Wijziging op de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van Regio Twente

De regioraad van Regio Twente;

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten;

besluit vast te stellen:

 

Huidige tekst

 

Voorgestelde tekst

Toelichting

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Regio Twente

Het regionaal openbaar lichaam Regio Twente.

b. Regioraad

Het algemeen bestuur van Regio Twente.

c. Dagelijks bestuur

Het dagelijks bestuur van Regio Twente.

d. Bestuurscommissie

Door de regioraad ingestelde commissie als bedoeld in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijk

regelingen waaraan met betrekking tot een sector bevoegdheden van het dagelijkse bestuur zijn

toegekend.

e. Sector

Organisatorische eenheid van Regio Twente, belast met de voorbereiding en uitvoering van beleid op

de toegewezen terreinen van zorg en specifieke taken.

f. Administratie

Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van

het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van Regio

Twente en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

g. Financiële administratie

Het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen

betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van Regio Twente,

teneinde te komen tot een goed inzicht in:

1. de financieel-economische positie;

2. het financiële beheer;

3. de uitvoering van programmabegroting en productenraming;

4. het afwikkelen van vorderingen en schulden;

5. het afleggen van rekening en verantwoording over het onder 1 t/m 4 vermelde.

h. Administratieve organisatie

Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden

van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de

bestuursorganen en de verantwoordelijke ambtelijke leiding.

i. Financiële beheer

Het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen van Regio Twente.

7

j. Rechtmatigheid

Het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder verordeningen en

regelingen van de regioraad en regioraadsbesluiten.

k. Doelmatigheid

Het realiseren van vastgestelde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

l. Doeltreffendheid

De mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald.

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Regio Twente:

 

het openbaar lichaam Regio Twente.

b. Regioraad:

 

het algemeen bestuur van Regio Twente.

c. Dagelijks bestuur:

 

het dagelijks bestuur van Regio Twente.

d. Bestuurscommissie:

 

door de regioraad ingestelde commissie als bedoel in artikel 25 van de Wet gemeenschappelijk regelingen waaraan met betrekking tot een domein bevoegdheden van het dagelijks bestuur zijn toegekend.

e. Domein:

 

organisatorische eenheid van Regio Twente belast met de voorbereiding en uitvoering van beleid op de toegewezen terreinen.

f. Administratie:

 

het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie met als doel het besturen, functioneren en beheersen van (onderdelen van) de organisatie van Regio Twente alsmede het afleggen van verantwoording.

g. Financiële administratie:

 

het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie Regio Twente, teneinde te komen tot een goed inzicht in:

a. de financieel-economische positie;

b. het financiële beheer;

c. de uitvoering van de begroting;

d. het afwikkelen van vorderingen en schulden;

e. het afleggen van rekening en verantwoording over het onder a t/m d vermelde.

 

h. Administratieve organisatie:

 

het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

 

i. Financiële beheer:

het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen van Regio Twente.

j. Rechtmatigheid:

 

het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder verordeningen en regelingen van de regioraad en regioraadsbesluiten.

k. Doelmatigheid:

 

het realiseren van vastgestelde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

l. Doeltreffendheid:

 

de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald.

m. Weerstandsvermogen:

 

de middelen en mogelijkheden waarover Regio Twente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten dan wel alle risico’s te dekken waarvoor geen maatregelen zijn getroffen.

 

e. in verband met organisatiewijzigingen bestaan er geen sectoren meer maar Domeinen.

 

m. Begrip weerstandsvermogen is toegevoegd omdat het BBV sinds 2014 hierop meer nadruk legt.

Artikel 2. Programmabegroting

1. De regioraad stelt uiterlijk 15 juli vóór de aanvang van het nieuwe begrotingsjaar de programmabegroting

en de indeling van de programma’s vast.

2. De regioraad stelt per programma vast:

a. de beoogde maatschappelijke effecten en doelstellingen;

b. de te leveren resultaten;

c. de lasten en baten;

d. de kernindicatoren.

3. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies stellen per programma aan de regioraad voor de

beoogde maatschappelijke effecten, de doelstellingen, de te leveren resultaten (output) en de

kernindicatoren alsmede de benodigde middelen.

4. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen per programma zorg voor het verzamelen

en vastleggen van gegevens over de te leveren resultaten (output), de maatschappelijke effecten

en de doelstellingen zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld

door de regioraad, kan worden getoetst.

Artikel 2. Programma-indeling

1. De regioraad stelt per programma vast:

a. de beoogde maatschappelijke effecten en doelstellingen (wat willen we bereiken);

b. de te leveren resultaten (wat gaan we ervoor doen);

c. de baten en lasten (wat mag het kosten);

d. de kernindicatoren.

3. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies stellen per programma aan de regioraad voor de beoogde maatschappelijke effecten, de doelstellingen, de te leveren resultaten (output) en de kernindicatoren alsmede de benodigde middelen.

4. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen per programma zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de te leveren resultaten (output), de maatschappelijke effecten en doelstellingen zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de regioraad, kan worden getoetst.

 

De uiterlijke termijn van vaststelling is weggehaald aangezien de termijn ook wordt vermeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen artikel 34.

Artikel 3. Producten

1. Bij de programmabegroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de

producten aan de programma’s respectievelijk subprogramma’s.

2. De onderverdeling van de programma’s respectievelijk subprogramma’s in producten staat vast

voor het begrotingsjaar, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigingen. Deze wijzigingen worden

door het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies ter vaststelling aan de regioraad voorgelegd

door middel van tussentijdse rapportages en begrotingswijzigingen.

3. Nadat de regioraad de programmabegroting voor het nieuwe begrotingsjaar heeft vastgesteld,

stellen het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies vóór 1 december voorgaand aan het

nieuwe begrotingsjaar de productenraming per programma vast. Het dagelijks bestuur deelt

uiterlijk 1 december vóór de aanvang van het nieuwe begrotingsjaar de regioraad mede dat de

productenraming voor het nieuwe begrotingsjaar is vastgesteld. Het dagelijks bestuur legt deze

productenraming ter inzage voor de regioraad.

4. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies stellen per product vast:

a. de omschrijving;

b. het doel;

c. de doelgroep(en);

d. de activiteiten;

e. de middelen (inzet uren, werken van derden, materiaal, materieel en investeringen);

f. het saldo lasten en baten;

g. de prestatieindicator(en);

h. en de productverantwoordelijke(n).

5. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen zorg voor het verzamelen en vastleggen

van gegevens over de te leveren producten opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het

beleid zoals vastgesteld door de regioraad, kunnen worden getoetst.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

1. Bij de programmabegroting en jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de toedeling van de producten aan de programma’s respectievelijk subprogramma’s.

2. De onderverdeling van de programma’s respectievelijk subprogramma’s in producten staat vast voor het begrotingsjaar, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigingen. Deze wijzigingen worden door het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies ter vaststelling aan de regioraad voorgelegd door middel van tussentijdse rapportages en begrotingswijzigingen.

3. Nadat de regioraad de programmabegroting voor het nieuwe begrotingsjaar heeft vastgesteld, stellen het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies voorgaand aan het nieuwe begrotingsjaar de productenraming per programma vast.

4. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies stellen per product vast:

a. de omschrijving;

b. het doel;

c. de doelgroep(en);

d. de activiteiten;

e. de middelen (inzet uren, werken van derden, materiaal, materieel en investeringen);

f. het saldo lasten en baten;

g. de prestatieindicator(en);

h. en de budgethouders.

 

De titel is aangepast en sluit beter aan bij de inhoud.

 

Lid 4 sub h: product verantwoordelijken zijn veranderd in budgethouders, want budgethouders zijn immers ook de productverantwoordelijken. Begrip budgethouders dekt meer de lading.

 

Lid 5 is weggehaald omdat de inhoud ervan al terugkomt in artikel 2 lid 4.

 

Artikel 4. Kaders programmabegroting

1. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies bieden jaarlijks een nota aan over de kaders

voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren.

2. De regioraad neemt uiterlijk 1 april voorafgaand aan het volgende begrotingsjaar, een besluit over

deze nota.

vervallen

Artikel 4 kaders programmabegroting is vervangen door artikel 4 Uitvoering programmabegroting aangezien de kaders ook vermeld worden in de Wet gemeenschappelijke regelingen artikel 35.

 

 

Artikel 5. Uitvoering begroting

1. De regioraad stelt regels in de Organisatieverordening Regio Twente die waarborgen dat de

uitvoering van de programmabegroting en productenraming rechtmatig, doelmatig en doeltreffend

verloopt. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies van Regio Twente dragen zorg voor

een goede uitvoering van deze regels.

2. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen ten aanzien van de productenraming per

programma er zorg voor dat:

a. de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de

producten van de productenraming;

b. de budgetten uit de productenraming en kredieten voor investeringen passen binnen de financiële

kaders zoals vastgesteld door de regioraad;

c. de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere

producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

3. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen er zorg voor dat de lasten van de programma’s

zoals vastgesteld in de (gewijzigde) programmabegroting niet worden overschreden.

 

Artikel 4. Uitvoering begroting

1. Het dagelijks bestuur stelt regels in de Organisatieverordening Regio Twente die waarborgen dat de uitvoering van de programmabegroting en productenraming rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies van Regio Twente dragen zorg voor een goede uitvoering van deze regels.

2. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen er zorg voor ten aanzien van de productenraming per programma dat:

a. de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productenraming;

b. de budgetten uit de productenraming en kredieten voor investeringen passen binnen de financiële kaders zoals vastgesteld door de regioraad;

c. de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt.

3. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen er zorg voor dat de lasten van de programma’s zoals vastgesteld in de (gewijzigde) programmabegroting niet worden overschreden.

 

 

Vernummering door wegvallen artikel 4.

 

 

Artikel 6. Interne controle

1. Het dagelijks bestuur draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de

jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking

en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Deze toetsing omvat geen interne onderzoeken

van het dagelijks bestuur naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde

bestuur welke zijn opgenomen in de verordening ex artikel 213a Gemeentewet. Bij geconstateerde

afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.

2. Het dagelijks bestuur biedt ten minste elke vier jaar een specifieke nota aan inzake de bestrijding

van misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen van Regio Twente. De regioraad neemt

hierover een besluit binnen drie maanden nadat deze nota is aangeboden.

3. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de interne toetsing op juistheid, volledigheid en tijdigheid

van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op

misbruik en oneigenlijk gebruik van regelingen van Regio Twente. Iedere sector wordt minimaal

één keer in de vier jaar getoetst.

4. Het dagelijks bestuur zorgt op basis van de resultaten van de toets bedoeld in het derde lid indien nodig voor een plan van verbetering. Het dagelijks bestuur neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

5. De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter kennisneming aan de regioraad aangeboden.

Artikel 21. Interne controle

1. Het dagelijks bestuur draagt zorg ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening, zorgt voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Deze toetsing omvat geen interne onderzoeken van het dagelijks bestuur naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur welke zijn opgenomen in de verordening ex artikel 213a Gemeentewet. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.

2. Het dagelijks bestuur draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing op volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, de rechtmatigheid van beheershandelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik van de regelingen van Regio Twente. In een door het dagelijks bestuur vastgestelde en aan de regioraad ter kennisname aangeboden interne controleplan worden nadere regels voor deze toetsing gegeven en wordt aangegeven welke taakvelden of onderdelen van taakvelden getoetst worden.

3. Het dagelijks bestuur zorgt op basis van de resultaten van de toets bedoeld in het tweede lid indien nodig voor een plan van verbetering. Het dagelijks bestuur neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

4. De resultaten van de toets en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de regioraad aangeboden.

 

Artikel 6 is verplaatst naar hoofdstuk 5. Artikel 5 past beter in hoofdstuk 6.

 

Artikel 4 lid 2 is vervallen. de nota M&O is geen verplichting vanuit de wetgeving.

 

Bovendien voert de accountant op grond van artikel 35 lid 6 Wet gemeenschappelijke regelingen juncto 213 lid 2 Gemeentewet met ingang van 2004 naast de gebruikelijke controle naar getrouwheid van de jaarrekening, een toets uit op de rechtmatigheid van de jaarrekening. Rechtmatigheid houdt in dat wet- en regelgeving wordt nageleefd. Dit betreft zowel de wet- en regelgeving die door derden is vastgesteld, als ook regelgeving en kaders die door de Gemeenteraad zijn vastgesteld. Het gaat daarbij zowel om inkomsten als uitgaven van de gemeente. Bij de rechtmatigheidcontrole van de jaarrekeningen zal de accountant dan ook nagaan of de gemeente over interne procedures beschikt die opzettelijk misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies, uitkeringen of bijdragen etc. ondervangen, of voorkomen dat door het niet juist, volledig of tijdig verstrekken van gegevens een te laag bedrag aan heffingen wordt betaald.

 

Artikel 3 is geactualiseerd in verband met het opstellen van het Interne Controleplan.

Artikel 7. Tussentijdse rapportage en informatie

1. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies informeren de regioraad door middel van

tussentijdse rapportages over de realisatie van de programmabegroting over de periode tot en

met april en over de periode tot en met augustus van het lopende boekjaar.

2. De regioraad behandelt de tussentijdse rapportages uiterlijk op de volgende tijdstippen:

a. de viermaands rapportage uiterlijk op 15 juli van het lopende begrotingsjaar;

b. de achtmaands rapportage uiterlijk op 1 december van het lopende begrotingsjaar.

3. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma- en productindeling van

de programmabegroting.

