Blad gemeenschappelijke regeling van Regio Gooi en Vechtstreek
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Regio Gooi en Vechtstreek | Blad gemeenschappelijke regeling 2017, 283 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Regio Gooi en Vechtstreek | Blad gemeenschappelijke regeling 2017, 283 | Verordeningen |
Afvalstoffenverordening Regio Gooi en Vechtstreek 2017
Het Algemeen Bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek,
gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek d.d. 23 maart 2017
gelet op het bepaalde in de gemeenschappelijke regeling Regio Gooi en Vechtstreek
en het bepaalde in de artikelen 10.23, 10 24, 10.25 en 10.26 van de Wet Milieubeheer
gezien het advies van het portefeuillehoudersoverleg fysiek domein en het verslag van de inspraakprocedure
Vast te stellen de navolgende:
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Inzameling: verzameling van afvalstoffen die binnen de gemeenten Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren ter inzameling worden aangeboden, met inbegrip van de voorlopige sortering en de voorlopige opslag van afvalstoffen om deze daarna te vervoeren naar een afvalverwerkingsinstallatie;
De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.
Paragraaf 2 Huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7 Afzonderlijke inzameling
Artikel 8 Frequentie inzameling bij of nabij elk perceel
Restafval wordt tenminste eenmaal per twee weken bij of nabij elk perceel ingezameld in gebieden waar wordt ingezameld door middel van een inzamelmiddel of een inzamelvoorziening met uitzondering van de gebieden waar, met inachtneming van het bepaalde in lid 6 van dit artikel, omgekeerd wordt ingezameld alwaar tenminste eenmaal per vier weken wordt ingezameld bij of nabij elk perceel.
Artikel 10 Tijdstip van aanbieding
Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door het dagelijks bestuur daartoe bepaalde dag en tijden. Deze kunnen voor verschillende bestanddelen verschillend worden vastgesteld.
Paragraaf 3 Bedrijfsafvalstoffen
Artikel 12 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst
Het dagelijks bestuur kan bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst die is aangewezen krachtens artikel 3, in gevallen waarin het voor deze inzameling verschuldigde tarief, als vermeld in de tarieventabel behorende bij de begroting voor de Regio Gooi en Vechtstreek, is voldaan.
Artikel 13 Aanbieden ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Het is verboden anders dan in overeenstemming met artikel 12 bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan de inzameldienst aan te bieden, aan de inzameldienst over te dragen of bij de inzamelplaats, bedoeld in artikel 5, achter te laten.
Paragraaf 4 Zwerfafval en overige
Het is verboden zonder ontheffing van het dagelijks bestuur, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te verbranden, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.
Artikel 17 Zwerfafval rondom inrichtingen
Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting, van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.
Artikel 18 Afval en verontreiniging op de weg
Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt of diens opdrachtgever zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.
Artikel 19 Geen opslag van afval in de open lucht
Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 24 Intrekking oude verordening
De Afvalstoffenverordening gewest Gooi en Vechtstreek 2010 wordt ingetrokken.
Artikel 25 Overgangsbepalingen
Besluiten, waaronder mede begrepen aanwijzingsbesluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 24, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
Vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de Regio Gooi en Vechtstreek, gehouden op 13 april 2017.
J.J. Bakker
secretaris
A.Ph. Hertog
Vicevoorzitter
Toelichting Afvalstoffenverordening Regio Gooi en Vechtstreek 2017
Deze verordening dient het belang van de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig afvalstoffenbeheer. Het belang daarvan neemt toe omdat tegenwoordig anders naar afval wordt gekeken dan in het verleden. Afval wordt steeds meer benaderd als grondstof. In een meer circulaire economie is afval van waarde. Dat betekent duurzaam omgaan met natuurlijke hulpbronnen, zuiniger zijn op grondstoffen, voorwerpen langer en opnieuw gebruiken en optimalere reststromen. Afvalscheiding en inzameling is daarbij van wezenlijk belang. Welke bestanddelen van het afval gescheiden dienen te worden verandert. Nieuwe technieken maken bijvoorbeeld de scheiding van kunststof mogelijk. Uitvoering van het programma Van Afval Naar Grondstof (VANG) moet leiden tot een verdere vermindering van het restafval per persoon per jaar en tot een verbetering van de kwaliteit van afvalscheiding en inzameling.
