4 (1994) Nr. 7

A. TITEL

Verdrag inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens;

Brussel, 9 februari 1994

Voor een overzicht van de verdragsgegevens, zie verdragsnummers 005378 en 013889 in de Verdragenbank.

B. TEKST

Op 29 maart 2023 is te Brussel een Protocol tot wijziging van het Verdrag tot stand gekomen. De Nederlandse en de Franse tekst1) van het Protocol luiden als volgt:


Protocol tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens overeenkomstig Richtlijn (EU) 2022/362 van het Europees Parlement en de Raad van 24 februari 2022 tot wijziging van de Richtlijnen 1999/62/EG, 1999/37/EG en (EU) 2019/520 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan voertuigen

De Regeringen van het Koninkrijk Denemarken, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden,

Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, hierna te noemen „het Verdrag”, zoals gewijzigd bij

  • het Protocol van 18 september 1997 inzake de toetreding van het Koninkrijk Zweden tot het bovengenoemde Verdrag,

  • het Protocol van 22 maart 2000 ter uitvoering van Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen,

  • het Protocol van 21 oktober 2010 ter voldoening aan Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen en het invoeren van een papierloos vignetsysteem, en;

  • het Protocol van 6 december 2017 ter uitvoering van Richtlijn 2011/76/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011 tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen,

Gelet op het aannemen van Richtlijn (EU) 2022/362 van het Europees Parlement en de Raad van 24 februari 2022 tot wijziging van de Richtlijnen 1999/62/EG, 1999/37/EG en (EU) 2019/520 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan voertuigen, hierna te noemen „de Richtlijn”;

Overwegend dat het de intentie is van het Koninkrijk Denemarken, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden om de differentiatie, genoemd in artikel 7 octies bis, eerste lid, tweede en derde alinea, van de Richtlijn per 1 januari 2025 toe te passen en gebruiksrechten uitsluitend toe te passen op zware vrachtvoertuigen met een technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand van ten minste 12 ton tot 25 maart 2027, op welke datum het recht wordt toegepast op zware vrachtvoertuigen met een met een technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand van meer dan 3,5 ton,

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

In de eerste overweging van de preambule bij het Verdrag wordt de verwijzing „zoals laatst gewijzigd bij Richtlijn 2011/76/EU van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011” vervangen door de verwijzing „zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2022/362 van het Europees Parlement en de Raad van 24 februari 2022”.

Artikel 2

Artikel 2 van het Verdrag wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid worden de woorden „artikel 2, punten a), c), e) en f)” vervangen door de woorden „artikel 2, eerste lid, punten 6), 16), 29), 32), 33), 34), 35) en 38)”.

2. In het eerste lid worden de woorden „zoals laatst gewijzigd bij Richtlijn 2011/76/EU van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2011” vervangen door de woorden „zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2022/362 van het Europees Parlement en de Raad van 24 februari 2022”.

3. In het tweede lid wordt de omschrijving van het begrip „voertuig” vervangen door het volgende:

„„voertuig”:

een motorvoertuig, met vier of meer wielen, of een samenstel van gelede voertuigen bedoeld of gebruikt voor het vervoer over de weg van goederen met een technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand van meer dan 3,5 ton, overeenkomstig artikel 2, eerste lid, punten 17, 18 en 19 van de Richtlijn.”

4. In het tweede lid wordt het begrip „Richtlijn” toegevoegd met de volgende betekenis:

„„Richtlijn”:

Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van wegeninfrastructuur aan voertuigen, zoals laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2022/362 van het Europees Parlement en de Raad van 24 februari 2022.”

Artikel 3

Artikel 3, eerste lid, van het Verdrag wordt vervangen door de volgende tekst:

  • „1. Overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag heffen de Verdragsluitende Partijen, vanaf 1 januari 1995, een gemeenschappelijk gebruiksrecht voor het gebruik van autosnelwegen door voertuigen. Tot 25 maart 2027 worden, overeenkomstig artikel 7, dertiende lid, van de Richtlijn, de gebruiksrechten uitsluitend toegepast op voertuigen met een technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand van ten minste 12 ton.”

Artikel 4

Artikel 4 van het Verdrag wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt vervangen door de volgende tekst:

  • „2. Op hun respectieve grondgebieden mogen de Verdragsluitende Partijen vrijstelling verlenen van het in artikel 3 bedoelde gebruiksrecht aan voertuigen die slechts af en toe op de openbare wegen van de Verdragsluitende Partij van registratie rijden en die gebruikt worden door natuurlijke of rechtspersonen die het vervoer van de goederen niet als voornaamste beroepsactiviteit hebben, op voorwaarde dat de vervoersactiviteiten die door deze voertuigen worden uitgevoerd niet leiden tot verstoring van de mededinging en dat de Europese Commissie hiermee heeft ingestemd.”