4. De rapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de totale lasten per programma en totale

baten per programma groter dan 50.000 euro als de te leveren resultaten en indien daar aanleiding

voor is de maatschappelijke effecten en doelstellingen. In de rapportages wordt voorts aandacht

besteed aan:

a. afwijkingen m.b.t. de programmaontwikkelingen met de daarbij behorende (verwachte)

product- en projectontwikkeling;

b. afwijkingen m.b.t. de relevante maatschappelijke en bestuurlijke ontwikkelingen;

c. afwijkingen m.b.t. het financiële perspectief;

d. voortgang van grote projecten;

e. grote afwijkingen in de renteontwikkelingen;

f. grote afwijkingen in de algemene bijdragen van regiogemeenten;

g. grote afwijkingen in ontvangen en verstrekte subsidies.

5. De regioraad stelt aan de hand van de tussentijdse rapportages de wenselijk geachte begrotingswijzigingen

vast.

Artikel 5. Tussentijdse rapportage

1. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies informeren de regioraad door middel van een tussentijdse rapportage (bestuursrapportage) over de realisatie van de programmabegroting over de eerste vier maanden van het lopende boekjaar.

2. De inrichting van de tussentijdse rapportage volgt de programma-indeling van de begroting.

3. De tussentijdse rapportage gaat in op afwijkingen, zowel wat betreft de totale baten en lasten per programma groter dan 50.000 euro als de te leveren resultaten en indien daar aanleiding voor is de maatschappelijke effecten en doelstellingen.

4. De regioraad stelt aan de hand van de tussentijdse rapportages de wenselijk geachte begrotingswijzigingen vast.

 

Vernummering.

 

Lid 1: Is aangepast omdat er sinds 2014 sprake is van één tussentijdse rapportage.

 

Lid 2: De exacte data zijn weggelaten aangezien deze afhankelijk zijn van de planning van het algemeen bestuur.

 

Lid 4: Is ingekort aangezien lid 4 impliceert al dat alle uiteenzettingen vermeld in sub a t/m g worden vermeld als de afwijking groter is dan € 50.000.

Artikel 8. Jaarstukken

1. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen zorg voor een adequate en controleerbare

vertaling van de verantwoording van de activiteiten naar de programmaverantwoording met

de daarbij behorende productenrealisatie.

2. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies leggen verantwoording af over de uitvoering van

de programma’s. In deze verantwoording geven het dagelijks bestuur respectievelijk de bestuurscommissies

in ieder geval per programma aan:

a. welke maatschappelijke effecten zijn bereikt;

b. welke geplande prestaties/producten zijn gerealiseerd;

c. wat de kosten zijn geweest;

d. hoe de resultaten zich verhouden tot de in de programmabegroting gestelde doelstellingen;

e. een verklaring en analyse van de verschillen tussen de (gewijzigde) begroting en de

realisering.

3. De regioraad bepaalt aan de hand van de rapportage over de uitvoering van de programma’s of

de beleidsdoelen voor het lopende begrotingsjaar bijstelling behoeven.

Artikel 6. Jaarstukken

1. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen zorg voor een adequate en controleerbare vertaling van de verantwoording van de activiteiten naar de programmaverantwoording met de daarbij behorende productenrealisatie.

2. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies leggen verantwoording af over de uitvoering van de programma’s.

3. De regioraad bepaalt aan de hand van de rapportage over de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen voor het lopende begrotingsjaar bijstelling behoeven.

 

Lid 2 is ingekort aangezien de uiteenzettingen van lid 2 al verplicht zijn vanuit het BBV.

Artikel 9. Financiële positie

1. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen er zorg voor, dat het beleid waartoe de

regioraad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de (meerjaren)programmabegroting

is opgenomen.

2. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen wordt bij de uiteenzetting van de

financiële positie vermeld.

3. De regioraad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de investeringskredieten.

Artikel 7. Financiële positie

1. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen er zorg voor, dat het beleid waartoe de regioraad heeft besloten, in de uiteenzetting van de financiële positie en de (meerjaren)program-mabegroting is opgenomen.

2. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie vermeld.

3. De regioraad autoriseert met het vaststellen van de financiële positie de investeringskredieten.

 

Afgezien van vernummering geen wijzigingen.

Artikel 10. Waardering en afschrijving vaste activa

1. Het dagelijks bestuur biedt tenminste één keer per vier jaar aan de regioraad een (bijgestelde)

nota vaste activa- en afschrijvingsbeleid ter vaststelling aan. In deze nota worden de regels voor

de waardering en afschrijving van de vaste activa opgenomen. De vaste activa dienen ingedeeld

te worden in immateriële vaste activa, materiële vaste activa en financiële vaste activa.

2. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van het exploitatieresultaat van Regio Twente gebracht.

