UWO-wijzigingen Aanpassing verplaatsingskostenregeling verhuisplichtige ambtenaren) regio Twente

Voorstel voor het Dagelijks Bestuur in te stemmen met de UWO-wijzigingen, zoals opgenomen in LOGA-brief ECWGO/U201700198 van 10 maart 2017 (Aanpassing verplaatsingskostenregeling verhuisplichtige ambtenaren).

Het LOGA indiceert jaarlijks de maximumbedragen van de verplaatsingskosten voor verhuisplichtige ambtenaren. In de Cao Gemeenten 2009-2011 is hiervoor een nieuwe systematiek afgesproken. De koppeling met de Rijksregeling is losgelaten en in plaats daarvan is gekozen voor een jaarlijkse indexatie met de consumenten prijsindex (CPI) van twee jaar daarvoor. Deze brief informeert u over de bedragen voor 2017. Uw bestuur dient de gewijzigde bedragen lokaal vast te stellen.

Deze wijzigingen treden in werking op de dag na de op de voorgeschreven wijze van publicatie en werken terug tot 1 januari 2017.

A

Artikel 18:1:5 lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

De tegemoetkoming in verhuiskosten kan slechts bestaan uit:

  • a.

    een bedrag voor de kosten van transport van de bagage en van de inboedel van de betrokkene en zijn gezinsleden naar de nieuwe woning, waaronder begrepen de kosten van het in- en uitpakken van breekbare zaken;

  • b.

    een bedrag voor dubbel woonkosten, gelijk aan de noodzakelijk te maken kosten, met een maximum van € 312,49 per maand met dien verstande dat de tegemoetkoming ten hoogste voor vier maanden wordt verleend;

  • c.

    een bedrag voor alle andere direct uit de verhuizing voortvloeiende kosten, met een maximum van € 6.249,44.

B

Artikel 18:1:7 leden 2, 3 en 4 worden gewijzigd en komen te luiden:

 

  • 2.

    De vergoeding die plaatsvindt op basis van het eerste lid is, voor dat deel dat gebruik wordt gemaakt van de trein, gemaximeerd op het bedrag van € 3.996 per jaar.

  • 3.

    De betrokkene die met de trein reist en van de woning of het pension met het ander (aansluitend) openbaar vervoer naar het eerst mogelijke station kan reizen maar van dit openbaar vervoer geen gebruik maakt en in de plaats daarvan met eigen vervoer naar dat station reist, ontvangt een tegemoetkoming van € 104,44 op jaarbasis.

  • 4.

    De tegemoetkoming in reiskosten bedoeld in artikel 18:1:6, eerste en vierde lid, is, indien het college de plaats van tewerkstelling van een betrokkene heeft aangewezen als een plaats van tewerkstelling die niet door openbaar vervoer is te bereiken, of indien de betrokkene behoort tot een aangewezen groep voor wie de plaats van tewerkstelling vanwege de opgedragen werktijden niet per openbaar vervoer is te bereiken, € 0,17 per kilometer met een maximum van 20 kilometer enkele reis.

Naar boven