2. Het derde en vierde lid worden omgenummerd tot het vijfde en zesde lid.

3. Na het tweede lid, worden de volgende twee leden toegevoegd:

  • „3. Emissievrije voertuigen met een technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand tot 4,25 ton zijn vrijgesteld van het gebruiksrecht bedoeld in artikel 3.

  • 4. Op hun respectieve grondgebieden mogen Verdragsluitende Partijen vrijstelling verlenen van het in artikel 3 bedoelde gebruiksrecht aan voertuigen met een technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand van meer dan 3,5 ton en minder dan 7,5 ton die worden gebruikt voor het vervoer van materiaal, uitrusting of machines die zijn bestemd voor gebruik door de bestuurder tijdens diens werk, of voor het afleveren van ambachtelijk vervaardigde goederen, als het vervoer niet voor rekening van derden wordt verricht.”

Artikel 5

Artikel 8 van het Verdrag wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt vervangen door het volgende:

  • „1. Tot en met 31 december 2024 bedraagt het gebruiksrecht, met inbegrip van administratiekosten, voor voertuigen:

    Voor één jaar

    EURO-emissieklasse

    ten hoogste drie assen

    ten minste vier assen

    NIET-EURO

    1,407 euro

    2,359 euro

    EURO I

    1,223 euro

    2,042 euro

    EURO II

    1,065 euro

    1,776 euro

    EURO III

    926 euro

    1,543 euro

    EURO IV

    842 euro

    1,404 euro

    EURO V

    796 euro

    1,327 euro

    EURO VI of schoner

    750 euro

    1,250 euro

    Voor één maand

    EURO-emissieklasse

    ten hoogste drie assen

    ten minste vier assen

    NIET-EURO

    140 euro

    235 euro

    EURO I

    122 euro

    204 euro

    EURO II

    106 euro

    177 euro

    EURO III

    92 euro

    154 euro

    EURO IV

    84 euro

    140 euro

    EURO V

    79 euro

    132 euro

    EURO VI of schoner

    75 euro

    125 euro

    Voor één week

    EURO-emissieklasse

    ten hoogste drie assen

    vier of meer assen

    NIET-EURO

    37 euro

    62 euro

    EURO I

    32 euro

    54 euro

    EURO II

    28 euro

    47 euro

    EURO III

    24 euro

    41 euro

    EURO IV

    22 euro

    37 euro

    EURO V

    21 euro

    35 euro

    EURO VI of schoner

    20 euro

    33 euro

    Voor één dag

    EURO-emissieklasse

    ten hoogste drie assen

    ten minste vier assen

    NIET-EURO

    12 euro

    12 euro

    EURO I

    12 euro

    12 euro

    EURO II

    12 euro

    12 euro

    EURO III

    12 euro

    12 euro

    EURO IV

    12 euro

    12 euro

    EURO V

    12 euro

    12 euro

    EURO VI of schoner

    12 euro

    12 euro

2. Het tweede lid wordt vervangen door het volgende:

  • „2. Vanaf 1 januari 2025 bedraagt het gebruiksrecht, met inbegrip van administratiekosten, voor voertuigen:

    Voor één jaar

    CO2-emissieklasse

    EURO-emissieklasse

    Ten hoogste drie assen

    Ten minste vier assen

    1

    NIET-EURO

    1,434 euro

    2,404 euro

    EURO I

    1,246 euro

    2,081 euro

    EURO II

    1,085 euro

    1,810 euro

    EURO III

    944 euro

    1,572 euro

    EURO IV

    858 euro

    1,431 euro

    EURO V

    811 euro

    1,352 euro

    EURO VI of schoner

    764 euro

    1,274 euro

    2

     

    688 euro

    1,146 euro

    3

     

    592 euro

    987 euro

    4

     

    459 euro

    764 euro

    5

     

    191 euro

    319 euro

    Voor één maand

    CO2-emissieklasse

    EURO-emissieklasse

    Ten hoogste drie assen

    Ten minste vier assen

    1

    NIET-EURO

    143 euro

    240 euro

    EURO I

    124 euro

    208 euro

    EURO II

    108 euro

    181 euro

    EURO III

    94 euro

    157 euro

    EURO IV

    85 euro

    143 euro

    EURO V

    81 euro

    135 euro

    EURO VI of schoner

    76 euro

    124 euro

    2

     

    68 euro

    114 euro

    3

     

    59 euro

    98 euro

    4

     

    45 euro

    76 euro

    5

     

    19 euro

    31 euro

    Voor één week

    CO2-emissieklasse

    EURO-emissieklasse

    Ten hoogste drie assen

    Ten minste vier assen

    1

    NIET-EURO

    50 euro

    84 euro

    EURO I

    44 euro

    73 euro

    EURO II

    38 euro

    63 euro

    EURO III

    33 euro

    55 euro

    EURO IV

    30 euro

    50 euro

    EURO V

    28 euro

    47 euro

    EURO VI of schoner

    27 euro

    45 euro

    2

     