2. Hoofdlijnen van de verordening
Scheiden van afvalstromen begint bij huishoudens (huishoudelijke afvalstoffen) en bedrijven (kantoren, winkels, dienstverleners) waar die afvalstoffen ontstaan – of waar die in de openbare ruimte terechtkomen. De verordening bevat regels over huishoudelijk afval, bedrijfsafval en afval in de openbare ruimte.
De regiogemeenten Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren hebben teken en bevoegdheden op het terrein van de inzameling afvoer en verwerking van afvalstoffen zoals vermeld in hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer (hierna: Wm) overgedragen aan de Regio Gooi en Vechtstreek. De verordening geeft uitvoering aan de verplichting van artikel 10.23 van de Wm, waarin de gemeenteraad wordt opgedragen om in het belang van de bescherming van het milieu een afvalstoffenverordening vast te stellen. De op grond van de wet aan de gemeenten opgedragen taak om te zorgen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen vindt plaats door middel van de in de verordening aangewezen inzameldienst, de GAD. Deze verordening regelt ook de aanwijzing van andere inzamelaars en bepaalt welke bestanddelen gescheiden moeten worden aangeboden en dus ook gescheiden moeten worden ingezameld.
Wat betreft bedrijfsafvalstoffen is ook de afvalscheiding door kantoren, winkels en diensten (hierna: KWD) is van belang De inzameling van dergelijk bedrijfsafval kan plaatsvinden door de GAD maar ook door anderen. Het beheer van bedrijfsafvalstoffen is in belangrijke mate op Rijksniveau geregeld door de Wm en daarop gebaseerde centrale regelgeving. Deze verordening bevat enkele aanvullende regels die van belang indien de inzameling van bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst aan de orde is.
Wat betreft het afval in de openbare ruimte is het voorkomen van zwerfafval van belang. Zwerfafval ontstaat niet alleen door illegale dumping maar kan ook ontstaan uit huishoudelijk afval, bijvoorbeeld als dat verkeerd is aangeboden of als ter inzameling gereedstaand huishoudelijk afval is doorzocht of omgeschopt. Zwerfafval komt ook in de openbare ruimte terecht via het publiek rondom winkels, eet- en drinkgelegenheden, evenementen of reclame- en promotiecampagnes. De verordening bevat regels voor het bestrijden van zwerfafval.
Gemeentelijke milieubeleidsplannen
Nagegaan is of de verordening in lijn is met het afvalstoffenbeleid in de gemeentelijke milieubeleidsplannen voor zover aanwezig in de aan de Regio deelnemende gemeenten. Dat is het geval.
In het belang van de eenvoud maakt deze verordening slechts zeer beperkt gebruik van begripsbepalingen. Veelal zijn geen definities van begrippen gegeven als deze begrippen al op grond van artikel 1.1 van de Wm zijn gedefinieerd. Deze begrippen gelden al onverkort voor de toepassing van deze verordening. Voorbeelden zijn o.m. de begrippen huishoudelijke afvalstoffen, afvalstoffen, bedrijfsafvalstoffen. Uit de artikelen 3 en 4 in de verordening volgt voldoende waarom het gaat bij de begrippen inzameldienst en inzamelaar.
Wat betreft de huishoudelijke afvalstoffen regelt deze verordening, enerzijds, dat de inzameling slechts kan geschieden door aangewezen inzameldiensten en, anderzijds, dat door gebruikers van de percelen waar huishoudelijke afvalstoffen ontstaan, deze afvalstoffen slechts mogen worden overgedragen of aangeboden ter inzameling aan deze inzameldienst of overgedragen aan inzamelaars, of achtergelaten op een daartoe ter beschikking gestelde plek. Inzameling of het aanbieden ter inzameling door of aan anderen is verboden. De verordening regelt eveneens op welke wijze dat plaats dient te vinden. Er zijn regels over gescheiden inzameling van afzonderlijke bestanddelen van afval zoals groente-, fruit- en tuinafval (hierna: GFT-afval) of papier en karton, over de middelen waarmee dat dient te gebeuren. In schema is de terminologie van artikel 10.24 van de Wm en artikel 1.1 van de Wm dus als volgt gebruikt t.a.v. de huishoudelijke afvalstoffen:
Ter inzameling aanbieden (al dan niet via inzamelmiddelen of inzamelvoorzieningen) |
Inzameling (via de betreffende middelen of voorzieningen) door de inzameldienst |
Uitvoeringsbesluit van het dagelijks bestuur
De verordening delegeert de bevoegdheid tot het stellen van regels over de volgende onderwerpen aan het dagelijks bestuur:
Nadere regels met de mogelijkheid van vrijstelling voor gescheiden aanbieden ter inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (artikel 9, tweede lid) en nadere regels over afzonderlijke bestanddelen zoals het nader omschrijven van de bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen, of over fracties waarvan vermenging is toegestaan.
