Wijzigingsbesluit Afstemmingsverordening

 

 

Aanhef en considerans

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Ferm Werk,

Gelezen

  • het voorstel van het dagelijks bestuur van 15 december 2016 tot wijziging van de Afstemmingsverordening;

  • het voorstel aan het dagelijks bestuur ter zake dat is behandeld op 9 september 2016;

In aanmerking genomen

  • de zienswijzen ter zake van de gemeenteraden van de gemeenten Woerden, Montfoort en Oudewater

  • het advies van de cliëntenraad van Ferm Werk;

Besluit

Tot de hierna volgende wijzigingen van de Afstemmingsverordening 2015 GR Ferm Werk:

ARTIKEL I

De considerans bij Afstemmingsverordening 2015 GR Ferm Werk wordt als volgt gewijzigd:

De wettelijke grondslag wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 8 lid 1 aanhef en onderdelen a en e van de Participatiewet wordt gewijzigd in Artikel 8 lid 1 aanhef en onderdelen a en d van de Participatiewet.

ARTIKEL II

De tekst van de Afstemmingsverordening 2015 GR Ferm Werk wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7wordt als volgt gewijzigd:

Aan lid b. worden na onderdeel II twee onderdelen toegevoegd luidend:

  • I.

    het niet verschijnen op een oproep voor een taaltoets als bedoeld in artikel 18b, lid 2 van de Participatiewet;

  • II.

    het niet verlenen van medewerking aan een oproep in verband met re-integratie wanneer hierdoor niet de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17 eerste lid wordt geschonden.

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In onderdeel b. onder II wordt de bestaande tekst gewijzigd in:

    het niet of onvoldoende gebruik maken van een door Ferm Werk aangeboden voorziening die niet direct is gericht op werkaanvaarding.

  • 2.

    In onderdeel c. onder I vervalt de tekst vanaf de komma.

  • 3.

    In onderdeel c. wordt na onderdeel II een derde onderdeel toegevoegd dat luidt:

    I.het door eigen toedoen geen betaalde arbeid verkrijgen.

  • 4.

    In onderdeel d. wordt de huidige tekst na de dubbele punt vervangen door:

    • I.

      het nalaten om betaalde arbeid te aanvaarden;

    • II.

      verlies van inkomen wegens beëindiging van een dienstbetrekking waaraan een dringende reden ten grondslag ligt in de zin van artikel 678 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en waarbij aan de persoon ter zake een verwijt kan worden gemaakt;

    • III.

      verlies van inkomen doordat een dienstbetrekking is beëindigd door of op verzoek van een persoon zonder dat aan de voortzetting ervan zodanige bezwaren waren verbonden, dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem zou kunnen worden gevergd.

C

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1.De huidige tekst wordt vernummerd tot eerste lid waarbij de eerste zin wordt vervangen door:

Als uitgangspunt geldt dat bij gedragingen als bedoeld in de artikelen 7 en 8 de verlaging wordt vastgesteld op:

1.Er wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt:

De verlaging wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de belanghebbende(n).

1.Er wordt een derde lid toegevoegd dat luidt:

Wanneer de beoordeling als bedoeld in het tweede lid daartoe aanleiding geeft, kan in geval van schending van een niet-geüniformeerde arbeidsverplichting worden volstaan met een waarschuwing als een verlaging van de uitkering als disproportioneel wordt aangemerkt.

D

  • 1.

    Het bestaande hoofdstuk 6 vervalt onder vernummering van hoofdstuk 7 tot hoofdstuk 6.

  • 2.

    De artikelen 18 en 19 worden vernummerd tot 16 en 17.

ARTIKEL III

De algemene toelichting bij de Afstemmings verordening 2015 GR Ferm Werk wordt als volgt gewijzigd:

A

De paragraaf getiteld ‘ N iet verlenen van medewerking’ wordt als volgt gewijzigd:

De laatste zin wordt vervangen door:

Toch staat bij een gesprek over re-integratie niet altijd het recht op bijstand ter discussie. Daarom is voor die situaties het niet verlenen van medewerking als maatregelwaardige gedraging opgenomen in deze verordening.

ARTIKEL IV

De artikelsgewijze toelichting bij de Afstemmingsverordening 2015 GR Ferm Werk wordt als volgt gewijzigd:

A

De toelichting bij a rtikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

De laatste twee zinnen worden vervangen door:

De IOAW en IOAZ kennen beide in artikel 20 bijzondere bepalingen voor het blijvend of tijdelijk weigeren van de uitkering naar de mate waarin de belanghebbende inkomen had kunnen verwerven. In de praktijk blijken deze weigeringsbepalingen niet uitvoerbaar en worden zij deels ook als onevenredig ervaren. Zo zou volgens de modelverordening de uitkering blijvend moeten worden verlaagd naar de mate waarin iemand inkomen had kunnen verwerven als iemand zich onvoldoende inspant om betaald werk te krijgen of dit niet aanvaardt. Tijdelijke weigering zou aan de orde zijn als iemand verwijtbaar (zonder goede reden) zelf ontslag neemt. Deze gedragingen zouden dan dus heel anders worden behandeld als onder de Participatiewet aan de orde zou zijn. Daarom is er om reden van uitvoerbaarheid en evenredigheid in deze verordening voor gekozen om de gedragingen die zijn genoemd in artikel 20, lid 1 van de Ioaw en artikel 20, lid 2 van de Ioaz op te nemen in artikel 8 van deze verordening en hieraan een verlaging te koppelen in artikel 9.

B

De toelichting bij 9 wordt als volgt gewijzigd:

Na de huidige tekst wordt de volgende tekst toegevoegd:

De algemene beginselen van bestuur vereisen dat een maatregel wordt afgestemd op de ernst van de gedraging, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van de belanghebbende(n). Als op grond van die afweging bij schending van een niet-geüniformeerde verplichting geconcludeerd wordt dat een verlaging een te zware consequentie is, kan worden besloten om te volstaan met een waarschuwing. Dit dient ook in een beschikking aan belanghebbende kenbaar te worden gemaakt, omdat de gedraging later nog gevolg kan hebben bij de recidiveregels. Er is geen ruimte voor het geven van een waarschuwing bij schending van een geüniformeerde verplichting. Artikel 18 lid 4 Participatiewet is dwingend geformuleerd en de toelichting daarop laat ook zien dat van een discretionaire bevoegdheid geen sprake is.

C

De toelichting bij a rtikel 1 6 vervalt.

D

De toelichting bij artikel 17 vervalt.

ARTIKEL V

Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Ferm Werk tijdens zijn openbare vergadering gehouden op 22 december 2016 te Woerden,

 

Y.Koster-Dreese

Voorzitter algemeen bestuur

B.F. Drost

secretaris algemeen bestuur

Naar boven