Beleidsregel ambtshalve vermindering van belastingen 2015 Hefpunt
 
Artikel 1  
Het dagelijks bestuur van Hefpunt;
 
Gelet op artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr), de artikelen 123, 124 en 134 van de Waterschapswet, artikel 7.2 van de Waterwet en Bijlage I, punt 4 van de Gemeenschappelijke Regeling Hefpunt;
 
b e s l u i t:
 
vast te stellen de volgende Beleidsregel voor het toekennen van ambtshalve verminderingen van waterschapsbelastingen.
 
Artikel 1 Reikwijdte en definities
 
1 Deze beleidsregel geldt bij de heffing van waterschapsbelastingen als bedoeld in artikel 113 van de Waterschapswet en artikel 7.2 van de Waterwet en wordt toegepast ten behoeve van de waterschappen Hunze en Aa’s, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân.
2 In afwijking in zoverre van het voorgaande artikellid, is deze beleidsregel niet van toepassing op belastingaanslagen in de watersysteemheffing gebouwd waaraan een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voorzover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Awr van toepassing is.
3 In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
a ambtshalve vermindering: de vermindering van een onjuiste belastingaanslag of beschikking op de voet van artikel 65 van de Awr alsmede het verlenen van een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting als bedoeld in artikel 134 van de Waterschapswet;
b de belanghebbende: de belastingplichtige of degene die de belasting als hoofdelijk mede–aansprakelijke heeft betaald;
c de vijfjaarstermijn: een termijn van vijf kalenderjaren, door welks verloop de bevoegdheid tot het vaststellen van een navorderingsaanslag of een naheffingsaanslag op de voet van artikel 16 respectievelijk artikel 20 van de Awr vervalt;
d de belastingaanslag: de voorlopige aanslag, de aanslag, de navorderingsaanslag en de naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e, van de Awr, alsmede het voorlopig gevorderde, het gevorderde en het nagevorderde bedrag als bedoeld in artikel 125a, lid 2, onder a, van de Waterschapswet;
e het bedrag van de vermindering: het bedrag waarmee de belastingaanslag ingevolge artikel 65 van de Awr en artikel 134 van de Waterschapswet wordt verminderd, dan wel het bedrag waarvoor ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting wordt verleend. Indien bij het vaststellen van de aanslag een boete als bedoeld in hoofdstuk VIIIA van de Awr is opgelegd, wordt het terug te geven bedrag met (het eventueel daaraan toe te rekenen gedeelte van) deze boete verhoogd;
f de ambtenaar belast met de heffing: de ambtenaar van Hefpunt bedoeld in artikel 124, vijfde lid, onderdeel a, van de Waterschapswet;
g de belastingwet: algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels op het gebied van waterschapsbelastingen.
 
Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering van belasting wordt verleend
 
1 Indien bij de afhandeling van een te laat ingediend bezwaarschrift of een bezwaarschrift dat om andere redenen van formele aard niet-ontvankelijk wordt verklaard, blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld, wordt deze door de ambtenaar belast met de heffing ambtshalve verminderd.
2 Indien een aanvraag, betrekking hebbend op een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling niet tijdig wordt gedaan, wordt deze vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling door de ambtenaar belast met de heffing ambtshalve verleend.
 
 
Artikel 3 Uitzonderingen
 
In de volgende gevallen vindt geen ambtshalve vermindering plaats:
1 indien ten tijde van het ontvangen van het bezwaarschrift of de aanvraag, de vijfjaarstermijn is verstreken;
2 indien het bedrag van de vermindering lager is dan € 5,00.
 
Artikel 4 Jurisprudentie
 
1 Een uitspraak van de Rechtbank, het Gerechtshof of een arrest van de Hoge Raad, waarin een toepassing van de belastingwet ligt besloten die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot ambtshalve vermindering indien de belastingaanslag onherroepelijk is komen vast te staan vóór de dag waarop het arrest van de Hoge Raad is gewezen dan wel de uitspraak van de Rechtbank of  het Gerechtshof is gedaan, tenzij het dagelijks bestuur op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.
2 Hetgeen in het eerste lid is bepaald, is in daartoe leidende gevallen van overeenkomstige toepassing op prejudiciële beslissingen van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen alsmede op rechterlijke uitspraken van het Hof en andere supranationale colleges.
 
Artikel 5 Mededeling van toekenning en afwijzing
 
Zowel in het geval waarin ambtshalve vermindering wordt toegekend als in het geval waarin daartoe geen redenen aanwezig zijn, wordt belanghebbende daarvan gemotiveerd mededeling gedaan. De mededeling wordt gedaan in de uitspraak op het bezwaarschrift dan wel in de beschikking waarbij op de aanvraag wordt beslist.
 
Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel
 
1 Deze beleidsregel treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2015 en heeft betrekking op belastingaanslagen die worden opgelegd terzake van belastbare feiten die zich met ingang van het jaar 2015 voordoen.
2 De beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel ambtshalve vermindering van belastingen 2015 Hefpunt.
 
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van Hefpunt, gehouden op 22 januari
2015.
 

Namens deze,

Het dagelijks bestuur van Hefpunt,

ir. J. Bartelds, voorzitter

drs. P.W. Geerdink, secretaris 

Naar boven