Wijziging Leidraad Invordering 2016 Regionale Belasting Groep per 1 juli 2016

Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep;

 

B e s l u i t:

 

de Leidraad Invordering 2016 Regionale Belasting Groep, vastgesteld op 25 februari 2016, als volgt te wijzigen:

Artikel I

 

A

Artikel 3.3.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de eerste volzin wordt ‘gerechtelijke procedures’ vervangen door: gerechtelijke procedures voor de burgerlijke rechter.

  • 2.

    De zinsnede ‘Behalve voor in hoger beroep te voeren zaken geldt het voorgaande’ wordt vervangen door: Het voorgaande geldt.

     

B

Artikel 25.1.12 vervalt.

 

C

In artikel 25.1.14, tweede volzin, vervallen de woorden ‘in een dagblad’.

 

D

Artikel 26.2.12 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de eerste volzin wordt ‘WSF 2000’ vervangen door: WSF.

  • 2.

    In de vierde volzin vervallen de woorden ‘de partnertoeslag of’.

     

E

Aan artikel 73.4.6 wordt een tweede volzin toegevoegd, luidende:

Het voorgaande geldt ook voor in hoger beroep te voeren zaken over een faillissementsaanvraag.

 

F

In artikel 73.5.1, onderdeel a, wordt ‘Gedragscode Schuldregeling’ vervangen door: Gedragscode Schuldhulpverlening.

 

G

Artikel 73.5.2 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de derde en de laatste volzin wordt ‘120 dagen’ vervangen door: vier maanden.

  • 2.

    Na de volzin beginnend met ‘Vanaf de ontvangst van een afschrift van de stabilisatie-overeenkomst’ wordt een volzin ingevoegd, luidende:

Deze periode komt niet in mindering op de in artikel 73.5.1 van deze leidraad genoemde periode van maximaal 36 maanden.

 

H

In artikel 73.5.4 wordt in de derde alinea ‘de betalingscapaciteit’ vervangen door ‘de in artikel 13 van de regeling bedoelde betalingscapaciteit’, wordt ‘door de schuldhulpverlener wordt beheerd’ vervangen door ‘onder het financieel beheer door de schulpverlener valt’ en wordt ‘beheer’ vervangen door: financieel beheer.

ARTIKEL II

 

A

Dit besluit treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 juli 2016.

 

B

Dit besluit kan worden aangehaald als: Wijziging Leidraad Invordering 2016 Regionale Belasting Groep per 1 juli 2016.

 

Vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep d.d. 19 september 2016.

Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep,

directeur,

H.B. Sigmond

voorzitter,

drs. A.J.B. van der Klugt

Toelichting

 

Artikel I, onderdeel A, regelt een tweetal wijzigingen in artikel 3.3.2 Dat artikel regelt wanneer de ontvanger in gerechtelijke procedures toestemming van het dagelijks bestuur moet hebben. Dit beleid is alleen van toepassing op procedures voor de burgerlijke rechter. Dus niet in bijvoorbeeld aansprakelijkheidsprocedures voor de fiscale rechter. Om misverstanden hierover te voorkomen is dit in de tekst van artikel 3.3 opgenomen. Het betreft geen inhoudelijke beleidswijziging. Daarnaast wordt geregeld dat in civiele procedures die zijn uitgezonderd van het toestemmingsvereiste, ook geen toestemming nodig is voor het hoger beroep. Een uitzondering hierop geldt voor in hoger beroep te voeren zaken over een faillissementsaanvraag. Daarvoor is wél toestemming van het dagelijks bestuur nodig en volstaat een eerder afgegeven toestemming voor de faillissementsaanvraag niet. Dit is geregeld door een aanpassing van artikel 73.4.6 in artikel I, onderdeel E, van dit besluit.

 

Artikel I, onderdeel B, bevat een technische aanpassing. Artikel 25.1.12 van de leidraad verbindt aan het verlenen van uitstel van betaling wegens betalingsmoeilijkheden de voorwaarde dat lopende verplichtingen worden voldaan. Deze zelfde voorwaarde is bij de specifieke bepalingen over betalingsregelingen voor particulieren/ondernemers genoemd (zie de artikelen 25.5.2 en 25.6.2 van de leidraad). Artikel 25.1.12 kan daarom komen te vervallen. Er zijn geen inhoudelijke gevolgen beoogd.

 

De in artikel I, onderdeel C, opgenomen wijziging is van redactionele aard. Het betreft de verwijzing in artikel 25.1.14 naar de aankondiging van een executoriale verkoop. Dit vindt niet meer in een dagblad plaats. In plaats daarvan wordt periodiek een advertentie in een dagblad geplaatst met een verwijzing naar veilingdeurwaarder.nl.

 

Artikel I, onderdeel D, bevat een redactionele aanpassing die samenhangt met het vervallen van de partnertoeslag per 1 januari 2016 in de Wet studiefinanciering 2000. Dit is alsnog in artikel 26.2.12 verwerkt. Het betreft geen inhoudelijke wijziging.

 

In artikel I, onderdeel E, is een wijziging van artikel 73.4.6 opgenomen. Voor een toelichting op deze wijziging wordt verwezen naar de toelichting op artikel I, onderdeel A.

 

Artikel I, onderdeel F, bevat een redactionele aanpassing die verband houdt met de naamswijziging van de in artikel 73.5.1 genoemde gedragscode.

 

Artikel I, onderdeel G, bevat een tweetal wijzigingen van artikel 73.5.2, dat de houding van de ontvanger tijdens de stabilisatiefase regelt. Allereerst is de duur van de stabilisatiefase vier maanden in plaats van 120 dagen. Dit is een redactionele wijziging die is bedoeld om aan te sluiten bij de terminologie van de Gedragscode Schuldhulpverlening. Daarnaast is verduidelijkt dat de stabilisatiefase niet in mindering komt op de periode van het MSNP-uitstel.

 

De in artikel I, onderdeel H, geregelde wijziging van artikel 73.5.4 betreft een verduidelijking van de bestaande tekst. De verduidelijking is bedoeld om aan te sluiten bij de terminologie van de Gedragscode Schuldhulpverlening. Er is geen inhoudelijke wijziging beoogd.

 

Artikel II van dit besluit regelt de datum van inwerking van de onderhavige Leidraadwijzigingen.

Naar boven