Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling SVHW (hierna SVHW);
gelet op:
de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,
de artikelen 123, derde lid, onder a en vierde lid, en artikel 127 van de Waterschapswet,
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en
de betreffende artikelen van de geldende Verordeningen zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing van het Waterschap Hollandse Delta, waarin aan het Dagelijks Bestuur van het waterschap de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden belastingen,
alsmede op artikel 4, eerste lid, artikel 12, onderdeel b en de bijlage bij de Gemeenschappelijke Regeling, waarin deze bevoegdheid wordt overgedragen aan het Dagelijks Bestuur van het SVHW;
besluit vast te stellen de volgende regeling:
UITVOERINGSREGELING MET BETREKKING TOT DE ZUIVERINGSHEFFING EN VERONTREINIGINGSHEFFING