    24 euro

    40 euro

    3

     

    21 euro

    35 euro

    4

     

    16 euro

    27 euro

    5

     

    7 euro

    12 euro

    Voor één dag

    CO2-emissieklasse

    EURO-emissieklasse

    Ten hoogste drie assen

    Ten minste vier assen

    1

    NIET-EURO

    14 euro

    24 euro

    EURO I

    12 euro

    21 euro

    EURO II

    11 euro

    18 euro

    EURO III

    9 euro

    16 euro

    EURO IV

    9 euro

    14 euro

    EURO V

    8 euro

    14 euro

    EURO VI of schoner

    8 euro

    13 euro

    2

     

    7 euro

    12 euro

    3

     

    6 euro

    10 euro

    4

     

    5 euro

    8 euro

    5

     

    2 euro

    4 euro

3. Het derde lid wordt vervangen door het volgende:

  • „3. Niettegenstaande het tweede lid bedraagt het gebruiksrecht, met inbegrip van administratiekosten, vanaf 26 maart 2027 voor voertuigen met een technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand van meer dan 3,5 ton maar minder dan 12 ton:

    Voor één jaar

    CO2-emissieklasse

    EURO-emissieklasse

    Ten hoogste drie assen

    Ten minste vier assen

    1

    NIET-EURO

    956 euro

    1,603 euro

    EURO I

    831 euro

    1,387 euro

    EURO II

    723 euro

    1,206 euro

    EURO III

    629 euro

    1,048 euro

    EURO IV

    572 euro

    954 euro

    EURO V

    541 euro

    901 euro

    EURO VI of schoner

    510 euro

    849 euro

    2

     

    459 euro

    764 euro

    3

     

    395 euro

    658 euro

    4

     

    306 euro

    510 euro

    5

     

    130 euro

    213 euro

    Voor één maand

    CO2-emissieklasse

    EURO-emissieklasse

    Ten hoogste drie assen

    Ten minste vier assen

    1

    NIET-EURO

    95 euro

    160 euro

    EURO I

    83 euro

    138 euro

    EURO II

    72 euro

    120 euro

    EURO III

    62 euro

    104 euro

    EURO IV

    57 euro

    95 euro

    EURO V

    54 euro

    90 euro

    EURO VI of schoner

    51 euro

    84 euro

    2

     

    45 euro

    76 euro

    3

     

    39 euro

    65 euro

    4

     

    30 euro

    51 euro

    5

     

    13 euro

    21 euro

    Voor één week

    CO2-emissieklasse

    EURO-emissieklasse

    Ten hoogste drie assen

    Ten minste vier assen

    1

    NIET-EURO

    33 euro

    56 euro

    EURO I

    29 euro

    49 euro

    EURO II

    25 euro

    42 euro

    EURO III

    22 euro

    37 euro

    EURO IV

    20 euro

    33 euro

    EURO V

    19 euro

    32 euro

    EURO VI of schoner

    18 euro

    30 euro

    2

     

    16 euro

    27 euro

    3

     

    14 euro

    23 euro

    4

     

    11 euro

    18 euro

    5

     

    5 euro

    8 euro

    Voor één dag

    CO2-emissieklasse

    EURO-emissieklasse

    Ten hoogste drie assen

    Ten minste vier assen

    1

    NIET-EURO

    10 euro

    16 euro

    EURO I

    8 euro

    14 euro

    EURO II

    7 euro

    12 euro

    EURO III

    6 euro

    10 euro

    EURO IV

    6 euro

    10 euro

    EURO V

    5 euro

    9 euro

    EURO VI of schoner

    5 euro

    8 euro

    2

     

    4 euro

    7 euro

    3

     

    4 euro

    6 euro

    4

     

    3 euro

    5 euro

    5

     

    2 euro

    2 euro

4. Het vierde lid wordt vervangen door het volgende:

  • „ 4.

    • a. Overeenkomstig artikel 7 octies bis, eerste lid, en artikel 8, derde lid, van de Richtlijn, gelet op het advies van de coördinatiecommissie, past elk van de Verdragsluitende Partijen uiterlijk drie jaar na de publicatie van de referentiewaarden van de CO2-emissies de variant van artikel 7 octies bis toe op de subgroepen van zware bedrijfsvoertuigen die vallen onder artikel 2, eerste lid, punten a-d, van Verordening (EU) 2019/1242.

      Voor groepen zware bedrijfsvoertuigen die niet onder dat artikel vallen worden, gelet op het advies van de coördinatiecommissie, CO2-emissieklassen 1, 4 en 5 toegepast, uiterlijk drie jaar na de publicatie van de referentiewaarden van de CO2-emissies in uitvoeringshandelingen door de Europese Commissie.

