Blad gemeenschappelijke regeling van Regio Twente
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Regio Twente | Blad gemeenschappelijke regeling 2017, 267 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Regio Twente | Blad gemeenschappelijke regeling 2017, 267 | Overige besluiten van algemene strekking |
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In dit sociaal statuut wordt verstaan onder:
Een duurzame verandering in de organisatiestructuur met personele gevolgen, waarbij de werkgever niet aan alle te herplaatsen medewerkers een passende functie kan aanbieden, en de noodzakelijke uitstroom niet kan worden gerealiseerd door natuurlijk verloop, “Van werk naar werk-traject” en stimuleringsregelingen op vrijwillige basis.
Een functie die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, zijn omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Hieronder kunnen onder meer worden verstaan: interesse, capaciteiten, vaardigheden, opleiding, ervaring, leeftijd, gezondheid, salarispositie en schriftelijk vastgelegde salarisperspectieven.
HOOFDSTUK 2 ORGANISATIEAANPASSING EN REORGANISATIE
Artikel 2:4 Overleg over de personele gevolgen en maatregelen
Als het georganiseerd overleg van mening is dat de reorganisatie zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Over dit sociaal plan moet in het georganiseerd overleg overeenstemming worden bereikt.
Indien over de wenselijkheid van de organisatieaanpassing of reorganisatie extern advies wordt gevraagd, wordt de ondernemingsraad om advies gevraagd over het verstrekken en formuleren van de adviesopdracht, conform artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden.
Artikel 2:7 Kennisgeving en uitvoering besluit
Als er een definitief besluit is genomen tot organisatieaanpassing of reorganisatie, wordt dit besluit zo spoedig mogelijk meegedeeld aan het georganiseerd overleg (indien een sociaal plan is vastgesteld), de ondernemingsraad en de betrokken ambtenaren. Daarbij wordt tevens ingegaan op de personele gevolgen van het besluit.
Als in het besluit wordt afgeweken van het advies van de ondernemingsraad, zal deze afwijking duidelijk worden gemotiveerd. De uitvoering van het besluit tot reorganisatie wordt in dat geval uitgesteld tot op zijn vroegst een maand nadat de ondernemingsraad van het besluit in kennis is gesteld, conform artikel 25, zesde lid, van de Wet op de ondernemingsraden.
HOOFDSTUK 3 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN BIJ ORGANISATIEAANPASSING EN REORGANISATIE
Artikel 3:1 Werkingssfeer hoofdstuk
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op organisatieaanpassing en reorganisatie.
Artikel 3:3 Voorkeursvolgorde bij plaatsing
De werkgever hanteert bij het nemen van besluiten de volgende voorkeursvolgorde:
de ambtenaar wiens functie in de nieuwe organisatie ongewijzigd is gebleven. In het geval waarin het aantal te plaatsen medewerkers het aantal beschikbare uitwisselbare functies overtreft, wordt bij de plaatsing het afspiegelingsbeginsel gehanteerd als bedoeld in de Ontslagregeling. Toepassing van het afspiegelingsbeginsel leidt per groep van uitwisselbare functies tot een rangordening van medewerkers.
Het dagelijks bestuur verplicht zich in gevallen van organisatiewijziging en formatiereductie gedwongen ontslagen te voorkomen en de ambtenaar te begeleiden van werk naar werk. De ambtenaar doet al wat in zijn vermogen ligt om een nieuwe functie te verwerven. Het dagelijks bestuur biedt hem daarbij instrumenten en faciliteiten die bijdragen aan het verkrijgen van een nieuwe functie die, in eerste instantie, zoveel mogelijk aansluit bij de oorspronkelijke functie.
De ambtenaar die tijdens het plaatsingstraject of het Van werk naar werk-traject binnen werkgever wordt herplaatst in een functie van een lager niveau dan zijn oude functie, behoudt gedurende drie jaar recht op salaris dat hij genoot in zijn oude functie. De artikelen 3:4 en 3:4:1 ART blijven onverkort van toepassing, wat betekent dat onder de daarin gestelde voorwaarden nog de periodieke verhogingen van het salaris plaatsvinden.
Na ommekomst van de periode van drie jaar als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt de ambtenaar ingedeeld in de salarisschaal behorende bij de nieuwe functie. Dit gebeurt door indeling in het naast hogere bedrag van de salarisschaal behorende bij de nieuwe functie dan wel in het maximumbedrag van die salarisschaal. Het verschil tussen het oude salaris en het nieuwe salaris wordt omgezet in een persoonlijke afbouwtoelage. De persoonlijke afbouwtoelage wordt in vier gelijke stappen over vier jaar afgebouwd.
Het dagelijks bestuur heeft de verplichting om de ambtenaar als bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid in aanmerking te brengen voor functies met een hogere formatieschaal, bij voorkeur de formatieschaal van zijn oude functie. De ambtenaar heeft de verplichting om actief te solliciteren op bedoelde functies en zo nodig daarvoor benodigde opleiding te volgen. Afspraken hierover worden bij voorkeur neergelegd in een persoonlijk ontwikkelingsplan als bedoeld in artikel 17:4 ART.