Artikel 8. Waardering en afschrijving vaste activa

1. In de nota vaste activa- en afschrijvingsbeleid worden de regels voor de waardering en afschrijving van de vaste activa opgenomen. De nota wordt zo nodig herzien en opnieuw ter vaststelling aan de regioraad aangeboden.

2. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van het exploitatieresultaat van Regio Twente gebracht.

 

De verplichting van tenminste één keer per vier jaar aanbieden van de nota vaste activa en afschrijvingsbeleid is aangepast, dit sluit beter aan met de actualiteit.

Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor openstaande vorderingen kan een voorziening wegens oninbaarheid worden gevormd op basis

van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.

Artikel 9. Voorziening voor oninbare vorderingen

Voor openstaande vorderingen kan een voorziening wegens oninbaarheid worden gevormd op basis van een beoordeling op inbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.

Afgezien van vernummering geen wijzigingen.

Artikel 12. Reserves en voorzieningen

1. Het dagelijks bestuur biedt tenminste één keer per vier jaar aan de regioraad een (bijgestelde)

nota reserves en voorzieningen ter vaststelling aan.

2. De nota behandelt in ieder geval:

a. de vorming en besteding van reserves;

b. de vorming en besteding voorzieningen;

c. de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen;

d. het op peil (plafond en bodem) brengen van reserves en voorzieningen.

3. De betreffende nota sluit aan bij de nota weerstandsvermogen als bedoeld in artikel 16.

4. De regioraad stelt deze nota uiterlijk drie maanden na aanbieding vast.

5. Bij de programmabegroting verstrekt het dagelijks bestuur een overzicht van de stand van reserves

en voorzieningen.

Artikel 10. Reserves en voorzieningen

1. In de nota reserves en voorzieningen worden de regels vermeld voor de reserves en voorzieningen van Regio Twente. De nota wordt zo nodig herzien en opnieuw ter vaststelling aan de regioraad aangeboden.

2. De nota behandelt in ieder geval:

a. de vorming en besteding van reserves;

b. de vorming en besteding van voorzieningen;

c. de toerekening en verwerking van rente over de reserves en de voorzieningen;

d. het op peil (plafond en bodem) brengen van reserves en voorzieningen.

Lid 1: De verplichting van tenminste één keer per vier jaar aanbieden van de nota is aangepast, dit sluit beter aan met de actualiteit.

 

Lid 3: Is vervallen aangezien de nota reserves logischerwijs dient aan te sluiten met de nota weerstandsvermogen.

 

Lid 4: Is vervallen. Verplichte tijdstip van vaststellen is afhankelijk van de planning van het algemeen bestuur.

 

Lid 5: Is vervallen. Dit is al een verplichting vanuit het BBV.

Artikel 13. Kostprijsberekening

1. Voor het bepalen van de prijzen van de producten en diensten wordt een systeem van kostentoerekening

gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten tevens de indirecte

kosten betrokken, die oorzakelijk samenhangen met de geleverde producten en diensten.

2. Bij de indirecte kosten worden ook betrokken:

a. de eventuele bijdragen aan reserves en voorzieningen voor bijvoorbeeld onderhoud en

noodzakelijke vervanging van betrokken activa;

b. de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa;

c. de personeelslasten inclusief de toegerekende overheadkosten.

3. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt jaarlijks bepaald bij de

vaststelling van de programmabegroting.

Artikel 11. Kostprijsberekening

1. Voor het bepalen van de prijzen van de producten en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten tevens de indirecte kosten betrokken, die oorzakelijk samenhangen met de geleverde producten en diensten.

2. Bij de indirecte kosten worden ook betrokken:

a. de eventuele bijdragen aan reserves en voorzieningen voor bijvoorbeeld onderhoud en noodzakelijke vervanging van betrokken activa;

b. de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa;

c. de personeelslasten inclusief de toegerekende overheadkosten.

3. De omslagrente voor de rentetoerekening van de kapitaallasten wordt jaarlijks bepaald bij de vaststelling van de programmabegroting.

 

Afgezien van vernummering geen wijzigingen.

Artikel 14. Financieringsfunctie

1. Het dagelijks bestuur biedt één keer per vier jaar aan de regioraad het geactualiseerde treasurystatuut

ter vaststelling aan.

2. In afwijking van het eerste lid biedt het dagelijks bestuur eerder een geactualiseerd treasurystatuut

aan wanneer dit noodzakelijk is als gevolg van ontwikkelingen in beleid en regelgeving.

3. Het dagelijks bestuur draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor de uitvoering

van de richtlijnen zoals vastgesteld in het treasurystatuut.

