Een groot aantal gedragsregels die van belang zijn in verband met de integriteit van de ambtenaar is al neergelegd in wettelijke en rechtspositionele voorschriften.
Wetboek van Strafrecht (WvS):
- -
verduistering (artikel 359)
- -
- -
verduistering, beschadiging, vernieling van akten, bewijsmateriaal, bescheiden e.d. (artikel 361)
- -
fraude en corruptie (artikelen 362 en 363)
Wetboek van strafvordering
Verder kan worden genoemd de verplichting voor de ambtenaar om aangifte te doen van misdrijven (artikel 162 Wetboek van Strafvordering).
Ambtenarenwet
In de Ambtenarenwet zijn diverse zaken ten aanzien van de integriteit geregeld.
- 1.
In de eerste plaats bevat de Ambtenarenwet de algemene verplichting voor de openbare diensten en hun medewerkers om zich te gedragen als een goed werkgever, onderscheidenlijk een goed ambtenaar.
- 2.
De openbare diensten moeten daarnaast:
- -
een integriteitbeleid voeren dat is ingebed in het personeelsbeleid, o.a. via functioneringsgesprekken, werkoverleg, scholing en vorming;
- -
een gedragscode integriteit opstellen;
- -
jaarlijks verantwoording afleggen aan het bestuur over het gevoerde integriteitbeleid en over de naleving van de gedragscode regelen.
- 3.
De openbare diensten moeten ook:
- -
de verplichte eed of belofte voor ambtenaren bij hun aanstelling regelen; en
- -
voorschriften vaststellen over verbod, melding, registratie en openbaarmaking van nevenwerkzaamheden van hun ambtenaren, alsmede over verbod van financiële belangenverstrengeling en over melding van hun financiële belangen.
- 4.
Verder verplicht de Ambtenarenwet de openbare diensten om een procedure vast te stellen voor de melding van vermoedens van misstanden in de organisatie en biedt de Ambtenarenwet de ‘klokkenluider’ rechtsbescherming.
- 5.
Tenslotte is in de Ambtenarenwet geregeld dat de ambtenaar verplicht is tot geheimhouding van hetgeen hem i.v.m. zijn functie ter kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard der zaak volgt.
De CAP
Daar waar in de CAP staat vermeld ‘provincie’ moet ‘RUD Zeeland
’
worden gelezen.
In meer algemene zin is geregeld dat de provincie en de ambtenaren verplicht zijn zich als een goed werkgever en een goed werknemer te gedragen (artikel A.5), dat de ambtenaar verplicht is zich te gedragen naar de maatregelen van orde (artikel G.1) en dat de ambtenaar disciplinair gestraft kan worden als hij opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens aan plichtsverzuim schuldig maakt (artikel G.3).
Daarnaast is in artikel F.1, onder meer ter uitvoering van de verplichtingen in de Ambtenarenwet, een aantal specifieke gedragsregels opgenomen. Die hebben betrekking op de melding, registratie en openbaarmaking van nevenwerkzaamheden (lid 1), het verbod om bepaalde nevenwerkzaamheden te verrichten (lid 2), de verplichting om inkomsten uit nevenfuncties die verricht worden in het kader van de vervulling van de functie in de provinciale kas te storten (lid 3), het verbod om deel te nemen aan aannemingen of leveringen ten behoeve van de provincie (lid 4), het verbod tot verzoeken of aannemen van steekpenningen of andere vormen van bevoordeling (lid 5), het verbod ten eigen bate of ten bate van derden diensten te laten verrichten door provinciale ambtenaren, provinciale eigendommen te gebruiken of gebruik te maken van kennis uit hoofde van zijn functie (lid 6), de verplichting voor de ambtenaar om bij aanstelling de eed of belofte af te leggen (lid 7), de melding en registratie van financiële belangen (lid 8) en het verbod van financiële belangenverstrengeling (lid 9). De hierboven genoemde verboden hebben overigens niet steeds een absoluut karakter.
Tenslotte is in artikel F.1, elfde lid, de verplichting opgenomen voor bij de provincie werkzame personen de procedure van en rechtsbescherming bij melding van (vermeende) misstanden te regelen. Daarvoor is de Regeling procedure en bescherming bij melding van vermoedens van een misstand getroffen.
Slotbepalingen
Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Handreiking gedragscode RUD Zeeland
Bekendmaking en inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de RUD Zeeland van 28 september 2015,
de voorzitter, A.G. van der Maas
de secretaris, ing. A. van Leeuwen MPA