    • b. Indien Verordening (EU) 2019/1242 zodanig wordt gewijzigd dat deze betrekking heeft op CO2-emissies die relevant zijn voor een groep of subgroep van voertuigen waarvoor referentiewaarden van CO2-emissies worden gepubliceerd, passen de Verdragsluitende Partijen, gelet op het advies van de coördinatiecommissie, deze referentiewaarden van CO2-emissies toe en passen CO2-emissieklassen 2 en 3, overeenkomstig artikel 7 octies bis, eerste lid, derde en vierde alinea, van de Richtlijn, toe binnen de termijn die gegeven is in de wetgevingshandeling tot wijziging van Verordening (EU) 2019/1242.

    • c. Overeenkomstig artikel 7 octies bis, eerste en tweede lid, en artikel 8, derde lid, van de Richtlijn, stelt elke Verdragsluitende Partij, indien beschikbaar, voor elk type zwaar bedrijfsvoertuig de CO2-emissieklassen 1, 2, 3, 4 of 5 vast en waarborgt dat de classificatie van een voertuig dat onder CO2-emissieklasse 2 of 3 valt om de zes jaar opnieuw wordt beoordeeld, te rekenen vanaf de datum van zijn eerste registratie en dat, in voorkomend geval, het voertuig een herclassificatie krijgt en gaat vallen onder de relevante emissieklasse op basis van de op dat moment van toepassing zijnde drempelwaarden.”

5. Er wordt een nieuw vijfde lid ingevoegd:

  • „5. Wanneer een gebruiksrecht wordt geheven op de datum van de herclassificatie zoals genoemd in het vierde lid, punt c, treedt de herclassificatie in werking op de eerste dag van een nieuw vignet op of na de dag van de herclassificatie.”

Artikel 6

In artikel 9, tweede lid, van het Verdrag wordt het derde punt vervangen door de volgende tekst:

  • „3) aantal assen, EURO-emissieklasse, technisch toelaatbare maximummassa in beladen toestand, CO2-emissieklasse, en, indien beschikbaar, de CO2-emissie van het voertuig,”

Artikel 7

In artikel 14, eerste lid, van het Verdrag wordt een vierde punt toegevoegd:

  • „4. de coördinatie van de exacte datum waarop de referentiewaarden van de CO2-emissies als bedoeld in artikel 8, vierde lid, punten a en b, van het Verdrag worden toegepast.”

Artikel 8

In artikel 20 van het Verdrag worden de woorden „31 december 2029” vervangen door de woorden „25 maart 2032”, overeenkomstig artikel 7, elfde en twaalfde lid, van de Richtlijn.

Artikel 9

  • 1. Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand na de laatste van de data waarop de onderscheiden Regeringen het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie langs diplomatieke weg schriftelijk hebben medegedeeld dat de in hun onderscheiden staten grondwettelijk vereiste formaliteiten zijn vervuld.

  • 2. Indien de in het eerste lid bedoelde inwerkingtreding op 1 december 2024, 1 januari 2025 of 1 februari 2025 is, dan treden de tarieven in artikel 5, tweede lid, van het Protocol in werking op 25 maart 2025.

  • 3. Indien de inwerkingtreding bedoeld in het eerste lid plaatsvindt op of na 1 maart 2025, dan treden de tarieven in artikel 5, tweede lid, van het Protocol in werking op de eerste dag van de maand volgende op het verstrijken van een tijdvak van twee maanden na de inwerkingtreding van het Protocol zelf.

  • 4. De tarieven in artikel 5, eerste lid, van het Protocol zijn van toepassing totdat de tarieven in artikel 5, tweede lid, worden geheven overeenkomstig het eerste, tweede of derde lid van dit artikel. De in artikel 5 vermelde tarieven zijn niet met terugwerkende kracht van toepassing.

  • 5. De Depositaris doet de Regeringen van alle Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag de in het eerste lid bedoelde mededelingen toekomen en deelt hun de datum van de inwerkingtreding van dit Protocol mede.

GEDAAN te Brussel op 29 maart 2023 in de Deense, de Franse, de Nederlandse en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn, in één oorspronkelijk exemplaar, dat wordt nedergelegd in het archief van het Secretariaat-generaal van de Raad; het Secretariaat-generaal doet iedere verdragsluitende partij bij het Verdrag een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift toekomen.



Protocole modifiant l’Accord du 9 février 1994 relatif à la perception d’un droit d’usage pour l’utilisation de certaines routes par des poids lourds conformément à la Directive 2022/362/UE du Parlement européen et du Conseil du 24 février 2022 modifiant les Directives 1999/37/CE, 2019/520/UE et 1999/62/CE relative à la taxation des véhicules pour l’utilisation de certaines infrastructures

Les Gouvernements du Royaume du Danemark, du Grand-Duché de Luxembourg, du Royaume des Pays-Bas et du Royaume de Suède,