Artikel 3:7 Functiegebonden toelagen en ORT
Voor de ambtenaar die wordt ingepast in een andere functie binnen de organisatie, vervallen de aan de oude functie verbonden toelagen, alsmede een eventuele onregelmatigheidstoelage. In voorkomende gevallen wordt een afbouwtoelage toegekend:
Artikel 3:10 Aanvullende scholing
De werkgever onderzoekt of het nodig is de ambtenaar, die is ingepast in een passende of geschikte functie binnen de organisatie, of op wie een Van werk naar werk-traject van toepassing is, bij of om te scholen voor het vervullen van zijn nieuwe functie. De kosten van de scholing zijn voor rekening van de werkgever, onder door hem te stellen voorwaarden.
Artikel 3:11 Functie buiten de organisatie
De ambtenaar als bedoeld in het eerste lid die een functie van ten minste een gelijke betrekkingsomvang accepteert buiten de organisatie met een lagere netto beloning dan zijn oude functie, krijgt gedurende drie jaar een aanvulling van de nieuwe netto beloning tot het niveau van zijn oude netto beloning. Dit bedrag wordt maandelijks gebruteerd aan de oud-ambtenaar uitbetaald.
Na ommekomst van de periode als bedoeld in het derde lid, wordt het verschil tussen de op dat moment voor de oud-ambtenaar geldende nieuwe netto beloning en zijn oude netto beloning omgezet in een persoonlijke afbouwtoelage. De persoonlijke afbouwtoelage wordt in vier gelijke stappen over vier jaar afgebouwd. Bij stijging van de nieuwe netto beloning, wordt de persoonlijke afbouwtoelage naar evenredigheid verminderd.
De ambtenaar toont met salarisstroken van zijn nieuwe werkgever aan wat zijn netto beloning is. De ambtenaar is verplicht om voor toepassing van deze bepaling relevante wijzigingen zo spoedig mogelijk aan de werkgever door te geven. Indien de ambtenaar wijzigingen in het salaris niet doorgeeft, vordert werkgever eventueel onverschuldigd betaalde beloning of afbouwtoelage terug dan wel verrekent deze met toekomstige aanspraken op grond van deze bepaling.
HOOFDSTUK 4 PLAATSINGSPROCEDURE
Artikel 4:3 Belangstellingsregistratie
Voordat plaatsingsbesluiten als bedoeld in artikel 3:3 worden genomen, wordt de betrokken ambtenaar in de gelegenheid gesteld zijn voorkeur voor maximaal drie functies kenbaar te maken. De ambtenaar is verplicht om voorkeur(en) aan te geven.
Artikel 4:6 Plaatsingbesluiten
Het dagelijks bestuur neemt het besluit tot plaatsing van de betrokken ambtenaar. De ambtenaar wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld van dit besluit. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op eventuele bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.
Artikel 4:7 Boventalligverklaring
Als het dagelijks bestuur er tijdens het plaatsingstraject niet in slaagt de ambtenaar een passende dan wel geschikte functie aan te bieden binnen werkgever, neemt het dagelijks bestuur een besluit tot boventalligverklaring van de ambtenaar. In het besluit wordt de datum waarop de boventalligheid ingaat vermeld. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op de eventuele bedenkingen die door de ambtenaar op grond van artikel 4:5 zijn ingediend tegen het advies van de PAC.
Artikel 4:8 Maatregelen ter voorkoming/vermindering van boventalligheid
Remplacantenregeling: Medewerkers die geplaatst zijn - of zullen gaan worden - in de formatie van de nieuwe organisatie, kunnen die plaats opgeven en zich beschikbaar stellen voor de status van boventallig verklaarde medewerker. Het gevolg daarvan is dat in diens plaats een boventallig verklaarde medewerker in de nieuwe organisatie kan worden geplaatst. Voor zover een verantwoorde bedrijfsvoering dat toelaat, wordt een dergelijk aanbod gehonoreerd.
Reductie aanstellingsomvang: Medewerkers kunnen zowel individueel als in groepsverband een verzoek indienen om hun aanstellingsomvang terug te brengen, om zodoende formatie beschikbaar te stellen voor het plaatsen van boventallig verklaarde collega’s. Voor zover een verantwoorde bedrijfsvoering dat toelaat, worden dergelijke verzoeken gehonoreerd.
HOOFDSTUK 5 ALGEMENE UITGANGSPUNTEN BIJ PRIVATISERING EN PUBLIEKRECHTELIJKE TAAKOVERHEVELING
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.
Bij privatisering of taakoverheveling, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld. Dit plan regelt de overplaatsingsprocedure (inclusief de ontslag- en aanstellingsprocedure) en bevat rechtspositionele bepalingen. Over dit sociaal plan moet overeenstemming worden bereikt in het georganiseerd overleg.
Artikel 5:4 Rechtspositievergelijking
Indien uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden (bestaande uit in ieder geval salaris, uitkeringen en toelagen, (pre)pensioen, vakantie, ziektekostenregeling en werkloosheidsuitkering) bij de nieuwe werkgever minder is dan het totaalpakket bij de werkgever, worden in het sociaal plan nadere afspraken gemaakt over afbouw, behoud of compensatie van aanspraken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2017-267.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.