4. Het treasurystatuut behandelt in ieder geval:

a. de doelstellingen van de treasuryfunctie;

b. het risicobeheer inclusief de uitgangspunten hiervan;

c. de financiering;

d. het kasbeheer;

e. de administratieve organisatie en interne controle van de treasuryfunctie alsmede de verantwoordelijkheden

met betrekking tot de treasuryfunctie van de organisatie, waaronder begrepen

de verantwoordelijkheid van de regioraad met betrekking tot het uitvoeren van de niet aan het

dagelijks bestuur overgedragen treasuryactiviteiten.

5. De regioraad neemt binnen drie maanden nadat deze is aangeboden een besluit over het

treasurystatuut.

Artikel 12. Financieringsfunctie

1. In het treasurystatuut worden de regels vermeld omtrent de financieringsfunctie van Regio Twente. Het treasurystatuut wordt zo nodig herzien en opnieuw ter vaststelling aan de regioraad aangeboden.

2. Bij het uitoefenen van de financieringsfunctie handelt het dagelijks bestuur conform het treasurystatuut.

3. Het treasurystatuut behandelt in ieder geval:

a. de doelstellingen van de treasuryfunctie;

b. het risicobeheer inclusief de uitgangspunten hiervan;

c. de financiering;

d. het kasbeheer;

e. de administratieve organisatie en interne controle van de treasuryfunctie alsmede de verant-woordelijkheden met betrekking tot de treasuryfunctie van de organisatie, waaronder begrepen de verantwoordelijkheid van de regioraad met betrekking tot het uitvoeren van de niet aan het dagelijks bestuur overgedragen treasuryactiviteiten.

 

Lid 1: De verplichting van tenminste één keer per vier jaar aanbieden van de nota is aangepast, dit sluit beter aan met de actualiteit.

 

Lid 2: Vervallen door toevoeging lid 1.

 

Lid 5: Is vervallen. Verplichte tijdstip van vaststellen is afhankelijk van de planning van het algemeen bestuur.

 

Artikel 15. Registratie bezittingen, activa en vermogen

1. Het dagelijks bestuur draagt zorgt voor een actuele en volledige registratie van bezittingen. In de

registratie worden ook opgenomen niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische

waarde en de niet- of netto-geactiveerde investeringen in de openbare ruimte.

2. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen

en het vermogen van Regio Twente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat

de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de

liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd

en registergoederen en bedrijfsmiddelen één keer in de vier jaar.

3. Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen voor

herstel van de tekortkomingen. De resultaten van de controle en eventuele plannen van

verbetering worden ter kennisneming aan de regioraad aangeboden.

Artikel 13. Registratie bezittingen, activa en vermogen

1. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen zorg voor een actuele en volledige registratie van bezittingen. In de registratie worden ook opgenomen niet-geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde en de niet- of netto-geactiveerde investeringen in de openbare ruimte.

2. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies dragen er zorg voor, dat de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van Regio Twente systematisch worden gecontroleerd, met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de (debiteuren-)vorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen en de (crediteuren-)schulden jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen één keer in de vier jaar.

3. Bij afwijkingen in de registratie van bezittingen nemen het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten van de controle en eventuele plannen van verbetering worden ter kennisneming aan de regioraad aangeboden.

 

Afgezien van vernummering geen wijzigingen.

Artikel 16. Weerstandsvermogen en risicomanagement

1. Het dagelijks bestuur biedt tenminste één keer in de vier jaar aan de regioraad een (bijgestelde)

nota weerstandsvermogen en risicomanagement aan. In deze nota wordt ingegaan op het

risicomanagement, het opvangen van risico’s door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen

of anderszins. In de nota wordt tevens de gewenste weerstandscapaciteit bepaald. De

regioraad neemt hierover binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden een besluit.

2. Het dagelijks bestuur geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de programmabegroting en

van de jaarstukken de risico’s van materieel belang aan en een inschatting van de kans dat deze

risico’s zich voordoen. Het dagelijks bestuur brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en

actualiseert de risico’s genoemd in de nota bedoeld in het eerste lid.

3. Het dagelijks bestuur geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de programmabegroting en

van de jaarstukken de weerstandscapaciteit aan en in hoeverre schade en verliezen als gevolg

van de risico’s van materieel belang wel of niet kunnen worden opgevangen.

Artikel 14. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

1. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing nemen het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies bij de begroting en de jaarstukken tenminste op de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.

2. In de nota weerstandsvermogen en risicomanagement worden de regels vermeld omtrent het weerstandsvermogen en risicomanagement die gehanteerd worden door Regio Twente. De nota wordt zo nodig herzien en opnieuw ter vaststelling aan de regioraad aangeboden.

 

De titel is aangepast waardoor artikel 16 beter aansluit met het BBV.

