Treasurystatuut gemeenschappelijke regeling Avri

Het algemeen bestuur van Avri;

 

gelet op de Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling Avri 2016 en de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido);

 

vast te stellen het Treasurystatuut 2016 Avri.

 

Begrippenkader

Artikel 1 - Begrippenkader

Artikel 1 van de Gemeenschappelijke regeling Avri is van toepassing op dit besluit. Daarnaast wordt in dit besluit verstaan onder:

  • a)

    derivaten: financiële instrumenten die hun bestaan ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde (bijvoorbeeld de waarde van een langlopende lening). Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te beheersen en financieringskosten te minimaliseren;

  • b)

    financiering: het aantrekken van benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal één jaar. Deze middelen kunnen bestaan uit zowel eigen vermogen als vreemd vermogen;

  • c)

    geldstromenbeheer: al die activiteiten die nodig zijn om de liquiditeiten over te zetten zowel binnen Avri als tussen Avri en derden (betalingsverkeer);

  • d)

    intern liquiditeitsrisico: de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjaren investeringsplanning waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen;

  • e)

    kasgeldlimiet: de kasgeldlimiet begrenst de omvang van de korte financiering (korter dan een jaar) tot een percentage van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar;

  • f)

    koersrisico: het risico van de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen;

  • g)

    kredietrisico: de risico’s op een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij;

  • h)

    liquiditeitenbeheer: het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar;

  • i)

    liquiditeitenplanning: een gestructureerd overzicht van de toekomstige inkomsten en uitgaven ingedeeld per tijdseenheid;

  • j)

    rating: de inschatting van de kans op eventuele wanbetalingen bij toekomstige rente- en aflossingsbetalingen op schuldpapier;

  • k)

    relatiebeheer: het omvat het onderhouden van relaties met instellingen waarmee in het kader van de uitvoering van het treasurybeleid contacten worden onderhouden;

  • l)

    renterisico: het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten voor Avri als gevolg van rentewijzigingen;

  • m)

    renterisiconorm: het doel van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico's bij herfinanciering. De norm is een vastgesteld percentage (20%) van het begrotingstotaal;

  • n)

    rentetypische looptijd: het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de voorwaarden van de geldlening sprake is van een door de vertrekker van de geldlening niet beïnvloedbare, constante rentevergoeding.

  • 0)

    rentevisie: toekomstverwachting over de renteontwikkeling;

  • p)

    Ruddo: Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden. Ministeriële regeling die het algemeen kader biedt voor transacties in uitzettingen en derivaten;

  • q)

    saldobeheer: het beheer van de dagelijkse saldi op de rekeningen;

  • r)

    solvabiliteitsratio van 0%: status die door een bancaire toezichthouder in de Europese Economische Ruimte (lidstaten van de Europese Unie uitgebreid met Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) aan het schuldpapier van een instelling kan worden toegekend;

  • s)

    treasurer: de daartoe door het dagelijks bestuur van Avri aangewezen functionaris die verantwoordelijk is voor een continue beschikbaarheid van financiële middelen en de daaraan verbonden kosten en risico`s;

  • t)

    treasurybeheer: de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de kaders van het treasurystatuut;

  • U)

    treasurybeleid: vastlegging van de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie;

  • v)

    treasuryfunctie: de treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s;

  • W)

    treasuryparagraaf: het begrotingsonderdeel c.q. rekeningsonderdeel waarin het beleid voor het komende jaar wordt vastgelegd, respectievelijk waarin de verantwoording wordt afgelegd van de realisatie van het voorgenomen beleid;

  • x)

    treasurystatuut: het document waarin de beleidsmatige infrastructuur voor de uitvoering van de treasury is vastgelegd.

  • Y)

    uitzetting: het tijdelijk toevertrouwen van liquiditeiten aan derden tegen vooraf overeengekomen condities;

  • Z)

    (verplicht) Het verplicht aanhouden van middelen bij het ministerie van schatkistbankieren: Financiën (de schatkist). De verplichting tot schatkistbankieren is voor decentrale overheden geregeld in de wet Fido;

  • AA)

    Wet Fido: De Wet financiering decentrale overheden.

Doelstellingen

Artikel 2 - Doelstellingen van de Treasuryfunctie

De treasuryfunctie van Avri dient tot:

  • a.