Parties contractantes à l’Accord du 9 février 1994 relatif à la perception d’un droit d’usage pour l’utilisation de certaines routes par des poids lourds, ci-après désigné « l’Accord », modifié par

le Protocole du 18 septembre 1997 relatif à l’adhésion du Royaume de Suède à l’Accord précité, et

le Protocole du 22 mars 2000 visant à appliquer la Directive 1999/62/CE du Parlement européen et du Conseil du 17 juin 1999 relative à la taxation des poids lourds pour l’utilisation de certaines infrastructures, et

le Protocole du 21 octobre 2010 visant à appliquer la Directive 2006/38/CE du Parlement européen et du Conseil du 17 mai 2006 modifiant la Directive 1999/62/CE relative à la taxation des poids lourds pour l’utilisation de certaines infrastructures et à instaurer un système de vignette électronique, et

le Protocole du 6 décembre 2017 visant à appliquer la Directive 2011/76/UE du Parlement européen et du Conseil du 27 septembre 2011 modifiant la Directive 1999/62/CE relative à la taxation des poids lourds pour l’utilisation de certaines infrastructures,

Vu l’adoption de la Directive 2022/362/UE du Parlement européen et du Conseil du 24 février 2022 modifiant les Directives 1999/37/CE, 2019/520/UE et 1999/62/CE relative à la taxation des poids lourds pour l’utilisation de certaines infrastructures, ci-après dénommée la « Directive »

Considérant que l'intention du Royaume de Danemark, du Grand-Duché de Luxembourg, du Royaume des Pays-Bas et du Royaume de Suède est d'appliquer les variations visées à l'article 7 octies bis, paragraphe 1, deuxième et troisième alinéas, de la Directive au 1er janvier 2025 et de n'appliquer les droits d'usage qu'aux poids lourds dont la masse en charge maximale techniquement admissible est d'au moins 12 tonnes jusqu'au 25 mars 2027, date à laquelle le droit est appliqué aux poids lourds dont la masse en charge maximale techniquement admissible excède3,5 tonnes,

sont convenus de ce qui suit :

Article 1

Dans le premier considérant du préambule de l’Accord, le libellé « telle que modifiée en dernier lieu par la Directive 2011/76/UE du Parlement européen et du Conseil du 27 septembre 2011 » est remplacé par le libellé « telle que modifiée en dernier lieu par la Directive 2022/362/UE du Parlement européen et du Conseil du 24 février 2022 ».

Article 2

L’article 2 de l’Accord est modifié comme suit :

1. Au paragraphe 1, les termes « Article 2, points a), c), e) et f) » sont remplacés par les termes « Article 2, paragraphe 1, points 6), 16), 29), 32), 33), 34), 35) et 38) ».

2. Au paragraphe 1, le libellé « telle que modifiée par la Directive 2011/76/UE du Parlement européen et du Conseil du 27 septembre 2011 » est remplacé par le libellé « telle que modifiée en dernier lieu par la Directive 2022/362/UE du Parlement européen et du Conseil du 24 février 2022 ».

3. Au paragraphe 2, le terme « véhicule » est remplacé par ce qui suit :

« véhicule » :

un véhicule à moteur, à quatre roues ou plus, ou un ensemble de véhicules articulés, prévu ou utilisé pour le transport par route de marchandises dont la masse en charge maximale techniquement admissible dépasse 3,5 tonnes, conformément à l'article 2, paragraphe 1, points 17, 18 et 19 de la Directive. »

4. Au paragraphe 2, le terme « Directive » est ajouté avec la signification suivante :

« Directive »:

Directive 1999/62/CE du Parlement européen et du Conseil du 17 juin 1999 relative à la taxation des poids lourds pour l'utilisation de certaines infrastructures, modifiée en dernier lieu par la Directive 2022/362/UE du Parlement européen et du Conseil du 24 février 2022 ».

Article 3

À l'article 3 de l'Accord, le paragraphe 1 est remplacé par le libellé suivant :

  • 1. Conformément aux articles du présent Accord, les Parties contractantes appliqueront, à compter du 1er janvier 1995, un système commun de droits d'usage pour l'utilisation des autoroutes par les véhicules. Jusqu'au 25 mars 2027, conformément à l'article 7, paragraphe 13, de la Directive, les droits d'usage ne sont appliqués qu'aux véhicules dont la masse en charge maximale techniquement admissible n'est pas inférieure à 12 tonnes.

Article 4

L’article 4 de l’Accord est modifié comme suit :

1. Le paragraphe 2 est remplacé par le libellé suivant :

  • 2. Sur leurs territoires respectifs, les Parties contractantes peuvent dispenser du droit d'usage visé à l'article 3, les véhicules qui ne circulent qu’occasionnellement sur les voies publiques de la Partie contractante d'immatriculation et qui sont utilisés par des personnes physiques ou morales dont l'activité principale n'est pas le transport de marchandises, à condition que les opérations de transport effectuées par ces véhicules n'entraînent pas de distorsions de concurrence et sous réserve de l'accord de la Commission européenne.

