaststellen van subsidieplafonds. Het dagelijks bestuur kan een subsidieplafond onderverdelen ten behoeve van verschillende activiteiten en categorieën van aanvragers. Het dagelijks bestuur is tevens bevoegd nadere regels te stellen over subsidieverstrekking.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2017-403.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.