Nadere regels ivoor het aanbieden of overdragen van bedrijfsafvalstoffen (artikel 14)
Daarnaast is sprake van nadere besluitvorming door het dagelijks bestuur die strikt genomen geen algemeen verbindende voorschriften inhouden maar die samen met de hiervoor genoemde regels opgenomen kunnen worden in het uitvoeringsbesluit van het dagelijks bestuur. Deze besluitvorming gaat over:
- De aanwijzing van delen van het grondgebied van de regio waar omgekeerd inzamelen wordt ingevoerd (artikel 8 lid 6)
- De dagen en tijden waarop de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen plaatsvindt artikel 9).
- De aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren (artikel 21).
Het begrip perceel is omwille van de leesbaarheid opgenomen met een vaste toevoeging die bij het gebruik van dit begrip in de verordening telkens moet worden meegelezen. Het gaat immers telkens om percelen waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan. Deze toevoeging is opgenomen in verband met artikelen 10.21 en 10.22 van de Wm, waarin sprake is van de zorg van de gemeente voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen “bij elk binnen haar grondgebied gelegen perceel waar zodanige afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan”. Wat onder perceel moet worden verstaan kan niet goed op het niveau van deze verordening worden vastgesteld. Op grond van jurisprudentie is een perceel een plaats waar huishoudelijke afvalstoffen geregeld binnen een particuliere huishouding kunnen ontstaan.” Dit zal telkens naar de feiten en het spraakgebruik bepaald moeten worden.
In dit artikel is ook het begrip “omgekeerd inzamelen” gedefinieerd. Dat is gedaan om het gefaseerd invoeren van het omgekeerd inzamelen mogelijk te maken. In gebieden waar omgekeerd wordt ingezameld wordt de frequentie van huis-aan-huis inzamelen van huishoudelijk restafval verlaagd of het huishoudelijk restafval moet worden weggebracht naar een inzamelvoorziening. Voor hergebruik geschikte bestanddelen van afvalstoffen worden in die gebieden huis-aan-huis opgehaald.
Het dagelijks bestuur wijst op grond van artikel 8 lid 6 de gebieden waar omgekeerd wordt ingezameld aan.
In dit artikel is het met de verordening te dienen doel vermeld. Deze volgt uit de wettelijke grondslag van de verordening. De toepassing van bevoegdheden op basis van deze verordening zal derhalve telkens in dat kader plaatsvinden. Doelmatig afvalstoffenbeheer is onderdeel van de bescherming van het milieu. Het begrip afvalstoffenbeheer is als volgt gedefinieerd in de Kaderrichtlijn afvalstoffen: inzameling, vervoer, nuttige toepassing en verwijdering van afvalstoffen, met inbegrip van het toezicht op die handelingen en de nazorg voor de stortplaatsen na sluiting en met inbegrip van activiteiten van handelaars of makelaars.
Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst
In het eerste lid van artikel 3 wordt de GAD aangewezen als inzameldienst belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.
Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars
In beginsel is het op grond van de verordening verboden voor anderen dan de inzameldienst huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. Uitzonderingen zijn:
- Aangewezen inzamelaars. Het gaat dan om een beschikking, waaraan op grond van het tweede lid voorschriften en beperkingen kunnen worden verbonden.
- Producenten van bijvoorbeeld witgoed voor wie op grond van de Wm in algemene maatregelen van bestuur verplichtingen bestaan tot inname van afgedankte producten. Het gaat dan om de producentenverantwoordelijkheid.
Artikel 5. Aanwijzing van inzamelplaats
Dit artikel regelt dat op ten minste vier plaatsen op het grondgebied van de regiogemeenten Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren buiten kantooruren of in het weekend (in voldoende mate dus) gelegenheid wordt geboden om huishoudelijke afvalstoffen achter te laten. In de Regio gaat het om vier scheidingsstations in resp. Bussum, Hilversum, Huizen en Weesp.
Dit artikel regelt dat het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen niet anders mag geschieden dan via de kanalen die daarvoor in de artikelen 3, 4 en 5 zijn aangewezen. Dit tot de gebruikers van percelen waar huishoudelijke afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan gerichte verbod is de keerzijde van de in die artikelen tot de inzameldienst en andere inzamelaars gerichte verbod.
