Verordening van 26 november 2015 van het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds, houdende regels met betrekking tot de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie (Financiële verordening Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds)

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds

gelet op artikel 32 van de Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds,

besluit vast te stellen :

de Financiële verordening Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds als volgt

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie;

  • b.

    administratieve organisatie: het geheel van organisatorische maatregelen, waaronder maatregelen van interne controle;

  • c.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen;

  • d.

    doeltreffendheid: de mate waarin beoogde maatschappelijke effecten ook daadwerkelijk worden behaald;

  • e.

    financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat inzicht geeft in:

    • -

      de financieel-economische positie;

    • -

      het financieel beheer;

    • -

      gegevens voor het opstellen en de uitvoering van de begroting;

    • -

      de afwikkeling van vorderingen en schulden.

  • f.

    financieel beheer: het uitoefenen van het bestuur over en toezicht op het beheer van middelen;

  • g.

    gemeenschappelijke regeling: de Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds;

  • h.

    jaarstukken: jaarrekening en jaarverslag;

  • i.

    meerjarige verplichtingen: verplichtingen die mede een beslag kunnen doen op begrotingen in toekomstige jaren;

  • j.

    openbaar lichaam: openbaar lichaam Waddenfonds;

  • k.

    rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met wet- en regelgeving.

Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording

Artikel 2 Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    De begroting en de jaarstukken worden ingericht overeenkomstig het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en de Regeling Informatie voor Derden van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2.

    Inrichting begroting:

    • a.

      De begroting is ingedeeld naar begrotingsprogramma’s.

    • b.

      In de begrotingstoelichting wordt ingegaan op de kaders, op de thema’s van het uitvoeringskader en -programma, op de hoofdverdeling van de middelen over de begrotingsprogramma’s en op de binnen de begrotingsprogramma’s gespecificeerde programmaonderdelen.

    • c.

      De algemene financiële en beleidsmatige kaders als bedoeld in artikel 47b van de Wet gemeenschappelijke regelingen zijn onderdeel van de toelichting op de ontwerpbegroting, die voor 15 april, samen met de (voorlopige) jaarrekening, aan provinciale staten van de deelnemende provincies voor zienswijze wordt gezonden.

    • d.

      De begroting bevat in ieder geval een verdeling van het jaarbudget over de begrotingsprogramma’s en programmaonderdelen en een beschrijving van activiteiten om tot besteding van het jaarbudget te komen.

  • 3.

    Inrichting jaarstukken:

    • e.

      In de jaarstukken wordt een overzicht gegeven van de besteding van het jaarbudget verdeeld over de begrotingsprogramma’s.

    • f.

      Het jaarverslag bevat in ieder geval een overzicht van de aangevraagde, verleende en geweigerde subsidies en een overzicht van op privaatrechtelijke titel verstrekte middelen.

    • g.

      Het jaarverslag bevat een verantwoording van de beheeractiviteiten ter afwikkeling van de verplichtingen waaronder lopende projecten en de in het betreffende jaar afgeronde projecten.

    • h.

      In de jaarrekening wordt ten aanzien van de verplichtingen aangegeven hoe deze zich verhouden tot de daarvoor vastgestelde budgetten.

  • 4.

    Begroting én jaarstukken:

a. In de paragraaf Weerstandsvermogen wordt ingegaan op de risico’s van materieel belang en de inschatting van de kans dat deze risico’s zich voordoen. De paragraaf gaat in op het opvangen van de risico’s door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins.

b. In de paragraaf Financiering worden de kasgeldlimiet, de renterisiconorm en de rentevisie besproken.

Artikel 3 Autorisatie begroting

  • 1.

    Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per begrotingsprogramma en lasten en baten van de daarin gespecificeerde programmaonderdelen.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stelt een Nota toelichting begroting vast, als kader voor het uitvoeren van de begroting door het dagelijks bestuur Waddenfonds.

Artikel 4 Begrotingswijziging
  • 1.

    Het algemeen bestuur machtigt het dagelijks bestuur tot het vaststellen van technische begrotingswijzigingen voor het begrotingsprogramma voor subsidies zoals bedoeld in artikel 29, zevende lid, onderdeel c, van de gemeenschappelijke regeling.

  • 2.

    De balans bevat een overloopbestemmingsreserve ten behoeve van technische begrotingswijzigingen.

Artikel 5 Meerjarige verplichtingen

1. De balans bevat een bestemmingsreserve ten behoeve van het kunnen aangaan van meerjarige verplichtingen.

2. Het dagelijks bestuur is bevoegd tot het aangaan van meerjarige verplichtingen.

3. Een besluit tot het aangaan van meerjarige verplichtingen wordt niet genomen dan nadat het algemeen bestuur een ontwerp-besluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het dagelijks bestuur te brengen.

