Beleidsregel inzake de fiscale benadering van IBA-systemen 2015 Hefpunt
 
Artikel 1  
Het dagelijks bestuur van Hefpunt,
 
 
gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 83 en 123 van de Waterschapswet en Bijlage I, punt 4 van de Gemeenschappelijke Regeling Hefpunt;
 
 
B E S L U I T :
 
vast te stellen de volgende Beleidsregel inzake de fiscale benadering van IBA-systemen.
 
Artikel 1
 
1. Bij gecertificeerde IBA-systemen van het type II of III in particulier beheer, via welke  
uitsluitend afvalwater van huishoudelijke aard en/of beperkt agrarisch (geen schrobwater  
uit veestallen en geen voorspoelwater van melktanks) wordt afgevoerd, stelt de ambtenaar
belast met de heffing van Hefpunt de toe te passen klasse van de tabel afvalwater-
coëfficiënten vast aan de hand van de onderzoeksrapporten die aan de certificatie ten
grondslag hebben gelegen.
2. De ambtenaar belast met de heffing van Hefpunt kan met toepassing van artikel 4, lid 1 van
 het ‘Besluit vervuilingswaarde ingenomen water’ aantonen dat de met toepassing van lid 1  gevonden afvalwatercoëfficiënt onjuist is. In dat geval stelt de ambtenaar belast met de heffing van Hefpunt de aanslag, in afwijking van lid 1, vast aan de hand van de gevonden onderzoeksresultaten.
 
Artikel 2
 
1. Bij goed functionerende gecertificeerde IBA-systemen van het type II en III, via welke  
uitsluitend het afvalwater van één woonruimte wordt afgevoerd en waarvan het beheer en
onderhoud niet door waterschap Hunze en Aa’s, Noorderzijlvest of Wetterskip Fryslân
wordt uitgevoerd, stelt de ambtenaar belast met de heffing van Hefpunt met toepassing van
de Verordening verontreinigingsheffing van waterschap Hunze en Aa's, respectievelijk
de Verordeningen verontreinigingsheffing van de waterschappen Noorderzijlvest en
Wetterskip Fryslân, regelende de bepalingen van het forfait voor kleine bedrijfsruimten en
zuiveringstechnische werken, de aanslag vast op één vervuilingseenheid.
2. Indien Hefpunt met toepassing van artikel 4, lid 1 van het ‘Besluit vervuilingswaarde
ingenomen water’ aantoont dat een IBA-systeem als bedoeld in lid 1 niet goed functioneert,
dan stelt de ambtenaar belast met de heffing van Hefpunt, in afwijking van lid 1, de aanslag  
vast aan de hand van de gevonden onderzoeksresultaten.
3. In geval het betreffende waterschap (mede-)beheerder is van een IBA-systeem wordt de
achterliggende woon- of bedrijfsruimte op grond van het gangbare woonruimte-
respectievelijk bedrijfsruimteforfait in de zuiveringsheffing betrokken.
 
 
 
Artikel 3
 
IBA’s van het type I (septictanks), olie- en vetafscheiders en slibvangputten, alsmede daarmee gelijk te stellen apparatuur, worden niet beschouwd als (een onderdeel van) een zuiveringstechnisch werk waarop voorafgaande zuivering plaatsvindt.
 
Artikel 4
 
Na aanvang van het heffingsjaar kunnen aan de gebruiker van een bedrijfsruimte, alsmede aan de beheerder van een riolering of van een zuiveringstechnisch werk, één of meer voorlopige aanslagen worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat heffingsjaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.
 
Artikel 5
 
1. Deze beleidsregel geldt bij de heffing van waterschapsbelastingen als bedoeld in artikel  
113 van de Waterschapswet en wordt toegepast ten behoeve van de waterschappen Hunze
en Aa’s, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân.
2. Deze beleidsregel treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari  
2015 en heeft betrekking op aanslagen verontreinigingsheffing en/of zuiveringsheffing die
worden opgelegd terzake van belastbare feiten die zich op of na 1 januari 2015 voordoen.
 
Artikel 6
 
De beleidsregel kan worden aangehaald als: ‘Beleidsregel inzake de fiscale benadering van IBA-systemen 2015 Hefpunt’.
 
 
 
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van Hefpunt, gehouden 0p 22
januari 2015.
 
 

Namens deze,

Het dagelijks bestuur van Hefpunt,

ir. J. Bartelds, voorzitter

drs. P.W. Geerdink, secretaris

Naar boven