1. Deze beleidsregel geldt voor alle medewerkers in dienst van de VRR.
2. Onder de werking van deze beleidsregel gelden alle meerdaagse dienstreizen die door de werknemers van de VRR worden gemaakt, waaronder ook die naar het buitenland.
3. Meerdaagse dienstreizen binnen Europa hebben (tijdig) vooraf instemming nodig van de directeur van het desbetreffende onderdeel van de VRR. Deze maakt hiervan melding bij de algemeen directeur. Intercontinentale dienstreizen hebben vooraf instemming nodig van de eigen directeur en de algemeen directeur.
4. Het afdelingshoofd overlegt aan de directeur een op naam gestelde lijst van alle meereizende medewerkers, aangevuld met gedetailleerde informatie over reisdoel en bestemming, reisduur, kostenbegroting en eventuele nadere bijzonderheden.
5. Vooraf bekende reis- en verblijfkosten worden door de VRR betaald en komen ten laste van de daarvoor ingestelde budgetten.
6. Door medewerkers noodzakelijk te maken kosten worden tegen overlegging van de nota’s vergoed. Voor buitenlandse dienstreizen is deze vergoeding gebaseerd op de ‘Tarieflijst logies- en overige kosten buitenlandse dienstreizen’, die geldt voor ambtenaren werkzaam in de sector Rijk. Bestedingen in de vrije tijd zijn voor eigen rekening van de medewerkers.
7. Indien de vertrekdag en/of aankomstdag aansluit aan de reguliere werktijd, wordt de medewerker vrijgemaakt voor die dienst (een halve wacht voor de repressieve brandweer-medewerker).
8. Gedurende de dienstreis wordt de medewerker vrijgemaakt van het reguliere werk.
9. Een roostervrije dag wordt vergoed met een maximum van 8 uur in tijd voor tijd.
10. De brandweervrijwilliger ontvangt per dienstreisdag een vergoeding van maximaal 8 uur volgens het voor hem/haar geldend uurtarief voor langdurige aanwezigheid (TussenTarief).
11. Declaratie van de in deze beleidsregel bedoelde kosten geschiedt binnen drie maanden na afloop van de dienstreis via MijnPZ onder overlegging van de betaalbewijzen.
12. In voorkomende gevallen kan aantoonbaar meer gewerkte tijd, boven de 8 uur per dag, in aanmerking komen voor een overwerkvergoeding. Dit ter beoordeling van de leidinggevende en de betreffende directeur.
13. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel meerdaagse dienstreizen VRR 2013’.