4. Voor zover in het lopende begrotingsjaar of het volgende begrotingsjaar waarvoor de primaire begroting reeds is vastgesteld, een besluit tot het aangaan van meerjarige verplichtingen leidt tot het aanwenden van de bestemmingsreserve voor projecten waarbij subsidiebudgetten in enig begrotingsjaar ontoereikend zijn, wordt een begrotingswijziging voor de betreffende jaren aan het algemeen bestuur voorgelegd.

5. Meerjarige verplichtingen worden opgenomen in de meerjarenraming in de begroting. Deze verplichtingen worden voorts op jaarbasis in de begroting opgenomen, gekoppeld aan jaarlijks te verlenen subsidies.

6. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting worden de meerjarige verplichtingen weergegeven.

Artikel 6 Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1.Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting over de eerste drie en over de eerste acht maanden van het lopende boekjaar.

  • 2.

    De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programmaindeling van de begroting.

  • 3.

    In de tussentijdse rapportage worden afwijkingen op de oorspronkelijke raming van de baten en lasten per programma toegelicht.

  • 4.

    Bij de behandeling van de tussentijdse rapportage in het algemeen bestuur doet het dagelijks bestuur, indien nodig, voorstellen voor wijziging van de geautoriseerde budgetten en bijstelling van het beleid.

Hoofdstuk 3 Financieel beleid

Artikel 7 Financieringsfunctie
  • 1.Het dagelijks bestuur neemt bij het uitvoeren van de financieringsfunctie de Wet Financiering decentrale overheden in acht.

  • 2.

    Overtollige geldmiddelen worden uitsluitend bij het Agentschap van het Ministerie van Financiën uitgezet in de vorm van een rekeningcourant of deposito’s.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur zorgt bij het uitoefenen van de financieringsfunctie voor het:

a. uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door het algemeen bestuur vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren;

b. beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie, waaronder renterisico’s en kredietrisico’s;

c. beperken van de kosten van leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen;

d. beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.

  • 4.

    Het verstrekken van leningen en garanties vindt uitsluitend plaats uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen of het verstrekken van garanties bedingt het dagelijks bestuur indien mogelijk zekerheden. Het dagelijks bestuur motiveert in haar besluit het openbaar belang.

  • 5.

    Het dagelijks bestuur stelt in een Uitvoeringsregeling Treasury nadere regels ter uitvoering van het tweede lid en derde lid. Daarbij regelt het dagelijks bestuur tevens de taken en bevoegdheden, de verantwoording en de informatievoorziening.

Artikel 8 Bedrijfsvoering
  • 1.

    In de paragraaf bedrijfsvoering in de begroting wordt ingegaan op organisatie- en beheerkosten en ontwikkelingen van aanmerkelijk belang.

  • 2.

    In de paragraaf bedrijfsvoering in het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen.

Hoofdstuk 4Financieel beheer, financiële organisatie, interne controle en inkoop

Artikel 9 Administratie

De administratie is zodanig ingericht dat zij in ieder geval dienstbaar is aan:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van financiële activa, vorderingen en schulden;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van toegekende budgetten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de maatschappelijke effecten van het beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 10 Financiële organisatie

Het dagelijks bestuur zorgt voor en legt vast:

a. een eenduidige indeling van de financiële organisatie van het openbaar lichaam en een eenduidige toewijzing van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

c. de regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van leveringen tussen het openbaar lichaam en de provincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland;

d.uitvoeringsafspraken met de provincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en de uitputting van middelen.

Artikel 11 Interne controle

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt ten behoeve van een getrouw beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de administratie en de financiële organisatie. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.

  • 2.

    Interne controle vindt plaats door de afdeling Financiën Planning en Control van de Provincie Fryslân. De externe accountant voort de slotcontrole uit. Het controlerapport wordt ter kennisname aan het dagelijks bestuur gezonden.

Artikel 12 Inkoop en aanbesteding

Het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de provincie Fryslân is zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing op de inkoop en aanbesteding door het openbaar lichaam.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 13 Intrekken verordening

De Financiële verordening gemeenschappelijke regeling Waddenfonds, vastgesteld in het algemeen bestuur op 28 maart 2013, wordt ingetrokken.

Artikel 14 Bekendmaking en inwerkingtreding

Deze verordening wordt bekendgemaakt in het publicatieblad van het Waddenfonds en treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Financiële verordening gemeenschappelijke regeling Waddenfonds 2015”.

Vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur Waddenfonds 26 november 2015,

K.Kielstra, voorzitter

drs. A.F. van de Klundert, secretaris

Naar boven