Reglement van orde voor de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur Laborijn

Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van Laborijn op 9 september 2016

Artikel 1.

Het Dagelijks Bestuur vergadert zo veel mogelijk maandelijks op basis van een voor een kalenderjaar vastgesteld schema en zo vaak de voorzitter dit nodig oordeelt, of als onder opgaaf van redenen twee leden van het Dagelijks Bestuur dit schriftelijk verzoeken.

Artikel 2.

De vergaderingen van het Dagelijks Bestuur zijn niet openbaar.

Artikel 3.
  • 1.

    De voorzitter leidt de vergadering en is belast met het handhaven van de orde tijdens de vergadering en draagt zorg voor naleving van de desbetreffende wettelijke bepalingen en van dit reglement.

  • 2.

    Bij zijn afwezigheid wordt hij vervangen door de door het Algemeen Bestuur op grond van artikel 17, lid 2 van de Regeling Laborijn aangewezen plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 4.
  • 1.

    De voorzitter schrijft de vergaderingen uit op de door het Dagelijks Bestuur te bepalen dagen.

  • 2.

    De oproep voor de vergadering wordt, behoudens in spoedeisende gevallen, tenminste 5 werkdagen voor het houden van de vergadering aan de leden van het Dagelijks Bestuur toegezonden.

  • 3.

    De oproep bevat de agenda van de te behandelen onderwerpen en wordt vergezeld van de eventuele bij de agendapunten behorende stukken.

Artikel 5.
  • 1.

    Van de vergadering wordt een presentielijst bijgehouden, die door de voorzitter en de leden bij hun komst ter vergadering onmiddellijk wordt getekend. De voorzitter ondertekent na afloop van de vergadering de presentielijst voor akkoord.

  • 2.

    Ingeval de voorzitter of een lid verhinderd is de vergadering bij te wonen, wordt hiervan zo spoedig bericht gegeven aan de directeur.

  • 3.

    Een lid, dat voortijdig de vergadering verlaat, doet hiervan mededeling aan de voorzitter. In het verslag van de vergadering wordt hiervan melding gemaakt.

  • 4.

    Indien de voorzitter de vergadering voortijdig verlaat wordt hiervan eveneens melding gemaakt in het verslag. De vergadering wordt dan voortgezet met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 lid 2.

Artikel 6.
  • 1.

    Indien op het tijdstip van aanvang van de vergadering minder dan twee leden, de voorzitter inbegrepen, aanwezig zijn, wordt de opening van de vergadering ten hoogste een half uur uitgesteld.

  • 2.

    Is na het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn niet de meerderheid van de zitting hebbende leden, de voorzitter inbegrepen, aanwezig dan vindt de vergadering geen doorgang.

  • 3.

    De vergadering vindt dan alsnog plaats binnen één week op een door de voorzitter te bepalen tijdstip. In deze vergadering wordt door de dan aanwezige leden of het dan aanwezige lid besluiten genomen over de geagendeerde onderwerpen voor de vergadering, die geen doorgang vond.

Artikel 7.
  • 1.

    Alle besluiten worden bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 2.

    Indien geen stemming wordt gevraagd, dan wordt het besluit geacht te zijn genomen.

  • 3.

    Indien bij benoemingen, voordrachten of aanbevelingen de stemmen staken, dan vindt een herstemming plaats. Staken de stemmen bij deze herstemming opnieuw, dan beslist het lot.

  • 4.

    Bij staken van stemmen in andere zaken beslist de stem van de voorzitter.

Artikel 8.
  • 1.

    De voor de vergadering geagendeerde onderwerpen worden behandeld in de volgorde waarop zij op de agenda zijn geplaatst, tenzij tijdens de vergadering anders wordt besloten.

  • 2.

    De voorzitter en elk lid kunnen tijdens de vergadering een mondeling voorstel van orde doen tot het nemen van een besluit betreffende de wijze, het tijdstip of de duur van de behandeling van het aan de orde zijnde onderwerp.

Artikel 9.
  • 1.

    De directeur, die de functie van secretaris vervult, draagt zorg voor het maken van het verslag van de vergadering.

  • 2.

    Het verslag moet in elk geval bevatten de vermelding van de aan- en afwezige leden, het voortijdig verlaten van de vergadering van de leden en de voorzitter zoals bedoeld in artikel 5, derde en vierde lid, en een nauwkeurige omschrijving van de genomen besluiten.

  • 3.

    Het concept verslag wordt gelijktijdig met de agenda voor de volgende vergadering toegezonden aan het Dagelijks Bestuur en in deze volgende vergadering vastgesteld. Na vaststelling wordt het verslag ondertekend door de voorzitter en de directeur.

Artikel 10.
  • 1.

    De directeur is aanwezig in de vergaderingen van het Dagelijks Bestuur. Zo nodig, bij bijzondere omstandigheden, kan het Dagelijks Bestuur besluiten te vergaderen in afwezigheid van de directeur.

  • 2.

    De directeur of diens plaatsvervanger, indien zij ter vergadering aanwezig zijn, kunnen aan de beraadslagingen over een onderwerp deelnemen in raadgevende zin, dan wel daarop een toelichting geven.

  • 3.

    Het Dagelijks Bestuur kan in zijn vergadering deskundigen uitnodigen om in raadgevende zin deel te nemen aan de beraadslaging over een bepaald onderwerp dan wel daarop een toelichting te geven.

Artikel 11.

In spoedeisende gevallen, en verder in gevallen ter beoordeling aan de voorzitter, kan een voorstel voor besluitvorming op schriftelijke of elektronische wijze (mailbericht) aan de leden van het Dagelijks Bestuur worden voorgelegd. Indien alle leden instemmen met het voorstel is het besluit genomen.

Artikel 12.

Bij een geschil over toepassing van dit reglement en in de gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist de voorzitter.

Artikel 13.
  • 1.

    Dit reglement treedt in werking met ingang van de datum van bekendmaking.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt het Reglement van orde voor de vergadering van het Dagelijks Bestuur van Wedeo zoals vastgesteld op 22 juni 2001.

  • 3.

    Dit reglement wordt aangehaald als Reglement van Orde Dagelijks Bestuur Laborijn.

Aldus besloten in de vergadering van het Dagelijks Bestuur van Laborijn van 9 september 2016

de secretaris,

drs. J.E. Talstra

de voorzitter,

F.H.T. Langeveld

Naar boven