2. Les paragraphes 3 et 4 sont renumérotés paragraphes 5 et 6.

3. Après le paragraphe 2, les deux paragraphes suivants sont ajoutés :

  • 3. Les véhicules à émission nulle dont la masse en charge maximale techniquement admissible est inférieure ou égale à 4,25 tonnes sont exonérés du droit d'usage visé à l'article 3.

  • 4. Sur leurs territoires respectifs, les Parties contractantes peuvent exonérer du droit d'usage visé à l'article 3 les véhicules dont la masse en charge maximale techniquement admissible est supérieure à 3,5 tonnes et inférieure à 7,5 tonnes, destinés au conducteur dans l’exercice de ses fonctions ou pour le transport de marchandises fabriquées de manière artisanale, lorsque le transport n’est pas effectué pour le compte d’autrui.

Article 5

L’article 8 de l’Accord est modifié comme suit :

1. Le paragraphe 1 est remplacé par le libellé suivant :

  • « 1. Jusqu’au 31 décembre 2024, le droit d’usage annuel, frais administratifs compris, s’élève pour les véhicules :

    Pour une année

    Classe d’émissions Euro

    Trois essieux maximum

    Quatre essieux minimum

    non-EURO

    1 407 euro

    2 359 euro

    EURO I

    1 223 euro

    2 042 euro

    EURO II

    1 065 euro

    1 776 euro

    EURO III

    926 euro

    1,543 euro

    EURO IV

    842 euro

    1,404 euro

    EURO V

    796 euro

    1,327 euro

    EURO VI ou moins polluants

    750 euro

    1,250 euro

    Pour un mois

    Classe d’émissions Euro

    Trois essieux maximum

    Quatre essieux minimum

    non-EURO

    140 euro

    235 euro

    EURO I

    122 euro

    204 euro

    EURO II

    106 euro

    177 euro

    EURO III

    92 euro

    154 euro

    EURO IV

    84 euro

    140 euro

    EURO V

    79 euro

    132 euro

    EURO VI ou moins polluants

    75 euro

    125 euro

    Pour une semaine

    Classe d’émissions Euro

    Trois essieux maximum

    Quatre essieux minimum

    non-EURO

    37 euro

    62 euro

    EURO I

    32 euro

    54 euro

    EURO II

    28 euro

    47 euro

    EURO III

    24 euro

    41 euro

    EURO IV

    22 euro

    37 euro

    EURO V

    21 euro

    35 euro

    EURO VI ou moins polluants

    20 euro

    33 euro

    Pour une journée

    Classe d’émissions Euro

    Trois essieux maximum

    Quatre essieux minimum

    non-EURO

    12 euro

    12 euro

    EURO I

    12 euro

    12 euro

    EURO II

    12 euro

    12 euro

    EURO III

    12 euro

    12 euro

    EURO IV

    12 euro

    12 euro

    EURO V

    12 euro

    12 euro

    EURO VI ou moins polluants

    12 euro

    12 euro

    »

2. Le paragraphe 2 est remplacé par le libellé suivant :

  • « 2. À compter du 1er janvier 2025, le droit d’usage, frais administratifs compris, s’élève pour les véhicules :

    Pour une année

    Classe d’émissions de CO2

    Classe d’émissions Euro

    Trois essieux maximum

    Quatre essieux minimum

    1

    non-EURO

    1,434 euro

    2,404 euro

    EURO I

    1,246 euro

    2,081 euro

    EURO II

    1,085 euro

    1,810 euro

    EURO III

    944 euro

    1,572 euro

    EURO IV

    858 euro

    1,431 euro

    EURO V

    811 euro

    1,352 euro

    EURO VI ou moins polluants

    764 euro

    1,274 euro

    2

     

    688 euro

    1,146 euro

    3

     

    592 euro

    987 euro

    4

     

    459 euro

    764 euro

    5

     

    191 euro

    319 euro

    Pour un mois

    Classe d’émissions de CO2

    Classe d’émissions Euro

    Trois essieux maximum

    Quatre essieux minimum

    1

    non-EURO

    143 euro

    240 euro

    EURO I

    124 euro

    208 euro

    EURO II

    108 euro

    181 euro

    EURO III

    94 euro

    157 euro

    EURO IV

    85 euro

    143 euro

    EURO V

    81 euro

    135 euro

    EURO VI ou moins polluants

    76 euro

    124 euro

    2

     

    68 euro

    114 euro

    3

     

    59 euro

    98 euro

    4

     

    45 euro

    76 euro

    5

     

    19 euro

    31 euro

    Pour une semaine

    Classe d’émissions de CO2

    Classe d’émissions Euro

    Trois essieux maximum

    Quatre essieux minimum

    1

    non-EURO

    50 euro

    84 euro

    EURO I

    44 euro

    73 euro

    EURO II

    38 euro

    63 euro

    EURO III

    33 euro

    55 euro

    EURO IV

    30 euro

    50 euro

    EURO V

    28 euro

    47 euro

    EURO VI ou moins polluants

    27 euro

    45 euro

    2

     