Artikel 7. Afzonderlijke inzameling
Dit artikel regelt welke bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk moeten worden ingezameld.
Artikel 8. Frequentie inzameling bij of nabij elk perceel
Dit artikel regelt welke bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk met welke frequentie en op welke locatie moeten worden ingezameld. Deze locatie kan zijn bij elk perceel, nabij elk perceel.
Artikel 10.21 van de Wm schrijft voor dat het gemeentebestuur, al dan niet samen met het gemeentebestuur van andere gemeenten, ervoor zorgt dat ten minste eenmaal per week de huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld elk binnen haar grondgebied gelegen perceel waar zodanige afvalstoffen geregeld kunnen ontstaan. Grove huishoudelijke afvalstoffen zijn daarvan uitgezonderd. Groente-, fruit- en tuinafval moet volgens dit artikel verplicht afzonderlijk worden ingezameld. De gemeenteraad kan volgens artikel 10.21, derde lid, van de Wm besluiten tot het afzonderlijk inzamelen van andere bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen. Deze vrijheid is ingeperkt door artikel 3 van de Regeling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur. Dat verplicht gemeenten ertoe om afgedankte elektrische en elektronische apparatuur van particuliere huishoudens gescheiden in te zamelen.
Bij de uitoefening van de bevoegdheden met betrekking tot afvalstoffen moet ook rekening gehouden worden met het Landelijk afvalbeheersplan (hierna: LAP). In het LAP zijn bestanddelen huishoudelijke afvalstoffen benoemd, die door de consument gescheiden dienen te worden.
Op grond van artikel 10.26 van de Wm kan de gemeenteraad in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen bij de afvalstoffenverordening afwijken:
De frequentie waarmee deze gescheiden inzameling plaats vindt is lager dan eenmaal per week. Bij een frequentie lager dan eenmaal per week is de inspraakverordening van toepassing.
Een afvalstoffenverordening die één van deze mogelijkheden benut dient te worden voorbereid met toepassing van de inspraakverordening. Inspraak heeft dan ook plaatsgevonden.
Artikel 9. Gescheiden aanbieding
Dit artikel regelt de keerzijde van artikel 7. Wat gescheiden moet worden ingezameld, moet ook gescheiden worden aangeboden. Concrete omschrijvingen van de bestanddelen kunnen door het dagelijks bestuur in de nadere regels op grond van artikel 8 worden gegeven om discussies te slechten en om in het kader van de handhaving houvast te bieden. Ook kan van de vrijstellingsmogelijkheid gebruik worden gemaakt om te regelen dat bepaalde hoeveelheden (fracties) van de bestanddelen mogen voorkomen bij de inzameling van andere bestanddelen. Zo zal niet verboden hoeven te zijn als er eens een papiertje tussen het GFT-afval voorkomt.
Artikel 10. Tijdstip van aanbieding
De tijdstippen voor de inzameling worden door het dagelijks bestuur bepaald. Het gaat hier om een besluit van algemene strekking.
Artikel 11. Wijze en plaats van aanbieding
Er is een onderscheid tussen inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen. Inzamelmiddelen dienen het ter inzameling aanbieden door een huishouden, zoals een minicontainer, afvalemmer, plastic afvalzak. Inzamelvoorzieningen, dienen het collectief ter inzameling aanbieden door meerdere huishoudens, zoals een verzamelcontainer of een wijkcontainer, voor het inzamelen. Op grond van dit artikel worden inzamelmiddelen voorgeschreven. Onderdeel van het voorschrijven van inzamelvoorzieningen is het aanwijzen van locaties waar inzamelvoorzieningen zoals ondergrondse verzamelcontainers worden geplaatst ten behoeve van meerdere huishoudens.
Ook kunnen regels worden gesteld over het gebruik van inzamelvoorzieningen.
Artikel 12. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst
De inzameldienst kan ook bedrijfsafvalstoffen (of bepaalde bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen) inzamelen. Anders dan bij huishoudelijke afvalstoffen geldt voor bedrijfsafvalstoffen echter geen zorgplicht voor de gemeente. Inzameling van bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst is daarom een daarvan te onderscheiden activiteit waarbij de inzameldienst tegen vergoeding afval inzamelt bij bedrijven. In de praktijk gaat het daarbij veelal om afval uit de KWD-sector of bouw- en sloopafval. Het dagelijks bestuur kan bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die afzonderlijk worden ingezameld door de GAD.