    Het verzekeren van een duurzame relatie met de financiële markten om tegen acceptabele condities te financieren;

  • b.

    Het beschermen van vermogens- en (rente-) resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • c.

    Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities;

  • d.

    Het voeren van een risicomijdend treasurybeheer;

  • e.

    Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido, de Ruddo, respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit treasurystatuut.

Risicobeheer

Artikel 3- Uitgangpunten risicobeheer

Met betrekking tot risicobeheer gelden de volgende algemene uitgangspunten:

  • a.

    Avri mag leningen verstrekken indien het doel past binnen haar beleid, uit hoofde van de "publieke taak", waarbij vooraf advies wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.

  • b.

    Avri kan middelen uitzetten op grond van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen of derivaten een prudent (risicomijdend) karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen. Het risicomijdende karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels het bepaalde in de Wet Fido, de Ruddo en de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut;

  • c.

    Derivaten worden uitsluitend gebruikt ter beperking van financiële risico’s. Met derivaten wordt niet gespeculeerd.

Artikel 4 - Renterisicobeheer

  • 1.

    De kasgeldlimiet wordt niet overschreden.

  • 2.

    De renterisiconorm wordt niet overschreden.

  • 3.

    Nieuwe leningen/uitzettingen worden afgestemd op de bestaande financiële positie.

  • 4.

    De rentetypische looptijd en het renteniveau van de betreffende lening/uitzetting wordt zo veel mogelijk afgestemd op de actuele rentestand en de rentevisie.

  • 5.

    De rentevisie van Avri wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van de visie van de Bank Nederlandse Gemeenten en vastgelegd in de paragraaf financiering van de begroting.

Artikel 5 - Kredietrisicobeheer

Bij het uitzetten van middelen gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    Uitzettingen worden gedaan conform de uitgangspunten van de wet fido (waaronder schatkistbankieren);

  • b.

    Het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt daarnaast uitsluitend bij financiële instellingen met ten minste een A-rating, afgegeven door tenminste twee gezaghebbende rating agency, of bij instellingen voor wiens waardepapieren een solvabiliteitseis geldt van 0%;

  • c.

    Bij het uitzetten van middelen en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt Avri indien mogelijk zekerheden.

Artikel 6 - Intern liquiditeitsrisicobeheer

  • 1.

    Wekelijks wordt de kasgeldlimiet bewaakt.

  • 2.

    De treasurer zorgt per kwartaal - ten behoeve van de directeur van Avri - voor een actuele liquiditeitsprogose en voorziet deze van een advies omtrent de wijze waarop in de financiering hiervan kan worden voorzien.

Artikel 7 - Valutarisicobeheer

Overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro's.

Financiering

Artikel 8 - Financiering

Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    Financieringen worden enkel aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van de taken die Avri uitvoert in het kader van artikel 20 lid 1 en lid 2 van de regeling;

  • b.

    Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen te gebruiken, en

  • c.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn; daggeldleningen, kasgeldleningen, krediet in rekening courant en onderhandse leningen.

Artikel 9 - Relatiebeheer

Avri beoogt het realiseren van gunstige of marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • a.

    Bankrelaties en hun condities worden eens in de drie jaar geëvalueerd;

  • b.

    Bankrelaties dienen wat hun kredietwaardigheid betreft minimaal te voldoen aan de eisen die zijn gesteld in artikel 5;

  • c.

    Financiële instellingen dienen onder Nederlands toezicht te vallen, zoals de Nederlandse Bank, conform de Wet Toezicht Kredietwezen.

Kasbeheer

Artikel 10 - Geldstromenbeheer

  • 1.

    Avri draagt zorg voor het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële positie.

  • 2.

    Teneinde de kosten van het geldstromenbeheer te minimaliseren wordt:

    • a.

      Het liquiditeitsgebruik beperkt door de geldstromen binnen Avri op elkaar af te stemmen. Hierbij wordt er op toegezien dat de liquiditeitspositie voldoende is om te garanderen dat de verplichtingen tijdig kunnen worden nagekomen;

    • b.

      Het betalingsverkeer zoveel mogelijk elektronisch uitgevoerd door één bank.