 

Lid 1: De verplichting van tenminste één keer per vier jaar aanbieden van de nota is aangepast, dit sluit beter aan met de actualiteit. Verplichte tijdstip van vaststellen is afhankelijk van de planning van het algemeen bestuur.

 

Lid 2 en 3: De uiteenzetting wordt al verplicht vanuit het BBV.

Artikel 17. Onderhoud kapitaalgoederen

1. De bestuurscommissie biedt tenminste één keer in de vier jaar aan de regioraad een nota onderhoud

openbare ruimte aan. De nota geeft het kader weer voor de inrichting van het onderhoud en

het beoogde onderhoudsniveau voor de recreatieparken en fietspaden en eveneens de normkostensystematiek

en het meerjarig budgettaire beslag. De regioraad neemt hierover binnen drie

maanden nadat de nota is aangeboden een besluit.

2. De bestuurscommissie biedt één keer in de vier jaar aan de regioraad een nota onderhoud gebouwen

aan. De nota bevat de voorstellen voor het te plegen onderhoud en de bijbehorende kosten

aan bedrijfsgebouwen, meldkamer en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettair

beslag. De regioraad neemt hierover binnen drie maanden nadat de nota is aangeboden

een besluit.

3. Bij de programmabegroting en de jaarstukken doet de bestuurscommissie in de paragraaf

onderhoud kapitaalgoederen verslag van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallig

onderhoud aan recreatieparken, fietspaden, meldkamer en bedrijfsgebouwen.

Artikel 15. Onderhoud kapitaal goederen

1. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen nemen het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies bij de begroting en de jaarstukken tenminste op de verplichte onderdelen op grond van artikel 12 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.

2. Wanneer daar aanleiding toe bestaat kan de regioraad een beleidsnota voor onderhoud van

 

openbare ruimten vaststellen. In de nota onderhoud openbare ruimte wordt het kader weergegeven voor het onderhoud aan kapitaal goederen die gehanteerd wordt door Regio Twente.

Lid 1: De verplichting van tenminste één keer per vier jaar aanbieden van de nota is aangepast, dit sluit beter aan met de actualiteit. Verplichte tijdstip van vaststellen is afhankelijk van de planning van het algemeen bestuur.

 

Lid 2 en 3: De uiteenzetting wordt al verplicht vanuit het BBV.

 

Artikel 18. Financiering

Bij de programmabegroting en de jaarstukken doet het dagelijks bestuur in de paragraaf Financiering

in ieder geval verslag van:

a. de kasgeldlimiet;

b. de renterisico norm;

c. de liquiditeitsplanning en de financieringsbehoefte voor de komende twee jaar;

d. de rentevisie;

12

e. de rentekosten en renteopbrengsten verbonden aan de financieringsfunctie;

f. de ontwikkeling van de leningenportefeuilles;

g. de ontwikkeling van de treasuryfunctie.

Artikel 16. Financiering

In de paragraaf financiering neemt het dagelijks bestuur bij de begroting en de jaarstukken tenminste op de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.

De uiteenzetting wordt al verplicht vanuit het BBV.

Artikel 19. Bedrijfsvoering

1. In de bedrijfsvoeringsparagraaf van de programmabegroting wordt ingegaan op de onderwerpen

die met betrekking tot de bedrijfsvoering aandacht behoeven. Dit kunnen zowel structurele relevante

onderwerpen als tijdelijke en actuele onderwerpen zijn.

2. In ieder geval wordt in de bedrijfsvoeringsparagraaf aandacht geschonken aan:

a. Communicatie;

b. Planning en Control;

c. Personeel en Organisatie;

d. Bestuurlijke en Juridische Zaken;

e. Informatie en Communicatietechnologie;

f. Huisvesting en facilitaire zaken.

3. In de bedrijfsvoeringsparagraaf in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de programmabegroting

bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering en over nieuwe ontwikkelingen.

Artikel 17. Bedrijfsvoering

In de paragraaf bedrijfsvoering nemen het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies bij de begroting en de jaarstukken tenminste op de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.

De uiteenzetting wordt al verplicht vanuit het BBV.

Artikel 20. Verbonden partijen

In de programmabegroting en de jaarstukken wordt in de paragrafen een actuele lijst van verbonden

partijen opgenomen. Verder wordt ingegaan op de doelstelling(en) van de verbonden partijen, het

bestuurlijke en financiële belang van Regio Twente hierbij en de mate waarin Regio Twente de bedrijfsvoering

van de verbonden partij kan beïnvloeden. Daarnaast wordt het beëindigen, het wijzigen

en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen vermeld. Verder dient in de paragraaf

verbonden partijen vermeld te worden:

a. de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen

in de begroting;

b. de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen.