Artikel 13. Aanbieden ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Alleen die bedrijven die betalen voor de gemeentelijke inzamelvoorzieningen mogen hun bedrijfsafvalstoffen (gescheiden) aanbieden aan de inzameldienst.
Artikel 14. Regeling van inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Het dagelijks bestuur kan, net als bij huishoudelijke afvalstoffen, regels stellen over de wijze waarop de afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden. De basis voor het stellen van regels over de inzameling van bedrijfsafvalstoffen kan worden gevonden in artikel 10.23, derde lid, van de Wm. De memorie van toelichting zegt hierover: “Ten aanzien van de inzameling van bedrijfsafvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen mogen ook in het belang van de bescherming van het milieuregels worden gesteld. Blijkens het derde lid mogen deze regels geen vergunningstelsel inhouden. Dit is krachtens artikel 10.48 Wm voorbehouden aan de minister.” Vanzelfsprekend mag deze bevoegdheid niet worden aangewend ter bevoordeling van de eigen inzameldienst en ten nadele van andere aanbieders op de markt. Het is dus mogelijk om in het belang van het milieu bepaalde dagen aan te wijzen waarop bedrijfsafvalstoffen mogen worden ingezameld. Bijvoorbeeld ter beperking of voorkoming van geluidhinder of aanzuigende werking of om ritten zoveel mogelijk te combineren. Dit artikel kan met name van belang zijn voor de inzameling van bedrijfsafvalstoffen in een (historisch) centrum. Uiteraard gelden deze regels voor alle betrokken inzamelaars die bedrijfsafvalstoffen ophalen.
Dit artikel heeft primair een milieubeschermende functie en beoogt een instrument te bieden om illegale dumpingen, voor zover er geen hogere wet- of regelgeving van toepassing is, of het ontstaan van zwerfafval tegen te gaan
Artikel 16. Zwerfafval in de openbare ruimte
Op grond van artikel 10.25, onder a en b, van de Wm kan in de afvalstoffenverordening de zwerfafvalproblematiek worden geregeld.
Dit lid gaat over straatafval. Dat is afval dat onderweg ontstaat, buiten een perceel, dat niet als zwerfafval op straat of in het plantsoen terecht dient te komen en waarvoor afvalbakken of voorzieningen zijn om zich daarvan ter plekke te ontdoen (voor zover van zeer beperkte omvang en gewicht). Klein chemisch afval is uitdrukkelijk uitgesloten van de omschrijving. Dit afval dient in alle gevallen via de daartoe opgezette inzamelstructuur te worden verwijderd. Het gaat hier per definitie om afvalstoffen die "buiten een perceel ontstaan". Een huishoudelijke afvalstof, ontstaan op of binnen het perceel, moet worden aangeboden volgens de bepalingen uit paragraaf 2.
Het begrip zwerfafval zelf behoeft geen verdere definitie. Het artikel is zodanig geredigeerd dat van zwerfafval sprake is wanneer ter inzameling gereedstaand afval wordt verspreid, omgestoten of omgeschopt, etc. De redactie brengt ook mee dat doorzoeken op een manier die geen zwerfafval veroorzaakt, bijvoorbeeld door morgensterren, niet onder het verbod valt.
Artikel 17. Zwerfafval rondom inrichtingen
Dit sluit aan bij artikel 2.13 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, maar heeft het meer toegespitst op de problematiek van zwerfafval en wijkt daarom op een aantal punten van dat artikel af. Het dient ter aanvulling van het Activiteitenbesluit milieubeheer.
Artikel 18. Afval en verontreiniging op de weg
Het gaat in dit artikel over laden en lossen en het biedt de mogelijkheid om door middel van bestuursdwang tot opruiming te dwingen.
Artikel 19. Geen opslag van afval in de open lucht
Het gaat in dit artikel om opslag van huishoudelijke afvalstoffen. Opslag is niet het bewaren voor de eerstvolgende aanbieding ter inzameling. Waarneembaar gaat in de eerste plaats om zicht. Daarnaast kan sprake zijn van reukoverlast.
Artikel 20. Ontdoen van autowrakken
Hierin is de afgifte van autowrakken door huishoudens geregeld.
Deze systematiek volgt uit artikel 18.1a van de Wm en artikel 5.10, derde lid, onderdeel a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2017-283.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.