    24 euro

    40 euro

    3

     

    21 euro

    35 euro

    4

     

    16 euro

    27 euro

    5

     

    7 euro

    12 euro

    Pour une journée

    Classe d’émissions de CO2

    Classe d’émissions Euro

    Trois essieux maximum

    Quatre essieux minimum

    1

    non-EURO

    14 euro

    24 euro

    EURO I

    12 euro

    21 euro

    EURO II

    11 euro

    18 euro

    EURO III

    9 euro

    16 euro

    EURO IV

    9 euro

    14 euro

    EURO V

    8 euro

    14 euro

    EURO VI ou moins polluants

    8 euro

    13 euro

    2

     

    7 euro

    12 euro

    3

     

    6 euro

    10 euro

    4

     

    5 euro

    8 euro

    5

     

    2 euro

    4 euro

    »

3. Le paragraphe 3 est remplacé par le libellé suivant :

  • « 3. Nonobstant le paragraphe 2, à compter du 26 mars 2027, le droit d'usage, frais administratifs compris, s'élève pour les véhicules dont la masse en charge maximale techniquement admissible est supérieure à 3,5 tonnes mais inférieure à 12 tonnes :

    Pour une année

    Classe d’émissions de CO2

    Classe d’émissions Euro

    Trois essieux maximum

    Quatre essieux minimum

    1

    non-EURO

    956 euro

    1,603 euro

    EURO I

    831 euro

    1,387 euro

    EURO II

    723 euro

    1,206 euro

    EURO III

    629 euro

    1,048 euro

    EURO IV

    572 euro

    954 euro

    EURO V

    541 euro

    901 euro

    EURO VI ou moins polluants

    510 euro

    849 euro

    2

     

    459 euro

    764 euro

    3

     

    395 euro

    658 euro

    4

     

    306 euro

    510 euro

    5

     

    130 euro

    213 euro

    Pour un mois

    Classe d’émissions de CO2

    Classe d’émissions Euro

    Trois essieux maximum

    Quatre essieux minimum

    1

    non-EURO

    95 euro

    160 euro

    EURO I

    83 euro

    138 euro

    EURO II

    72 euro

    120 euro

    EURO III

    62 euro

    104 euro

    EURO IV

    57 euro

    95 euro

    EURO V

    54 euro

    90 euro

    EURO VI ou moins polluants

    51 euro

    84 euro

    2

     

    45 euro

    76 euro

    3

     

    39 euro

    65 euro

    4

     

    30 euro

    51 euro

    5

     

    13 euro

    21 euro

    Pour une semaine

    Classe d’émissions de CO2

    Classe d’émissions Euro

    Trois essieux maximum

    Quatre essieux minimum

    1

    non-EURO

    33 euro

    56 euro

    EURO I

    29 euro

    49 euro

    EURO II

    25 euro

    42 euro

    EURO III

    22 euro

    37 euro

    EURO IV

    20 euro

    33 euro

    EURO V

    19 euro

    32 euro

    EURO VI ou moins polluants

    18 euro

    30 euro

    2

     

    16 euro

    27 euro

    3

     

    14 euro

    23 euro

    4

     

    11 euro

    18 euro

    5

     

    5 euro

    8 euro

    Pour une journée

    Classe d’émissions de CO2

    Classe d’émissions Euro

    Trois essieux maximum

    Quatre essieux minimum

    1

    non-EURO

    10 euro

    16 euro

    EURO I

    8 euro

    14 euro

    EURO II

    7 euro

    12 euro

    EURO III

    6 euro

    10 euro

    EURO IV

    6 euro

    10 euro

    EURO V

    5 euro

    9 euro

    EURO VI ou moins polluants

    5 euro

    8 euro

    2

     

    4 euro

    7 euro

    3

     

    4 euro

    6 euro

    4

     

    3 euro

    5 euro

    5

     

    2 euro

    2 euro

    »

4. Le paragraphe 4 est remplacé par le libellé suivant :

  • « 4.

    • a. Conformément à l'article 7 octies bis, paragraphe 1, et à l'article 8, paragraphe 3, de la Directive, compte tenu de l'avis du Comité de coordination, chaque Partie contractante applique la variation de l'article 7 octies bis au plus tard trois ans après la publication des émissions de CO2 de référence aux sous-groupes de poids lourds relevant de l'article 2, paragraphe 1, points a-d, du Règlement 2019/1242/UE.

      Pour les groupes de poids lourds qui ne relèvent pas de cet article, compte tenu de l'avis du Comité de coordination, les classes 1, 4 et 5 d'émission de CO2sont appliquées au plus tard trois ans après la publication des émissions de CO2de référence dans les actes d'exécution par la Commission européenne.