Artikel 11- Saldo- en liquiditeitenbeheer

Voor het saldo- en liquiditeitenbeheer gelden de volgende specifieke richtlijnen;

  • a.

    Avri streeft naar concentratie van liquiditeiten binnen één rentecompensatiecircuit bij de bank met de gunstigste condities;

  • b.

    Indien er een liquiditeitsbehoefte ontstaat kunnen kortlopende middelen worden aangetrokken. Hierbij wordt de kasgeldlimiet niet overschreden;

  • c.

    Toegestane instrumenten bij het aantrekken van kortlopende middelen zijn daggeldleningen, kasgeldleningen en rekening-courantkredieten;

  • d.

    Toegestane instrumenten bij het uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar moeten voldoen aan de eisen van artikel 5;

  • e.

    Het aanvragen van offertes geschiedt conform de algemene inkoopvoorwaarden van Avri.

Administratieve organisatie en interne controle

Artikel 12 - Uitgangpunten administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle.

  • 1.

    De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten worden op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd;

  • 2.

    Bevoegdheden zijn via delegatie en mandaat nader schriftelijk vastgelegd;

  • 3.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • a.

      iedere transactie wordt door minimaal twee functionarissen geautoriseerd (het vierogen-principe);

    • b.

      de uitvoering en de controle geschiedt door afzonderlijke functionarissen;

    • c.

      de uitvoering en de registratie geschiedt door afzonderlijke functionarissen.

  • 4.

    De tegenpartij verstuurt de bevestiging van iedere transactie naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties.

  • 5.

    De transacties worden registreert door de functionaris die de transactie heeft afgesloten en gecontroleerd door de functionaris die belast is met de interne controle.

Artikel 13- Verantwoordelijkheden

Functie

Verantwoordelijkheden

Algemeen bestuur

• Het vaststellen van de paragraaf financiering in de begroting en de jaarrekening;

• Het houden van toezicht op het treasurybeleid en de uitvoering hiervan.

Dagelijks bestuur

• Het uitvoeren van de treasuryactiviteiten (formele verantwoordelijkheid);

• Informeert het algemeen bestuur indien de kasgeldlimiet of de renterisiconorm dreigt te worden overschreden;

• Het evalueren en als gevolg daarvan (eventueel) bijstellen van het treasurystatuut. De resultaten van deze evaluatie ter kennisgeving voorleggen aan het algemeen bestuur.

• aanwijzen van de treasurer

Directeur Avri

• Het uitvoeren van de aan hem/haar gemandateerde treasuryactiviteiten conform het treasurystatuut;

• Verantwoording afleggen aan het Dagelijks Bestuur.

Budgethouders

• Het zorgdragen voor het tijdig aanleveren van betrouwbare operationele informatie over toekomstige geldstromen aan de afdeling Bedrijfsvoering;

• Het fiatteren van betalingen en ontvangsten, ten laste c.q. ten gunste van hun budgetten.

Treasurer

• Het uitvoeren van de dagelijkse treasuryactiviteiten;

• Rapporteren aan de Directeur Avri.

Kassier

• Het overboeken van saldi tussen bankrekeningen;

• Het afhandelen van het contante en girale betalingsverkeer.

Financiële administratie

• Het juist en volledig administreren van de bezittingen, schulden, inkomsten, uitgaven, ontvangsten en betalingen.

Externe accountant

• Het controleren op de feitelijke naleving van het treasurystatuut.

Artikel 14- Bevoegdheden

De wijze van mandatering van bevoegdheden van het dagelijks bestuur naar de Directeur Avri is geregeld in het “Besluit mandaat directeur Avri 2016”.

Artikel 15 - Informatievoorziening

Bij de programmabegroting, paragraaf financiering, als bij de programmajaarrekening informeert het dagelijks bestuur het algemeen bestuur omtrent het treasurybeleid en treasurybeheer.

Artikel 16 - Hardheidsclausule

Bij bijzondere problemen of onbillijkheden in de uitvoering kan het algemeen bestuur, gezien het voorstel van het dagelijks bestuur, afwijken van het bepaalde in dit treasurystatuut.

Artikel 17 – Inwerkingtreding

Het treasurystatuut treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van Avri in de vergadering van 16 december 2015.

de secretaris,

E.J. de Vries

de voorzitter,

L. Verspuij

Naar boven