Beleidsregel meerdaagse dienstreizen Veiligheidsregio Rotterdam – Rijnmond 2013

 

Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond;

 

Overwegende:

- dat het van belang is dat voor medewerkers van de Veiligheidsregio Rotterdam – Rijnmond (hierna VRR) uniform beleid geldt ten aanzien van de vergoeding van meerdaagse dienstreizen;

 

Gelet op:

- artikel 125 Ambtenarenwet;

- artikel 119 van het Ambtenarenreglement;

- artikel 35, eerste lid, van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam - Rijnmond;

 

Besluit te bekrachtigen, de beleidsregel meerdaagse dienstreizen Veiligheidsregio Rotterdam –Rijnmond 2013, zoals vastgesteld door de directieraad in haar vergadering van 14 mei 2013 en op 14 mei 2013 bekend is gemaakt, zoals hieronder weergegeven. Bij deze bekrachtiging zijn enkele tekstuele, uitdrukkelijk geen inhoudelijke, wijzigingen doorgevoerd. Bij dit besluit van 30 mei 2016 wordt de beleidsregel met terugwerkende kracht vanaf 14 mei 2013 tot het beleid van ondergetekenden gemaakt.

 

Beleidsregel meerdaagse dienstreizen Veiligheidsregio Rotterdam – Rijnmond 2013

1. Deze beleidsregel geldt voor alle medewerkers in dienst van de VRR.

2. Onder de werking van deze beleidsregel gelden alle meerdaagse dienstreizen die door de werknemers van de VRR worden gemaakt, waaronder ook die naar het buitenland.

3. Meerdaagse dienstreizen binnen Europa hebben (tijdig) vooraf instemming nodig van de directeur van het desbetreffende onderdeel van de VRR. Deze maakt hiervan melding bij de algemeen directeur. Intercontinentale dienstreizen hebben vooraf instemming nodig van de eigen directeur en de algemeen directeur.

4. Het afdelingshoofd overlegt aan de directeur een op naam gestelde lijst van alle meereizende medewerkers, aangevuld met gedetailleerde informatie over reisdoel en bestemming, reisduur, kostenbegroting en eventuele nadere bijzonderheden.

5. Vooraf bekende reis- en verblijfkosten worden door de VRR betaald en komen ten laste van de daarvoor ingestelde budgetten.

6. Door medewerkers noodzakelijk te maken kosten worden tegen overlegging van de nota’s vergoed. Voor buitenlandse dienstreizen is deze vergoeding gebaseerd op de ‘Tarieflijst logies- en overige kosten buitenlandse dienstreizen’, die geldt voor ambtenaren werkzaam in de sector Rijk. Bestedingen in de vrije tijd zijn voor eigen rekening van de medewerkers.

7. Indien de vertrekdag en/of aankomstdag aansluit aan de reguliere werktijd, wordt de medewerker vrijgemaakt voor die dienst (een halve wacht voor de repressieve brandweer-medewerker).

8. Gedurende de dienstreis wordt de medewerker vrijgemaakt van het reguliere werk.

9. Een roostervrije dag wordt vergoed met een maximum van 8 uur in tijd voor tijd.

10. De brandweervrijwilliger ontvangt per dienstreisdag een vergoeding van maximaal 8 uur volgens het voor hem/haar geldend uurtarief voor langdurige aanwezigheid (TussenTarief).

11. Declaratie van de in deze beleidsregel bedoelde kosten geschiedt binnen drie maanden na afloop van de dienstreis via MijnPZ onder overlegging van de betaalbewijzen.

12. In voorkomende gevallen kan aantoonbaar meer gewerkte tijd, boven de 8 uur per dag, in aanmerking komen voor een overwerkvergoeding. Dit ter beoordeling van de leidinggevende en de betreffende directeur.

13. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel meerdaagse dienstreizen VRR 2013’.

 

Aldus besloten in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond op 30 mei 2016,

 

de secretaris,

mr. drs. A. Littooij

 

de voorzitter

ing. A. Aboutaleb

 

Naar boven