    • b. Si le Règlement 2019/1242/UE est modifié de manière à couvrir les émissions de CO2pour un groupe ou un sous-groupe de véhicules pour lequel des émissions de CO2 de référence sont publiées, les Parties contractantes, compte tenu de l'avis du Comité de coordination, appliquent ces émissions de CO2 de référence et appliquent les classes 2 et 3 d'émissions de CO2 conformément à l'article 7 octies bis, paragraphe 1, alinéas 3 et 4 de la Directive, dans le délai prévu dans l'acte législatif modifiant le Règlement 2019/1242/UE.

    • c. Conformément à l'article 7 octies bis, paragraphes 1 et 2, et à l'article 8, paragraphe 3, de la Directive, chaque Partie contractante établit, si elles sont disponibles, pour chaque type de poids lourd, les classes 1, 2, 3, 4 ou 5 d'émission de CO2 et veille à ce que la classification d’un véhicule appartenant à la classe 2 ou 3 d’émissions de CO2 soit réévaluée tous les six ans après la date de la première immatriculation dudit véhicule et à ce que, le cas échéant, le véhicule soit reclassé dans la classe d’émissions correspondante sur la base des seuils applicables à ce moment-là. »

5. Un nouveau paragraphe 5 est inséré.

  • « 5. Si un droit d'usage est perçu à la date de reclassement, comme mentionné au paragraphe 4, point c, le reclassement prend effet le premier jour d'une nouvelle vignette le jour de ce reclassement ou postérieurement à celui-ci. »

Article 6

À l'article 9, paragraphe 2, de l'Accord, le troisième point est remplacé comme suit :

  • « 3. Nombre d'essieux, classe d'émission Euro, masse en charge maximale techniquement admissible, classe d'émission de CO2 et si disponible, émission de CO2 du véhicule, »

Article 7

À l'article 14, paragraphe 1 de l'Accord, un quatrième point est ajouté :

  • « 4. la coordination de la date exacte d'application des émissions de CO2 de référence visée à l'article 8, paragraphe 4, points a et b, de l'Accord. »

Article 8

À l'article 20 de l'Accord, le libellé « 31 décembre 2029 » est remplacé par le libellé « 25 mars 2032 », conformément à l'article 7, paragraphes 11 et 12 de la Directive.

Article 9

  • 1. Le présent Protocole entrera en vigueur le premier jour du mois suivant la dernière date à laquelle les Gouvernements respectifs auront notifié par écrit au Secrétariat du Conseil de l’Union européenne par la voie diplomatique que les exigences constitutionnelles nécessaires à son entrée en vigueur dans leurs États respectifs ont été remplies.

  • 2. Si l'entrée en vigueur prévue au paragraphe 1 est le 1er décembre 2024, le 1er janvier 2025 ou le 1er février 2025, les tarifs prévus à l'article 5, paragraphe 2, du Protocole entreront en vigueur le 25 mars 2025.

  • 3. Si l'entrée en vigueur visée au paragraphe 1 a lieu le 1er mars 2025 ou par la suite, les tarifs prévus au paragraphe 2 de l'article 5 du Protocole entreront en vigueur le premier jour du mois suivant l'expiration d'une période de deux mois après l'entrée en vigueur du Protocole lui-même.

  • 4. Les tarifs de l'article 5, paragraphe 1, du Protocole s'appliqueront jusqu'à ce que les tarifs de l'article 5, paragraphe 2, soient perçus conformément aux paragraphes 1, 2 ou 3 du présent article. Les tarifs prévus à l’article 5 ne s’appliqueront pas de manière rétroactive.

  • 5. Le Dépositaire transmettra aux Gouvernements de toutes les Parties contractantes à l’Accord les notifications visées au paragraphe 1 et les informera de la date d’entrée en vigueur du présent Protocole.

Fait à Bruxelles, le 29 mars 2023 en langue danoise, néerlandaise, française et suédoise, chaque texte faisant également foi, en un original qui sera déposé aux archives du Secrétariat général du Conseil ; le Secrétariat général du Conseil transmettra à chacune des Parties contractantes à l’Accord une copie certifiée conforme.


D. PARLEMENT

Het Protocol van 29 maart 2023 behoeft ingevolge artikel 91 van de Grondwet de goedkeuring van de Staten-Generaal, alvorens het Koninkrijk aan het Protocol kan worden gebonden.

G. INWERKINGTREDING

De bepalingen van het Protocol van 29 maart 2023 zullen ingevolge artikel 9, eerste lid, en met inachtneming van de overige leden van dit artikel, in werking treden op de eerste dag van de maand na de laatste van de data waarop de onderscheiden Regeringen het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie langs diplomatieke weg schriftelijk hebben medegedeeld dat de in hun onderscheiden staten grondwettelijk vereiste formaliteiten zijn vervuld.

Uitgegeven de negentiende april 2023.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. HOEKSTRA


X Noot
1)

De Deense en de Zweedse tekst zijn niet opgenomen.

Naar boven