Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg – Regeling algemene dienst RDOG HM

Het dagelijks bestuur van de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden

(RDOG HM);

 

Overwegende dat de RDOG HM als behorende tot de sector gemeenten, gebonden is aan de

Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) voor de sector gemeenten en gelet op de verplichting

om zorg te dragen voor de vaststelling van een regeling algemene dienst op basis van artikel 2:1A lid

2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling (AVR) RDOG HM;

 

BESLUIT

 

Te rekenen met ingang van 1 januari 2013 vast te stellen de navolgende

 

"Regeling algemene dienst RDOG HM"

Artikel 1 Begripsbepalingen

ln deze regeling wordt verstaan onder:

a. medewerker: de ambtenaar in de zin van de CAR, dan wel degene met wie een

arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten;

b. passende functie: een functie die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijke

omstandigheden, kennis, vaardigheden en vooruitzichten kan vervullen; onder persoonlijke

omstandigheden en vooruitzichten kunnen worden verstaan: interesse, gezondheid, opleiding

scholing en salarispositie.

 

Artikel 2 Inzetbaarheid

Medewerkers in algemene dienst zijn in principe inzetbaar binnen de gehele organisatie op

passende structurele en -tijdelijke functies en op projecten met passende werkzaamheden.

 

Artikel 3 Termijnen

1. Nieuw in dienst tredende medewerkers en zittende medewerkers waarvan de functiegebonden

aanstelling per 1 januari 2013 van rechtswege wordt omgezet in een aanstelling in algemene

dienst, worden voor een periode van ongeveer 5 jaar in de functie geplaatst waarop ze

respectievelijk hebben gesolliciteerd of die ze op de dag voor omzetting vervulden.

2. De termijn bedoeld in het eerste lid kan na afloop worden verlengd. Leidinggevende en

medewerker bepalen in overleg de duur van de verlenging.

3. De termijn wordt telkens automatisch met één jaar verlengd, indien de medewerker voor of met

het aflopen van de termijn niet in een andere functie is geplaatst of ingeval er geen nieuwe

afspraken zijn gemaakt over de termijn van voortzetting/verlenging van de plaatsing in de huidige

functie.

 

Artikel 4 Jaarplancyclus

1. Gesprekken over de inzetbaarheid van de medewerker binnen de gemeentelijke organisatie

worden gevoerd binnen het kader van de Jaarplancyclus.

2. Leidinggevende en medewerker maken jaarlijks concrete afspraken over ontwikkeling en

opleiding gericht op inzetbaarheid in de huidige functie (effectiviteit) of over doorstroom naar een

andere passende functie (loopbaanplan). De leidinggevende houdt bij het maken van de

afspraken over ontwikkeling, opleiding of doorstroming, voor zover relevant, rekening met de

persoonlijke situatie van de medewerker (leeftijd, gezondheid, gezinssituatie enz.)

3. De leidinggevende faciliteert de medewerker in het realiseren van de afspraken over opleiding en

ontwikkeling met inachtneming van het gestelde in Hoofdstuk 17 CAR.

4. De medewerker kan in het kader van mobiliteit (doorstroom ten bate van blijvende inzetbaarheid

en effectiviteit) niet worden verplicht een hem/haar aangeboden passende functie te accepteren.

De medewerker behoort een weigering echter wel te beargumenteren.

 

Artikel 5 Ondersteuning

1. De afdeling P&O ondersteunt de leidinggevende en de medewerker bij het opstellen en het

realiseren van een loopbaanplan.

2. Medewerkers die zich willen oriënteren op een vervolgfunctie, worden in de gelegenheid gesteld

een loopbaantest af te leggen.

 

Artikel 6 Voorkeurspositie

Medewerkers in algemene dienst die in overleg met hun leidinggevende een loopbaanplan hebben

opgesteld, hebben na herplaatsingskandidaten (als gevolg van reorganisatie of

arbeidsongeschiktheid) een voorkeurspositie bij het vervullen van vacatures op hetzelfde niveau

als de functie die zij vervullen, mits zij voldoen aan de functie-eisen.

 

Artikel 7 Hardheidsclausule

ln die gevallen waarin (de toepassing van) deze regeling voor de medewerker onbedoeld tot een

onbillijke of onredelijke situatie leidt, kan het College van deze regeling afwijken.

 

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling algemene dienst RDOG HM" en treedt in

werking met ingang van 1 januari 2013.

 

Aldus vastgesteld in onze vergadering van 11 maart 2013.

Het dagelijks bestuur van de RDOG HM,

De secretaris,

J.M.M. de Gouw

De voorzitter,

M.J.C. Suijker

Naar boven