Artikel 18. Verbonden partijen

In de paragraaf verbonden partijen nemen het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies bij de begroting en de jaarstukken tenminste op de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten.

De uiteenzetting wordt al verplicht vanuit het BBV.

Artikel 21. Verstrekking bijdragen en subsidies

1. Het dagelijks bestuur respectievelijk de bestuurscommissie biedt tenminste één keer in de vier

jaar aan de regioraad een (bijgestelde) nota verstrekking bijdragen en subsidies aan. De nota

bevat in ieder geval het kader voor de verstrekking van bijdragen en subsidies. De regioraad

neemt hierover uiterlijk drie maanden na aanbieding een besluit.

2. In voornoemde nota wordt tevens door de regioraad vastgesteld dat het dagelijks bestuur respectievelijk

de bestuurscommissie vóór 31 december, voorafgaand aan het jaar waarop het budget

van toepassing is, het budget vaststelt waaruit bijdragen en subsidies voor projecten kunnen

worden toegekend. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de budgetten ten behoeve van

strategische projecten, speerpuntprojecten en reguliere projecten.

3. Het dagelijks bestuur respectievelijk de bestuurscommissie rapporteert jaarlijks via de jaarstukken

aan de regioraad over de toegekende bijdragen en subsidies, welke in medebewind worden

uitgevoerd.

Vervallen

Artikel 21 is niet meer actueel in verband met overgang Wgr-plus.

Artikel 22. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in Regio Twente als geheel en in de

afzonderlijke sectoren;

b. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen ten behoeve van programma’s en

producten;

c. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut,

activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

d. het verschaffen van informatie aan de budgethouders en budgetbeheerders alsmede voor het

maken van kostencalculaties;

e. het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde

bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de programmabegroting, de productenraming en

terzake geldende wet- en regelgeving;

f. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid

van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de programmabegroting, de

productenraming en terzake geldende wet- en regelgeving;

g. de controle van de registratie van gegevens en van de daaraan ontleende informatie alsmede

voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde

bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 19. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen bij Regio Twente als geheel en in de afzonderlijke domeinen;

b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

c. het verschaffen van informatie aan de budgethouders en budgetbeheerders alsmede voor het maken van kostencalculaties;

d. het bevorderen en afleggen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de programmabegroting, de productenraming en terzake geldende wet- en regelgeving;

e. de controle van de registratie van gegevens en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

 

 

 

Sub b: Is vervallen aangezien de inhoud ook word vermeld in sub a.

 

Sub g.: Is vervallen. Bepalingen over controle komen terug in sub f.

Artikel 23. Financiële administratie

Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor dat:

a. de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit Begroting en

Verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

b. de vereiste informatie verstrekt wordt aan het rijk, de provincie Overijssel en aan andere

instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan Regio Twente.

Vervallen

Zie hiervoor nieuwe artikel 19 Administratie.

Artikel 24. Financiële organisatie

De regioraad stelt op voorstel van het dagelijks bestuur in de Organisatieverordening vast:

a. een eenduidige indeling van de organisatie van Regio Twente en een eenduidige toewijzing van

de regiotaken aan programma’s en sectoren;

b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de

eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan

de regioraad, het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies is gewaarborgd;

c. de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de sectoren;

d. de te maken afspraken met de sectoren over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare

middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en

uitputting van middelen;

e. de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de sectoren.

Artikel 20. Financiële organisatie

Het dagelijks bestuur stelt in de Organisatieverordening vast:

a. een eenduidige indeling van de organisatie van Regio Twente en een eenduidige toewijzing van de regiotaken aan programma’s en domeinen;

b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan de regioraad, het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies is gewaarborgd;

c. de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen de domeinen;

d. de te maken afspraken met de domeinen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

e. de regels voor de verlening van décharge over het gevoerde beheer van de domeinen.

 

Afgezien van vernummering geen wijzigingen.

Artikel 25. Aanbesteding en inkoop

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels (protocol) voor de

inkoop en aanbesteding van werken, leveringen en diensten. Het dagelijks bestuur en de bestuurscommissies

dragen zorg voor de uitvoering van de betreffende regels. Deze regels dienen te waarborgen

dat er wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

Vervallen

Interne regels omtrent inkoop en aanbesteding maken deel uit van het Interne Controleplan. Zie hiervoor artikel 21.

Artikel 26. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2005 met dien verstande

dat de nadere uitwerking van de in deze verordening genoemde kaders binnen twee jaar dient te zijn

geëffectueerd.

Artikel 22. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.

2. Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening Regio Twente.

 

Artikel 26 en 27 zijn logischerwijs samengevoegd.

Artikel 27. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening Regio Twente”.

Vervallen

Samengevoegd met artikel 22.

 

Naar boven